Het legendarische automerk viert dit jaar zijn honderdste verjaardag. Het automerk staat symbool voor luxe en topkwaliteit. Alleen is het Britse er inmiddels af, want het concern is in Duitse handen gevallen. Het legendarische klassieke automerk is vernoemd naar zijn oprichters, de Britten Charles Rolls en Henry Royce. Het tweetal ontmoette elkaar op 4 mei 1904 voor het eerst.

Rolls verkocht toen al auto’s en rekende de Britse aristocratie tot zijn clientèle. Van de meeste auto’s uit zijn tijd had hij geen hoge pet op. Royce had een technische achtergrond en bouwde zelf auto’s die er wezen mochten. De twee Britten bleken elkaar perfect aan te vullen. In december 1904 brachten ze de eerste Rolls-Royce op de markt.

Twee jaar later kwamen ze met een zescylinderwagen die naar hun zeggen „niet een van de beste, maar de beste auto ter wereld” was. Over de Silver Ghost, die een jaar later kwam, kon de pers slechts lovende woorden uitbrengen.

De Eerste Wereldoorlog legde het fundament voor een andere tak van sport waar Rolls-Royce zich op zou toeleggen: vliegtuigmotoren. In de Britse plaats Derby bouwde het bedrijf zijn eerste exemplaar, de Eagle, die veel werd gebruikt tijdens de oorlog.

In de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog ging de productie gewoon door en in 1931 lijfde Rolls-Royce concurrent Bentley in. De Tweede Wereldoorlog maakten beide oprichters niet meer mee. Rolls kwam in 1910 bij een vliegtuigongeval om het leven, Royce stierf in 1933.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde Rolls-Royce vooral vliegtuigmotoren, daarna werden er weer volop auto’s gemaakt. De Silver Shadow wordt beschouwd als het succesvolste model dat de fabriek ooit heeft vervaardigd.

Rolls-Royce kende ook zijn mindere periodes. In de jaren zestig liepen de kosten voor de vliegtuigmotor RB211 zo hoog op dat het bedrijf in de problemen kwam. Uiteindelijk moest de Britse regering te hulp komen en werd het bedrijf in 1971 genationaliseerd. Dit werd in 1987 ongedaan gemaakt in het kader van de privatiseringsgolf onder de conservatieve premier Margaret Thatcher.

De auto’s en de vliegtuigmotoren van Rolls-Royce gingen uiteindelijk gescheiden verder. De autofabriek kwam in 1980 in handen van het Britse machinebouwconcern Vickers. Dat bleef zo tot 1998, toen het bedrijf in Duitse handen overging. Tot verbijstering van de autowereld werd Volkswagen eigenaar van Rolls-Royce. De overname ging echter samen met een akkoord dat VW met concurrent BMW sloot. Afgesproken werd dat Rolls-Royce in 2003 naar BMW zou gaan en dat Volkswagen alleen Bentley zou houden, het automerk waar het eigenlijk op uit was.

Vorig jaar rolde de eerste onder BMW ontwikkelde Rolls van de band: de Phantom. Dit jaar zullen er ongeveer 1000 exemplaren worden geproduceerd. Aan belangstelling is geen gebrek, ondanks de beperkte economische groei in Europa. Nog altijd zijn er voldoende rijkaards die wel een paar ton over hebben voor een Rolls in hun garage.