Buitenland

De kerststal als statement tegen de islamisering

De kerststal mag in Frankrijk bij gemeentehuizen blijven staan. Met het toenemen van de angst voor vreemde invloeden, zoals de islam, omarmen meer Fransen publieke christelijke uitingen.

Mark Wallet
26 December 2016 12:33Gewijzigd op 16 November 2020 09:26
Kerststal in het stadhuis van Marseille, december 2014. De stallen op publieke plaatsen zijn secularistische Fransen een doorn in het oog en zouden islamitische burgers tegen het hoofd stoten. Conservatieve Fransen omarmen de kerststal daarom echter meer
Kerststal in het stadhuis van Marseille, december 2014. De stallen op publieke plaatsen zijn secularistische Fransen een doorn in het oog en zouden islamitische burgers tegen het hoofd stoten. Conservatieve Fransen omarmen de kerststal daarom echter meer

Wel of geen kerststal bij het gemeentehuis? In Frankrijk spitste de discussie rond die vraag zich toe op één letter: is de stal ”cultuelle” of ”culturelle”? Ofwel: is het een religieus of cultureel verschijnsel?

Het laatste, oordeelde de Franse hoge raad recent. De raad sprak uit dat een stal in of bij het gemeentehuis door de beugel kan „in een artistieke, culturele of feestelijke omgeving.” Een religieuze context mag het dus niet krijgen, wat concreet betekent dat er rondom de stal bijvoorbeeld geen christelijke kerstliederen gezongen mogen worden.

De storm rond de stallen is daarmee even geluwd, hoewel die op plaatselijk niveau nog altijd voor verhitte gemoederen kan blijven zorgen. De kerststal bij, of zelfs in, sommige Franse gemeentehuizen is vooral secularisten allang een doorn in het oog. In Frankrijk ligt alles wat de laïcité (de strikte Franse scheiding van kerk en staat) aantast bijzonder gevoelig. Volgens sommigen, vooral niet-moslims, zou de kerststal bovendien aanstootgevend zijn voor islamitische Fransen.

Cultuurkatholieken

Daarmee is direct het hart van de discussie geraakt als een strijd om de eigen Franse identiteit, vaak tegenover de islam. Het gaat niet zozeer om het godsdienstige karakter van de stalletjes, maar om de bredere cultuur die ze zouden vertegenwoordigen. Nog geen 5 procent van de Fransen ziet wekelijks de kerk vanbinnen, maar een veel grotere groep mensen weet zich verbonden met de algemeen-katholieke (lees: nationale) waarden. Sociologen hebben het idee dat die groep zich sterker begint te roeren.

De opmerkelijke verkiezing van de rooms-katholieke François Fillon tot presidentskandidaat van de partij Les Républicains zou in datzelfde plaatje passen. Fillon steekt zijn religieuze overtuiging, heel on-Frans, niet onder stoelen of banken. Zo noemde hij Frankrijk in een speech ooit „de oudste dochter van de kerk” en zei hij dat het christendom „het geweten van Frankrijk heeft gevormd.” Persoonlijker merkte hij op dat hij het geloof van zijn jeugd heeft behouden. Fillon maakt volgens de peilingen veel kans de nieuwe Franse president te worden.

De linkse Franse krant Libération kreeg het daar zo benauwd van dat het na zijn verkiezing op de voorpagina in grote letters schreef: ”Help, Jezus is teruggekomen”. Het klopte dat katholieke organisaties zich meer dan ooit hadden geroerd in politieke zaken en zich duidelijk vóór Fillon hadden uitgesproken als hun kandidaat. Niet alleen kerkgaande rooms-katholieken, maar ook de brede rand daaromheen hadden met hun stem gesproken.

Wat de zombie-katholieken (de term is van de Franse sociologen Emmanuel Todd en Hervé le Bras) kenmerkt, is hun hang naar traditionele waarden als het klassieke gezin van man en vrouw. Vaak sturen ze hun kinderen ook naar rooms-katholieke scholen. De Vendée, de regio waar Fillons wortels liggen, is typisch zo’n regio van cultuurkatholieken.

De Gaulle

Hun kracht had de redactie van Libération niet helemaal meer hoeven verrassen. Toen de socialistische Franse president François Hollande in 2012 als geste naar zijn eigen achterban het homohuwelijk wilde invoeren, gingen miljoenen Fransen de straat op. Die ongekend grote mobilisatie verbaasde velen, zowel binnen als buiten de Republiek.

Interessant is dat de kerststal nu in Franse plaatsen verschijnt, waar die juist lang was verdwenen. In de Franse stad Béziers stond voor 2014 bijvoorbeeld nooit een kerststal in het stadhuis, maar kwam die er met de komst van de rechtse burgemeester Robert Ménard. In de stad heet de stal nu al een traditie en trekt die duizenden bezoekers.

„Niet omdat ze allemaal katholiek zijn en elke zondag naar de mis gaan, maar omdat het tot hun wortels behoort”, verklaarde Ménard in de Volkskrant.

Het is intussen niet gezegd dat heel Frankrijk nu de kerststal als uiting van eigen cultuur en identiteit omarmt. De Vereniging van Franse burgemeesters bracht in 2015 nog een dringend advies naar buiten om de stal uit gemeentehuizen te weren, omdat die zou indruisen tegen de seculiere beginselen. Daar kwam van tientallen burgemeesters weliswaar heftige kritiek op, maar het is aannemelijk dat de vereniging een hoofdlijn vertegenwoordigde.

Tegelijk is duidelijk dat een grote groep Fransen pal wil staan voor wat ze als hun tradities aanmerken en dat het rooms-katholieke verleden van Frankrijk daar wat hen betreft ook bijhoort. Hun sentiment verwoordde Ménard onlangs goed toen hij met instemming de Franse oud-president Charles de Gaulle citeerde, die in 1959 zei: „Frans zijn, dat is Europees, blank en katholiek zijn.”

De Gaulle ging iedere zondag naar de kerk, maar tegelijk is van hem bekend dat hij dat vooral vanuit culturele motieven deed en niet zozeer vanuit overwegingen van een persoonlijk geloof. De geest van De Gaulle, van het zelfverzekerde Frankrijk, lijkt weer stevig rond te waren en de kerststal is er een uiting van.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer