Landbouw brengt zwakke plekken voor bioterreur in kaart
Het ministerie van Landbouw brengt de zwakke plekken voor bioterrorisme in de voedselverwerkende industrie en de landbouw in kaart. Het wil niet alleen deze zwakke punten opheffen, maar ook bekijken op welke manier het een aanslag via voedsel moet bestrijden.
Volgens een woordvoerder van het ministerie is het project vrij kort na de aanslagen op 11 september 2001 in New York en Washington opgezet. In eerste instantie zijn daarbij vooral de risico’s van bioterrorisme in „de primaire landbouw en de voedselverwerkende industrie" op een rijtje gezet. Nu laat het ministerie slachterijen en andere voedselverwerkers op zwakke punten inspecteren en bekijkt het of risico’s zijn verkleind dan wel uit de weg zijn geruimd.
De inventarisaties en inspecties zijn volgens de woordvoerder tot nu toe „heel nuttig" geweest, al wil hij geen concrete voorbeelden van risico’s en zwakke plekken noemen. Hij wil bioterroristen geen ’routekaart’ in handen geven naar die kwetsbare delen van de voedselindustrie. Het verkleinen van het risico en het oplossen van het probleem blijken in de praktijk „vaak vrij simpel". Het ministerie wil dat de specifieke inspecties die nu worden uitgevoerd, onderdeel van de reguliere controles op de bedrijven worden.