Koninklijk Huis

Willem III en Lodewijk XIV, twee edelherten

Stadhouder Willem III (1650-1702), later koning van Groot-Brittannië, begon die strijd als David tegen Goliath. Maar de Franse Lodewijk XIV (1638-1715) leerde hem respecteren. Tandenknarsend.

Hilbrand Rozema (ND)
5 December 2016 09:39Gewijzigd op 16 November 2020 09:10
Willem III. beeld Wikimedia
Willem III. beeld Wikimedia

De machtsstrijd tussen twee zo verschillende mannen in een eeuw die stijf stond van eer, trots en etiquette, hoe beschrijf je die? Gelauwerd historicus Luc Panhuysen heeft een naam te verliezen. Zeker als het gaat om het wakkerkussen van een periode in de vaderlandse geschiedenis die zich afspeelt in tijden die grondig verschillen van de onze. Als hij de pen pakt, weet je waar het over ging. Zo ook nu.

Hij zoomt in op raakvlakken tussen deze twee fascinerende mannen, die tegenover elkaar staan als twee edelherten tijdens de bronst, muurvast, de geweien in elkaar verstrikt. Hoe ze om elkaar heen cirkelen, op elkaar loeren. Wat hun diepste drijfveren zijn. Wat de invloed van vertrouwelingen is, en hun vrouwen.

Je komt als lezer heel dichtbij, tot in de slaapkamers en intieme betrekkingen. Je rijdt uit in galop, de bossen rond Willems geliefde jachtslot Het Loo in, om de bijna ondraaglijke druk op zijn schouders te zien verlichten tijdens roekeloze roodwildjachten.

Je leest mee in de brieven van Lodewijks maîtresses. Je hebt het gevoel dat je erbij bent, met Lodewijk XIV door de tuinen van Versailles loopt, terwijl Willem III uitgroeit van irritant Nederlands minkukeltje tot hoofdpijndossier voor Frankrijk.

In het begin lijkt Lodewijk nog ongestoord het prinsdom Orange te kunnen inpikken. Gevoelig, want Orange is Willems erfgoed; dankzij dit gebied is hij prins. Willem zint op wraak.

Het Franse denken is gedrenkt in superioriteit. Waar hij kan, valt Lodewijk aan, verschroeit hij de aarde. Hij drijft zijn tegenstanders naar elkaar toe, de rooms-katholieke keizer Leopold in Wenen en de protestantse Britten en Nederlanders.

Diepe breuklijn

Hét grote scharnierpunt in Lodewijks leven is zijn keuze om verschrikkelijke terreur op de protestanten los te laten. Met maar één procent van de hele Franse bevolking vormen die hugenoten in zijn beleving toch een dreiging. Vervolging is dan ook op zijn plaats, vindt hij. Groot is Lodewijks teleurstelling als de paus het bloedvergieten en de dwangbekeringen radicaal afwijst. Intussen rukt de moordzucht van zijn elitesoldaten de schellen van de ogen van de mensen in de Europese hoofdsteden. Lodewijk creëert zo zelf de nieuwe, diepe breuklijn in Europa, die tussen rooms-katholieken en protestanten.

En zo breekt het uur van Willem III aan. Hij wordt de held van de protestanten. Via zijn anglicaanse vrouw Mary, dochter van de rooms-katholieke Jacobus II, weet hij de Britse troon te claimen. Een vreemd, uniek politiek dubbelleven begint, koning in Londen, stadhouder in de Nederlanden. Prachtig beschrijft Panhuysen hoe de enorm hoge eisen die dit aan beide echtelieden stelt, hen nader tot elkaar brengt en hun huwelijk versterkt, in een gedeelde missie. Mary ontwikkelt zich tot grote hoogte, is zeer geliefd in beide landen.

Bij hun entourage horen cruciale figuren, grote diplomaten en boezemvrienden, favoriet Hans Willem Bentinck voorop. Die wordt heel jaloers als de jonge Van Keppel zijn plek lijkt in te nemen. Panhuysen ontzenuwt geruchten over homoseksualiteit die een rol zou spelen als weinig meer dan Franse roddels.

Diplomaten smeden allianties met Duitse staten, de Habsburgse keizer, Zweden en Denemarken, alles om Lodewijks machtshonger in te tomen. Er is veel angst voor sneeuwbaleffecten en verstoring van het machtsevenwicht. Diplomatie is van levensbelang. Als keizer Leopold de Ottomanen verslaat, kan hij z’n Habsburgse legers naar het westelijk front sturen, naar Frankrijk. En daarom subsidieert Lodewijk Hongaarse opstandelingen en de Ottomanen.

Onderschat

Wonderlijk is Willems moderne opvatting van besturen. Hij is koning, maar haat ceremonieel en uiterlijk vertoon. Een echte Hollandse calvinist, die in dat opzicht lijkt op de stugge legerprins Maurits.

Willem geeft het Britse parlement ruimte en werkt geduldig aan draagvlak. Versailles vangt intussen zijn verdreven schoonvader op, de Engelse Jacobus II, die de Britse troon terug wil. Het Franse hof vindt het absurd en zielig, zo’n ‘koning’ die nota bene rekening moet houden met het volk, met het parlement.

Willem wordt door de Fransen onderschat, tot hun schade. Want hij realiseert grote moderniseringen, een egalitair belastingstelsel, de oprichting van de Bank of England. En het geld uit de groeiende Britse economie helpt hem grote legers te velde te brengen tegenover Lodewijk.

Panhuysen stelt dat Willem boven zichzelf uitsteeg dankzij de noodzaak Lodewijk in te tomen. Zonder Lodewijk kon Willem geen Europees staatsman worden. Na dit boek staat de sleutelrol van de Oranjes je voor ogen, en ben je opnieuw nieuwsgierig naar leven en lot van Lodewijks grootste slachtoffers: zijn eigen protestantse onderdanen.

”Oranje tegen de Zonnekoning”, Luc Panhuysen; uitg. Atlas-Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2016; ISBN 978 90 4502 329 8; 592 blz.; € 34,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer