Dat zei staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) dinsdag na berichten dat de Turkse overheidsorganisatie Diyanet in Nederland spioneert via imams. De geestelijken zouden gegevens verzamelen van personen die aanhangers van Fethullah Gülen zouden zijn. Deze Gülen zit volgens de Turkse machthebbers achter de mislukte coup deze zomer in Turkije.

Als de mediaberichten kloppen, is dit een zeer ongewenste inmenging, aldus Klijnsma. Zij reageerde op kritische vragen van CDA-Kamerlid Pieter Heerma en andere parlementariërs. De Kamer eist actie van de regering tegen „deze lange arm” van Turkije.

„Hoe wordt tegengegaan dat Diyanet-moskeeën in Nederland meewerken aan dit soort spionage van de Turkse overheid?”, vroeg Heerma. Hij wil ook een einde aan de invloed van Turkije via Diyanet op de Nederlandse samenleving, want het leidt tot „ongezonde spanningen”.

Klijnsma wijst erop dat er regelmatig overleg is met de Turkse autoriteiten. Verder wil het kabinet in februari de Kamer uitvoerig informeren over de verdere omgang met het probleem. „Het gaat hier natuurlijk om complexe materie. Het kabinet wil niet over een nacht ijs gaan”, aldus de bewindsvrouw. Het kan de vrijheid van godsdienst raken.

Volgens SGP-Kamerlid Roelof Bisschop rechtvaardigt Diyanet de bemoeienis met moskeeën in Nederland als een manier om te voorkomen dat moslims in Nederland radicaliseren.