Mens & samenleving

Vechten met het tij mee

Toen astronaut André Kuipers rondjes om de aarde maakte, kon hij van drie landgenoten het levenswerk zien liggen. De eerste is ingenieur Lely, bedenker van de Zuiderzeewerken en de Afsluitdijk. De tweede is dr. Van Veen, vader van de Deltawerken. De derde is, al vindt hij dat zelf „veel te complimenteus”, Ronald Waterman, geestelijk vader van de nieuwe kustlijn als medeontwerper van de Tweede Maasvlakte en Seaport Marina IJmuiden.

Hilbrand Rozema (ND)

12 December 2016 18:51Gewijzigd op 16 November 2020 09:20
Ronald Waterman: „Ik ben wetenschapper. Tegelijk zeg ik: er ís iets bijzonders aan de hand.” beeld Dick Vos
Ronald Waterman: „Ik ben wetenschapper. Tegelijk zeg ik: er ís iets bijzonders aan de hand.” beeld Dick Vos

Lely tekende voor 166.000 hectare, zegt Waterman, „en deze uitstulpingen zijn vooralsnog 3500 hectare.” Maar toch: te zien vanuit de ruimte. Waterman maakte Nederland groter.

Op de vloer van zijn lichte, ordelijke woonkamer in Delft liggen zestig stapeltjes paperassen, op de salontafel zeven stapels boeken. Waterman gaat voor, het huis weer uit via de tuindeur, en laat met zwierige binnenpret iets bijzonders zien in de garage: 128 attachékoffertjes. „Voor elk land een of meer koffertjes. Zo kan ik meteen weg zonder te zoeken.” Hij klimt over de koffers en gaat ertussen zitten. Zelfspot en humor zijn hem niet vreemd.

Deze visionair is in zijn eentje een belangrijk Nederlands exportproduct.

Zelden viel iemands naam zo samen met zijn leven. Hij bedacht een nieuwe manier van waterbouw, ”Bouwen met de Natuur”: niet langer alleen dammen en dijken bouwen als bolwerken tégen de zee, maar duinen en stranden aanleggen in harmonie met de zee. Hij staat in een traditie van tien eeuwen polderen, terp- en dijkenbouw en droogmakerijen. In zijn eigen land is deze waterbouwer onbekend. Wereldwijd echter zoeken regeringen zijn advies, over wat te doen met hun laagliggende, snel groeiende miljoenensteden, nu de zee stijgt en weerpatronen grilliger worden: Bombay, Jakarta, Buenos Aires, Hongkong, Sjanghai.

Afspreken met deze innemende uitvinder is niet eenvoudig. Hij is vaak op reis. „Volgende week ben ik met de Nederlandse delegatie in Indonesië, met premier Rutte. Maar komt u op zaterdag!” In een mum van tijd –”Take a seat!”– zit de bezoeker als leerling aan de voeten van Gamaliël. Waterman vertelt gestructureerd, exact. Wil niets overslaan. Na lichte aandrang begint hij bij zijn jeugd. Over zijn oorlogservaringen heeft hij niet eerder in de media verteld. Daarna komt zijn passie, de waterbouw, Bouwen met de Natuur. Hij tilt de theepot uit een rieten theemand en schenkt in. Hij blijft staan, loopt heen en weer, als voor een collegezaal. Dan vouwt hij zijn handen, kijkt in de verte, zegt „Goed”, en begint, met een prachtig, verzorgd Nederlands.

Inkwartiering

„Ik ben de jongste van vier uit een fantastisch gezin. Mijn vader, Hein Israël Waterman, professor in Delft van 1919 tot 1959, was zeer gezien. Mijn moeder, Maria Jacoba Prins, vertegenwoordigt een andere creatieve kant, zij was pianiste en lerares Engels.” Een zionistisch milieu. „Zionisme”, doceert hij, „is het streven naar een publiekrechtelijk gewaarborgde woonplaats voor de Joden in het historische land Israël.” Vijf is hij als de oorlog begint. „Ik kreeg iets mee van de slag om Ypenburg in mei 1940. Grotendeels gewonnen door de Nederlanders, die veel Duitse vliegtuigen neerschoten. Op 2 mei 1942 werd de Jodenster verplicht. Direct na de bezetting kregen we inkwartiering van een Wehrmachtsoldaat, geen slecht mens. En later van een SS-officier, een nare man. Beseften zij dat ze bij een Joods gezin woonden? Ik denk: toen nog niet. Verder herinner ik me NSB’ers, die ons tafelzilver meenamen. Moeder zei nog: „Vreselijk dat u bij wildvreemden het tafelzilver moet meenemen. Eigenlijk bewonder ik u erom… dat u dat kunt.” Ze trokken zich er niets van aan. De nazi’s werkten met lijsten die ”vrijstelden van transport”. Die bescherming was schijn, valse hoop. Af en toe ‘platzte’ zo’n lijst en werden de mensen alsnog weggevoerd. Mijn vader zorgde dat wij op de Barneveld- en de Palestinalijst stonden. Maar onze rugzakken stonden altijd klaar. Vaders uitstekende Duits en contacten met Duitse collega-wetenschappers hielpen ons; dan werden we weer ‘voorlopig’ van een transportlijst gehaald.”

De Nederlandse politie werkte meestal volop mee aan het uit huis halen van Joodse Nederlanders. „Maar eenmaal is er een Nederlandse politieagent bij ons langsgekomen, om ons te zeggen dat hij verheugd was dat wij weer terug waren in ons huis. Mijn vader kon zich toen nog niet voorstellen tot welke barbarij Duitsers in staat waren. Moeder wel, zij achtte hen tot het ergste in staat.’

Barneveld-Westerbork

„Van 31 maart tot 29 september 1943 verbleven we in Kasteel de Schaffelaar in Barneveld, samen met musici, hoogleraren, leraren en industriëlen. Mijn ouders waren zeer bezorgd, maar voor mij was het een oase: voor het eerst was ik omringd door kinderen die ook een ster droegen! Ofschoon ik er roodvonk en dubbele middenoorontsteking opliep, was ik er happy. De bioloog dr. E. A. M. 
Spe­­ijer had een bijzondere invloed. Hij benoemde mij tot een van zijn assistenten, om insecten te vangen. Bij doctor Speijer ligt de oorsprong van mijn wetenschappelijke loopbaan en mijn liefde voor de natuur. Al onze kevers, wespen, muggen en vlinders zijn het kamp uitgesmokkeld. Onze collectie van 23.000 insecten is er nu nog, in museum Naturalis. Op 28 september 1943 zei moeder: „Ronald, ik denk dat ik morgen voor je verjaardag een ei naar binnen kan smokkelen!” Maar de volgende dag omsingelde de SS de Schaffelaar. „We gingen naar Westerbork. En dat ei heb ik nooit gehad”, lacht hij. „Westerbork was zeer onaangenaam. Mijn ouders zijn bij aankomst afgesnauwd, gevisiteerd. Elke dinsdag kwamen de veewagons. Als de trein vol wegreed, ebde de spanning weg, om in de loop van de week te stijgen.”

Theresienstadt

„Ons transport, op 4 september 1944, ging naar Theresienstadt, in wat nu Tsjechië is. Daar waren we samen met Walter Süskind, de held van de Hollandsche Schouwburg. Süskind ontsnapte twee keer met zijn hele gezin aan transport naar Auschwitz. Een derde keer lukte hem dat niet. Mijn ouders en ik zijn de enige getuigen van zijn ontsnappingen.”

De kinderen Waterman verrichtten dwangarbeid. „Mijn broers kregen vlektyfus, omdat ze vieze kleren moesten ontluizen. Met Zyklon-B-gas.” Toen het Rode Leger naderde, wilden de nazi’s sporen uitwissen. „De as van in het kamp gestorvenen zat in kartonnen doosjes met namen en nummers. Wij kinderen moesten elkaar die dozen overgooien, richting een zijrivier van de Elbe, en daar de as in het water kieperen. Verderop stond een jongen die zei: „Ik heb hier mijn grootmoeder in een doos.””

