DNB-econoom laakt affaire rond Berlijn
De manier waarop Duitsland een ’gele kaart’ heeft weten te ontlopen die de EU wilde geven wegens een oplopend begrotingstekort, verdient geen navolging. Dat schrijft W. Heeringa, als econoom verbonden aan De Nederlandsche Bank (DNB), donderdag in het vakblad voor economen ESB.
De Europese Commissie had Duitsland en ook Portugal een ’vroege waarschuwing’, algemeen beschouwd als reprimande, willen geven. Maar Duitsland verzette zich hevig en de EU-ministers van Financiën, inclusief Zalm voor Nederland, lieten de gele kaart achterwege in ruil voor beloftes van de Duitsers en de Portugezen.
„Het niet formaliseren van de vroege waarschuwing heeft echter als nadeel dat bij de buitenwacht de indruk ontstond dat men de regels van het pact niet zo nauw neemt, waardoor twijfel over de geloofwaardigheid van het pact rees”, schrijft Heeringa in het vaktijdschrift. Hij pleit ervoor dat dit eens maar nooit weer is: „De les zou dan ook moeten zijn dat (…) in soortgelijke gevallen gewoon een vroege waarschuwing moet worden gegeven. De geloofwaardigheid van het pact als budgettair coördinatiemechanisme voor de monetaire unie is daarmee het meeste gebaat.”
Dat is opmerkelijk, omdat minister Zalm heeft gezegd dat deze werkwijze (wel dreigen met een gele kaart maar niet uitreiken) vrijwel zeker navolging zal krijgen. Heeringa benadrukt dat het stuk op persoonlijke titel is geschreven en niet het standpunt van DNB weergeeft.
Hij erkent dat Duitsland precies heeft beloofd wat de Europese Commissie had verlangd. Dat de Duitsers zelfs meer hebben toegezegd, zoals de ministers vorige week beweerden na afloop van hun beraad, betwijfelt hij. Zo heeft Duitsland toegezegd de begroting in 2004 in evenwicht te hebben in plaats van in 2006. Dat is helemaal geen extra inspanning, toont Heeringa aan, want zowel in het huidige als in het vorige programma stond 2004 genoemd. Volgens hem is Duitsland zeer recent met 2006 op de proppen gekomen om wisselgeld te hebben in de onderhandelingen.