Wilders heeft de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden, stelt Fennema, emeritus hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam. „Met de rechtbank vind ik dat Wilders in het Haagse café in 2014 ophitsend en opruiend bezig was. Als hij had gezegd dat criminele en illegale Marokkanen moeten worden aangepakt of het land uitgezet, dan was er in juridische zin niets aan de hand geweest. Nu ging hij echter te ver. Stel dat hij had geroepen: „Wat gaan we doen met de Joden? Eruit! Eruit! Eruit!” dan zouden we toch ook verontwaardigd zijn?” stelt Fennema, die over extreemrechts publiceerde en auteur is van het boek ”Geert Wilders. Tovenaarsleerling” (2010).

Fennema nam het in het verleden in zekere zin op voor Wilders. Dat de PVV-leider de islam vergelijkt met het fascisme en de Koran met Hitlers ”Mein Kampf”, moet zonder meer mogelijk zijn, betoogde Fennema in oktober 2010 in deze krant. „In het politieke debat moet je elke vergelijking kunnen maken, ook als die anderen niet bevalt. Dat hoort bij een vrije democratie. Als religiekritiek niet mogelijk is, lijken we op de vroegere Sovjet-Unie. Als je daar communisme vergeleek met fascisme, werd je meteen opgepakt”, zei Fennema destijds. Hij keerde zich toen ook tegen vervolging van de PVV-voorman.

De uitspraken over Marokkanen uit 2014 zijn echter van een andere categorie, benadrukt Fennema. Hij juicht het toe dat de rechter Wilders vrijdag veroordeelde. „Wilders heeft de wet overtreden. Ik ken Marokkanen die bang zijn geworden door zijn uitspraken. Wilders’ partijprogramma baart me zorgen. Hij stelt: „Als we aan de macht komen, dan gaan we alle moskeeën sluiten.” Hoe zou u het vinden als een politicus alle kerken wil sluiten?”

Wordt Wilders de martelaar van vrije woord?

„Hij plaatst zich al veel langer in een slachtofferrol. Zijn redenering ”de rechtspraak is tegen ons”, is misschien wel uitgewerkt. Ook veel PVV’ers vonden zijn uitspraken over minder Marokkanen te ver gaan. Er zijn na die uitspraken Kamerleden uit de PVV-fractie vertrokken.”

Zal Wilders garen spinnen bij zijn veroordeling?

„Dat zou kunnen. Maar ik sluit niet uit dat sympathisanten zich juist afkeren van Wilders. Zij redeneren: „Ik ben het grotendeels eens met de opvattingen van Wilders, maar hij gaat veel te ver, en als de rechter dat ook vindt, dan zal het echt zo zijn.” Sommige mensen in mijn omgeving zeggen dat bij Wilders de soep niet zo heet wordt gegeten. Je zou die man niet serieus moeten nemen. Maar ik ben toch geneigd hem op zijn woord te geloven.”

Dat politici in de Tweede Kamer wat betreft hun uitspraken in beginsel onschendbaar zijn, zint Fennema niet. „Ik pleit voor het opheffen van de immuniteit van parlementariërs. Wilders kan in de Kamer ongestraft spreken van een kopvoddentaks, een beledigend woord. Dat vind ik ongehoord.”