Binnenland

„Als docent moet je er echt voor gaan”

Hij heeft er inmiddels bijna 40 jaar opzitten op het Van Lodenstein College (VLC) in Amersfoort, Bert van Vreeswijk. De docent scheikunde heeft altijd met plezier les gegeven. „Werken in het onderwijs is prachtig. Maar je moet er wel helemaal voor gaan.”

Wim van Hengel
30 November 2016 19:03Gewijzigd op 16 November 2020 09:03
Bert van Vreeswijk geeft nog drie uur per week scheikunde op het Van Lodenstein College in Amersfoort. Hij heeft er inmiddels bijna 40 jaar opzitten.  beeld RD, Anton Dommerholt
Bert van Vreeswijk geeft nog drie uur per week scheikunde op het Van Lodenstein College in Amersfoort. Hij heeft er inmiddels bijna 40 jaar opzitten.  beeld RD, Anton Dommerholt

Met zijn 63 jaar behoort Van Vreeswijk tot de „grijze golf” die momenteel het onderwijs gaat verlaten. Docenten als hij nemen een schat aan kennis en ervaring mee die de sector node kan missen. Het is één van de problemen waarvoor het onderwijs zich gesteld ziet: hoe vul je de ontstane vacatures op?

Dat valt niet mee. Jonge leraren hebben het niet gemakkelijk in het onderwijs. In het voortgezet onderwijs haakt 22 procent al snel af omdat ze het docentschap te zwaar vinden, blijkt uit recent onderzoek. In het basisonderwijs is dit 12 procent. Begin deze week bleek uit cijfers op de website MeesterBaan dat het aantal openstaande banen in het onderwijs schrikbarend toeneemt. Voor het eerst staat het vak Nederlands in 2016 bovenaan in de top 10 met 1128 vacatures, tegen 829 in 2015. Vorig jaar stond wiskunde aan top met 868 vacatures. Dit jaar staan er 978 wiskundebanen open. De andere twee exacte vakken scoren vanouds ook hoog. Natuurkunde kent dit jaar 542 en scheikunde 298 vacatures.

Van Vreeswijk herkent de situatie. „Op onze locatie in Hoevelaken geven we in het vierde jaar helemaal geen scheikunde. In Barneveld staat in groep 3 slechts de helft van het aantal voorgeschreven lesuren op het programma. Je moet wel door gebrek aan personeel. In Amersfoort hebben we lang gezocht naar nieuwe docenten. Vanaf dit jaar hebben we iemand in opleiding en een andere collega hebben we ingehuurd via een uitzendbureau.”

Gaf Van Vreeswijk vorig jaar nog negentien uur scheikunde, dit jaar is dit verminderd tot drie uur per week les aan een groep VWO-6 leerlingen. Daarnaast heeft hij als heemraad een full-time bestuursfunctie bij het waterschap Vallei en Veluwe in Apeldoorn.

„Ook in het bedrijfsleven is de situatie krap. Er wordt getrokken aan de studenten.” In het onderwijs is economische stimulering nodig, denkt Van Vreeswijk. „Dat gebeurt nu al, bijvoorbeeld door docenten studiegeld terug te betalen. Die kant moeten we uit. Anders zitten we straks zonder leraren. Voor het reformatorisch onderwijs is er in de huidige situatie ook het risico dat je mensen gaat aannemen die niet behoren tot de kerkelijke denominaties in de doelgroep. Daar moet je voor oppassen.”

Jonge leraren hebben het in het begin niet gemakkelijk, weet Van Vreeswijk uit ervaring. „Ook voor mij was dat een moeizame tijd waar ik me doorheen moest bijten. Na twee jaar zit je er een beetje in en na tien jaar ben je een all-rounder. Je moet je vak beheersen, van haver tot gort. Je kunt niet volstaan met een hoofdstukje verder lezen dan je leerlingen. ’s Avonds ben je vaak nog bezig met lesvoorbereiding. Investeren in kennis en voorbereiden van de practica kosten in ons vak veel tijd. Zeker met groepen van dertig leerlingen. Naar persoonlijke praktische vaardigheden kun je dan niet meer zo kijken. Ik koppel graag twee leerlingen aan elkaar, iemand die theoretisch goed is en iemand die praktisch handig is. Zo leren ze samenwerken.”

Vroeger hadden jonge leraren het ook niet gemakkelijk, weet Van Vreeswijk. „Tegenwoordig heb je meer leerlingen die extra aandacht vragen vanwege autistische spectrumstoornissen. Dat etiketje vind ik niet zo belangrijk, als je maar door hebt wie je zacht en wie je stevig moet benaderen. De één kan tegen een grapje, de ander niet. Het is belangrijk dat je leert daar goed mee om te gaan.”

Tussen 1998 en 2006 was Van Vreeswijk full-time wethouder in Scherpenzeel en inmiddels heeft hij ook diverse jaren bestuurlijke ervaring als heemraad. „In die sectoren heb je ook zware dagen. Maar in het onderwijs is de werkbelasting vele malen zwaarder. Je moet continu alert zijn en je fit voelen om er helemaal voor te kunnen gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer