Nieuw Veenendaals college met CU van start
Veenendaal heeft sinds gisteravond weer een voltallig bestuurscollege. De enige nieuweling daarin is ChristenUnie-fractievoorzitter Stroobosscher. De andere vier wethouders van SGP, CDA, D66 en VVD hadden ook zitting in het college dat eind oktober viel.
Aan de verkiezing van de wethouders ging een bespreking van een verslag van de formatieperiode vooraf. De ChristenUnie kreeg daarbij van oppositiepartijen de vraag wat zij had binnengehaald in ruil voor deelname aan de coalitie. „Of hebt u gewoon getekend bij het kruisje?” wilde Lokaal Veenendaal-woordvoerder Lochtenberg sr. weten.
Raadslid Roodbeen, die Stroobosscher als fractieleider opvolgt, antwoordde dat van cadeautjes geen sprake is. Voor de ChristenUnie telt het kunnen meedragen van de bestuurlijke verantwoordelijkheid „om Veenendaal te besturen en verder te helpen.”
Net als coalitiepartners benadrukte Roodbeen dat de raad het voor het zeggen heeft. Daarbij worden besluiten met wisselende meerderheden genomen. Voorstellen van niet-coalitiepartijen zijn niet bij voorbaat kansloos, zoals ook de ChristenUnie in de afgelopen periode ondervond.
Aantal wethouders
Discussie was er over het aantal wethouders. Om de drie decentralisaties in het sociaal domein (Wet maatschappelijke ondersteuning, participatiewet, jeugdwet) in goede banen te leiden, is aan het begin van de raadsperiode gekozen voor vijf bestuurders, maar die klus is nu geklaard. Voor het overige is het afgesproken raadsprogramma ook grotendeels uitgevoerd.
Dat zou een reductie naar vier wethouders rechtvaardigen, meenden PvdA, GroenLinks, SP en gewezen coalitiepartij ProVeenendaal. „Er is geen andere reden om weer voor vijf wethouders te kiezen dan de hang naar het pluche”, aldus de PvdA.
De scherpste kritiek kwam van Lochtenberg sr., die sprak van „een zwarte dag voor bruisend Veenendaal. Met drie confessionele wethouders hebben we hetzelfde college als ‘Biblebelt-hoofdstad’ Barneveld, alleen doet daar D66 niet aan de poppenkast mee. Een refo-liberaal college gaat voorbij aan andere stromingen die er in Veenendaal zijn.”