„Op een dag kwam een transport uit Auschwitz aan. Twee uitgemergelde mensen in streeppak kropen naar me toe. Ik zette mijn kom waterige soep voor hen neer. Om er als eerste bij te zijn, sloeg de een de ander dood. En daarna stierf hij zelf. De kom liet ik staan. Door deze ervaringen zag ik waartoe mensen in staat zijn.” Van het transport overleefden 804 van de 2081 gevangenen, onder wie het gezin Waterman. Vader Hein Israël had een gelukkige hand gehad van lijsten kiezen. Het was als kruipen door een muizengaatje. Van de 19.000 naar Theresienstadt gestuurde kinderen overleefden er uiteindelijk zo’n 100.

Aan het werk

Het ouderlijk huis in Delft bleek bewoond door anderen. Daar konden zij vooreerst niet meer in. „Wij gingen naar gastgezinnen.” Hoe kan men verder leven na zulke ervaringen? „Enerzijds: als je dit overleefd hebt, kun je later heel goed relativeren en zeggen: er zijn toch veel ergere dingen. Je kon er enorme kracht uit putten. Ik stroomde in 1947 in op hbs-b-niveau en deed vijf jaar later examen met de hoogste cijfers.” De energie, opgewekt door de bevrijding uit de verschrikking, stak hij in zijn studie en loopbaan. „Als student werd ik op een ochtend in 1953 gewekt door moeder, die me vertelde van de Watersnoodramp. Ik vertrok als vrijwilliger naar het rampgebied en stond zandzakken te vullen en te plaatsen langs het Kanaal door Voorne. Mijn toekomst in de waterbouw lag nog in het verborgene.” Waterman is vermeld in ”Aan het Werk”, een boek over de grote, energieke bijdrage van Joodse Nederlanders aan de naoorlogse wederopbouw. Maar de schaduw van de oorlog was lang. „Als jongvolwassene kreeg ik een zware depressie. En mijn oudste broer stierf aan de gevolgen van de tbc die hij opliep in het kamp. Hij is behandeld met isonicotinehydrazinezuur. Die doodde wel de tbc-bacil maar bezorgde hem nierkanker. Daaraan overleed hij, in 1975.”

Landaanwinning

We komen toe aan Watermans levenswerk: landaanwinning. Neergelegd in een fors boek, van 500 pagina’s. „Ik ontwerp kustuitbreidingen, en tegelijk vertel ik er zo over dat ieder het kan begrijpen. Ook voor kinderen spreek ik, en voor tegenstanders. Goede argumenten overtuigen! Als je ze maar rustig uiteenzet. Ik denk dat ik daarom tot het beste Statenlid van het land werd gekozen. Ik speel geen politieke spelletjes, ga altijd voor de inhoud.” Zijn boek is een feest voor aardrijkskundeliefhebbers. Het laat precies zien wie hij is: hoog boven de stof zwevend, als een havik, maar ook diep in het detail duikend, perfectionistisch, met liefde voor opsommingen en structuur en toch aanstekelijk en fascinerend, mede door de vele kleurige kaarten van waterwerken en kustlijnen.

Tijd voor de lunch. Waterman neemt plaats in zijn Saab, zijn betoog niet onderbrekend. Al chaufferend draagt hij uit het hoofd, in het Engels, de ”Bloed, zweet en tranen”-radiotoespraak voor, die zijn held Winston Churchill hield in 1940. De keus valt op een volks eethuisje, waar men hem begroet als een vaste gast. Terwijl we een omelet eten tussen luidruchtige kerels, die in Plathaags de resultaten van voetbalclub ADO bespreken, praat hij rustig en onverstoorbaar door.

Rode draad

Waterman weegt álle aspecten mee: grondsoort, wortelstelsels, micro-organismen, baggermethoden. Hij definieert zijn werk als: „Het streven naar een flexibele, dynamische evenwichtskustlijn, gebruikmakend van zand en slib en de krachten die erop inwerken: getijden, golven, zwaartekracht, wind, uitstroom van rivieren, regen, zon en vegetatie.” Enkele harde elementen, basalt of beton, zijn bij Bouwen met de Natuur nodig. „Maar alleen op sommige plaatsen.”

De rode draad in zijn denken: vecht niet tegen de natuur in maar beweeg mee, benut haar kracht, als bij oosterse vechtsporten. „Zoals bij de Zandmotor, een uitvinding van professor Stive: de kust versterken door de zee slim te gebruiken voor zandtransport.” Deze visie ging in tegen de intuïtie van generaties waterbouwers. Immers, het wassende water moest je juist indammen: hoe hoger de dijken, hoe beter. Waterman moest enorm veel scepsis overwinnen.

Heldere kaarten en symbolen zijn cruciaal. „Ik moet ministers overtuigen die weinig tijd hebben. Vooraf verdiep ik me grondig in de cultuur en geschiedenis van een land.

Ik bekijk oude zeekaarten, herontdek oude kustlijnen.”

Zo herontdekte hij de oude kustlijn van 1611 van Hoek van Holland naar Scheveningen. „Die wordt nu in stappen hersteld.” Een kaart van de landaanwinning bij Hoek van Holland laat het zien. De 69 zeestrekdammen van Zuid-Holland verdwijnen in zijn plan onder het zand. „Want die tastten de kust juist aan.”

Niet alleen de kust, ook de kanalen en rivieren krijgen zijn aandacht. Hij introduceerde het begrip Aquapunctuur, met stedenbouwkundige en landschapsarchitect Jaap Brouwer, om de vele vergeten binnenwateren te verbeteren.

„Den Bosch maakte de Binnendieze weer bevaarbaar, dat leverde al 300.000 extra bezoekers per jaar op! Het varend bloemencorso in Zuid-Holland is goed voor 550.000 bezoekers.” Hij helpt recreatie en toerisme naar de vergeten binnenwateren te halen en vrachtverkeer te laten overstappen op scheepvaart. „Brouwerij Heineken is hier al ver mee, dat scheelt al 100.000 trucktransporten op de weg.”

„Te bedenken dat dit alles begon met een lezing van grondlegger ingenieur Svašek, wonderlijk genoeg een Tsjech. Hij was naar ons land gevlucht voor het communisme. Toen ik hem beluisterde, wist ik: dít is het! Dit moeten we gaan doen. Ik heb zijn ideeën uitgebouwd, verfijnd en toegepast. Met de Svašeks heb ik contact gehouden. Toen hij in 1990 overleed, hebben we samen met de familie zijn as uitgestrooid op de Noordzee.”

Iets bijzonders

Zijn zionistisch-humanistische wortels bleef hij trouw. „Ik ben wetenschapper. Tegelijk zeg ik: er ís iets bijzonders aan de hand. In de natuur, in de kosmos. Met Spinoza spreek ik van het Altijd-zijnde. Dat zit ook in de Hebreeuwse godsnaam, JHWH: Hij die was, Hij die is, Hij die zal zijn, de Eeuwige, het eeuwige. Maar ik zie dit eeuwig zijnde niet als persoonlijke God. Een rabbijn zei: God kan niet tegelijk almachtig en liefdevol zijn. Ik laat het verder met rust. Het Joodse volk zie ik als thermometer voor de staat van de wereld. Als het hun slecht gaat, gaat het slecht met de wereld.”

Zijn jeugdervaringen maakten hem niet haatdragend tegen alles wat Duits is. „Beethoven, Goethe, Heine en Schiller staan voor het positieve Duitsland.” Ten afscheid declameert hij een lang gedicht van Goethe: „Des Menschen Seele gleicht dem Wasser. Vom Himmel kommt es, zum Himmel steigt es, und wieder nieder zur Erde muss es, ewig wechselnd.”

„De levensloop van mensen lijkt op de kringloop van het water.”


Bouwen met de natuur

Dr. ir. Ronald E. Waterman (1934) komt uit een Joods, humanistisch hoogleraarsgezin in Delft. Als jongen overleefde hij de Holocaust. Hij is chemisch en milieutechnisch ingenieur, doctor in de civiele techniek en hij bekleedt acht adviseurschappen, zeven gastdocentschappen en twee directeurschappen. Hij is adviseur landaanwinning in 59 landen, volgens de mede door hem ontwikkelde methode ”Bouwen met de Natuur”.

Hij is Statenlid in Zuid-Holland (33 jaar, VVD), beste Statenlid van Nederland (2007), ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Op YouTube is een film van vijftien minuten over zijn werk te zien, ”Building with Nature”.

Een lange film over hem, ”The Waterman Files”, komt uit in 2017.

ronaldwaterman.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer