Economie

Financiële markten reageren rustig op Italiaans ”no”

De financiële markten hebben maandagmorgen rustig en afwachtend gereageerd op de uitslag van het referendum in Italië en het aftreden van premier Matteo Renzi. Het ”no” van de kiezers zorgt de komende tijd wel voor veel onzekerheid rond de Zuid-Europese natie.

Redactie economie
5 December 2016 11:20Gewijzigd op 16 November 2020 09:11
Premier Matteo Renzi kondigt zijn aftreden aan. beeld AFP, Andreas Solaro
Premier Matteo Renzi kondigt zijn aftreden aan. beeld AFP, Andreas Solaro

Een ruime meerderheid van de Italiaanse kiezers wees zondag de voorgestelde aanpassingen in het staatsbestel, bedoeld om de besluitvorming in het land te vergemakkelijken, af. Door dat stembusresultaat breekt er een periode aan van politieke instabiliteit en is er geen zicht op hervormingen om de al jarenlang kwakkelende economie uit het slop te trekken.

De in sombere scenario’s voorspelde heftige reacties op de financiële markten bleven echter uit. Veel Europese aandelenbeurzen stonden in de ochtendhandel overtuigend op winst. De index in Milaan leverde slechts 0,9 procent in. Wel stonden sommige bankaandelen onder druk. Het Italiaanse UniCredit zakte bijna 5 procent.

De waarde van de euro daalde aanvankelijk fors. Kort na de openingsbel op de beurzen in Tokio, om 2.00 uur Nederlandse tijd, bereikte de munt een dieptepunt van 1,0506 dollar, het laagste peil sinds 16 maart 2015. Enkele uren later trad een stevig herstel op, tot een koers van 1,0655 dollar, tegen 1,0670 bij het slot in Europa vrijdag.

Analisten wijzen op de mogelijkheid dat politieke onrust, in Italië en ook in Frankrijk, door de naderende presidentsverkiezingen daar, de euro de komende tijd onder druk kan zetten. Omdat bovendien de dollar aantrekt door het vooruitzicht van een hogere rente in de VS –waarschijnlijk besluit de Federal Reserve (Fed) daar volgende week toe– is het volgens valutadeskundigen goed mogelijk dat beide munten binnenkort evenveel waard zijn.

Renzi had al van tevoren aangekondigd dat hij bij een nee tegen zijn plannen zou opstappen. De gevolgen van zijn vertrek zijn vooralsnog niet duidelijk. Boven de markt hangt de mogelijkheid van vervroegde verkiezingen met de kans op een overwinning van politici die tegen de euro zijn.

In economisch opzicht staat Italië, qua omvang de derde economie van de eurozone, er niet best voor. De overheidsschuld bedraagt zo’n 130 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de werkloosheid ligt boven de 
12 procent en de groei blijft –met dit jaar naar verwachting 0,8 procent– achter bij het gemiddelde van de eurozone.

Verder is de positie van banken een punt van grote zorg. Zij kampen met een enorme hoeveelheid uitstaande kredieten die waarschijnlijk niet meer worden terugbetaald. Het noodlijdende Monte dei Paschi di Siena, de nummer drie van de sector, heeft op korte termijn 5 miljard euro aan nieuw kapitaal nodig om te kunnen overleven. Of het lukt om dat geld bij beleggers op te halen nu er zo veel onzekerheid heerst, is zeer de vraag.

Eventueel moet de Italiaanse overheid bijspringen. Nieuwe Euro­pese spelregels voor een dergelijke situatie, erop gericht om te voorkomen dat er belastinggeld naar de banken vloeit, eisen echter dat eerst de obligatiehouders een deel van de verliezen voor hun rekening nemen. Onder hen bevinden zich veel gewone burgers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer