Rechtszaak dode baby’s moet opnieuw
De vrijspraak van een vrouw uit Amersfoort die haar twee pasgeboren baby’s zou hebben gedood, kan niet gehandhaafd blijven. De vrouw werd zowel in eerste aanleg als in hoger beroep vrijgesproken. De Hoge Raad oordeelde dinsdag echter dat de zaak opnieuw behandeld moet worden.
De vrouw werd eerder vrijgesproken omdat zowel het gerechtshof als de rechtbank meende dat niet met zekerheid was vast te stellen of de baby’s in 2002 en 2004 levend ter wereld waren gekomen. Daarom kon een strafbare poging tot doodslag op de baby’s niet worden bewezen, was het oordeel.
De Hoge Raad oordeelt echter dat „onzekerheid over de vraag of de baby’s tijdens of kort na hun geboorte leefden, niet uitsluit dat de verdachte met de gedragingen waarvoor zij wordt vervolgd de baby’s had willen doden”.
De vrouw stapte destijds zelf naar de politie. In haar huis werden twee in plastic gewikkelde babylijkjes gevonden, die ze had opgeborgen in een beautycase en een koektrommel. De kinderen - het is niet bekend of het jongens of meisjes waren - werden op het toilet geboren. Na de geboorte liet de vrouw de baby’s in de pot liggen, ze kregen geen voeding en zorg.