Koran ander boek dan de Bijbel
Waar aangezet wordt tot haat en geweld, schieten we door de grens van vrijheid van meningsuiting heen, aldus mr. C. G. van der Staaij
, die zwaar tilt aan uitspraken in het in opspraak geraakte boek ”De weg van de moslim”. Je weet toch niet wat er allemaal in dit land te koop is. Dat bleek wel weer uit de opschudding rond omstreden passages uit ”De weg van de moslim”. Het boek is te koop bij de Amsterdamse El Tawheed-moskee, bekend van eerdere incidenten. Maar daar niet alleen. Ook bij andere moskeeën en boekwinkels en via internet is er eenvoudig aan te komen.
Standaardwerk
Om met de deur in huis te vallen: De commotie over dit boek is gerechtvaardigd. De passages over het van hoge gebouwen gooien van homo’s, de oproep om geloofsafval met de dood te bestraffen en het goedpraten van het slaan van vrouwen zijn ronduit afschuwelijk en verwerpelijk. Natuurlijk moeten we uitspraken altijd bezien in hun context. Maar dat maakt het in dit geval erger in plaats van beter. Kijk maar naar het voorwoord van dit boek, gedagtekend september 2000. Daarin wordt het gepresenteerd als een standaardwerk, een gids voor de moslim. De gelovigen worden opgeroepen -zonder voorbehoud- zich te conformeren aan de voorschriften en deze toe te passen.
Het is zorgwekkend dat zo’n boek gretig aftrek vindt in ons land. Juist ook omdat er gegronde zorgen zijn over de verbinding tussen islam en geweld, het ronselen voor de jihad en ga zo maar door. Dan is het zaak waakzaam te zijn tegenover uitingen die het islamitisch fundamentalisme voeden. Daarom moet daadkrachtig worden opgetreden tegenover uitingen die over de schreef gaan. Het is dan ook terecht dat de omstreden uitlatingen aan de strafrechter worden voorgelegd. Snelle duidelijkheid is gewenst. Glashelder moet zijn dat aanzetten tot haat of tot het plegen van geweld tegenover medemensen nooit door de beugel kan.
Zeker, de vrijheid van meningsuiting omvat het recht om op lange tenen te gaan staan - figuurlijk gesproken dan. Het recht om opvattingen te huldigen die mensen als bekrompen of pijnlijk kunnen ervaren, kritisch te zijn over ontwikkelingen in onze samenleving. Dat is niet op de rand, maar raakt juist het hart van de vrijheid van meningsuiting. Maar dat is wat betreft de uitlatingen in ”De weg van de moslim” de discussie niet. Het gaat erom dat die vrijheid haar grenzen heeft. Waar aangezet wordt tot haat en geweld, schieten we door de grens heen. Dan moeten, in het belang van een vreedzame samenleving, alle alarmbellen gaan rinkelen. Daarom vindt de SGP dat we zwaar moeten tillen aan de omstreden uitspraken in dat boek.
Bedenkelijke uitwas
De discussie over ”De weg van de moslim” heeft overigens een bedenkelijke uitwas gekregen. Hier en daar wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om de Bijbel, de weg van de Jood en van de christen, en passant ook maar in de beklaagdenbank te schuiven. Dat is niet alleen lariekoek, het is gevaarlijke lariekoek. In een plotselinge vlaag van bijbelstudiezin wordt de vinger gelegd bij wetten uit het Oude Testament. Wetten die duizenden jaren geleden aan Israël zijn gegeven, in een tijd waarin de heidense filosofen nog aan het dubben waren of vrouwen nu wel of niet als mensen konden worden aangemerkt.
Het staat buiten kijf dat deze burgerlijke wetten, anders dan de Tien Geboden, alleen voor het toenmalige Israël golden. Elke vergelijking met shariavoorschriften, die nu juist een universele geldigheid pretenderen, of met daarop gebaseerde oproepen gaat dus mank. Natuurlijk, met de gelijkheidsmal in handen zijn er altijd overeenkomsten te construeren. Maar er bestaat gewoonweg geen eigentijdse christelijke evenknie voor ”De weg van de moslim”. De vergelijking met de Bijbel leidt dus af van de problematiek die hier werkelijk aan de orde is: de gewelddadige implicaties van de islam. Nog erger: het kan zelfs toch een zekere vergoelijking leiden, als gesuggereerd wordt dat allerlei godsdiensten een rechtvaardiging zouden bieden voor het aanzetten tot geweld en daarmee over één kam kunnen worden geschoren. Dit soort geforceerd gelijkheidsdenken doet geen recht aan de werkelijkheid en vervuilt de discussie.
De auteur is Tweede-Kamerlid (SGP).