Heel Vriezenveen ging na de oorlog op de schop
Verwoeste wijken werden na de Tweede Wereldoorlog in recordtempo weer opgebouwd. Overheden tekenden op 24 november een intentieverklaring om dertig van deze wederopbouwgebieden te redden van de sloop. Een korte serie met voorbeelden. Vandaag deel 3.
Na de Tweede Wereldoorlog was het herstel van de voedselproductie van levensbelang. De arme boeren van het Overijsselse Vriezenveen besloten hun leven om te gooien en hun ineffectieve landbouw rigoureus te veranderen. Hun sleutelwoord: ruilverkaveling.
Bommen vielen er nauwelijks, toch zag het Vriezenveen er na de Tweede Wereldoorlog heel anders uit dan voorheen. Het vooroorlogse Vriezenveen was een lintdorp; alle huizen, voornamelijk boerenbedrijven, lagen aan weerszijden van een lange hoofdweg die zich 6 kilometer uitstrekte.
Achter de boerderijen hadden de boeren hun land, waarop ze koeien hielden of vlas, gerst en rogge verbouwden. Gerhard Boes, voormalig voorzitter van de Vereniging Oud-Vriezenveen, weet alles over de geschiedenis van het lintdorp. „Na de dood van de boer, erfden zijn kinderen het land en verdeelden het onderling.”
Niet economisch
Naarmate de bevolking toenam, werden de landerijen smaller en langwerpiger. Daardoor ontstond er een bijzonder landschap. Het zogenaamde slagenlandschap bestond uit lange, smalle en diepe kavels tussen kleine sloten. De percelen van de boeren waren soms slechts een paar meter breed, maar wel 5 kilometer lang. „Erg oneconomisch”, meent Boes, „want boeren hadden maar een beetje grond en maar weinig inkomsten. Andere gezinsleden moesten om het gezin te helpen rondkomen werken in bijvoorbeeld de lokale textielindustrie.”
Tijdens een wandeling door het natuurgebiedje Fayersheide laat Boes zien hoe het boerenland van Vriezenveen er vroeger ongeveer uitzag. Dit stukje heide is vanwege de bijzondere flora en fauna in de oude staat gehouden. Op een door twee sloten geflankeerde strook gras houdt hij halt. Boes wijst naar een grasallee in de verte. „De boeren waren met hun paard-en-wagen meestal een halve dag kwijt om naar en van hun grond te rijden.” Tijd voor verandering dus.
Hevig discussiëren
In 1954, tijdens de wederopbouw, besloten de Vriezenveense boeren na lang en hevig discussiëren dat het slagenlandschap moest veranderen door ruilverkaveling. Als eersten van Nederland leverden alle boeren een jaar later al hun land in bij de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij.
Die zorgde, samen met de boeren, voor een eerlijke en vooral praktische herverdeling van de landbouwgrond. Boes: „De lange stroken grond werden samengevoegd tot grote en gemakkelijk te bereiken blokken buiten het dorp. Daar kwamen ook nieuwe woonboerderijen te staan, zodat de boeren pal naast hun bedrijf kwamen te wonen.”
Draglines en bulldozers met diepploegen bromden door het landschap rondom Vriezenveen en ploegden het oude weide- en akkerland om. Al dat werk betaalde zich ruimschoots terug. Doordat de boeren nu veel effectiever konden produceren, stegen hun inkomsten, die ze weer konden investeren in de toekomst van hun boerenbedrijf en daarmee de agricultuur rond Vriezenveen.
Andere ambachten
In het rest van het dorp kwam ruimte vrij voor andere ambachten. „Na de wederopbouw kwam er veel metaalindustrie naar het dorp. Momenteel staat een van de grootste bakkerijen van Nederland in Vriezenveen”, vertelt Boes trots.
De aanzicht van het dorp veranderde voorgoed, nu de boerderijen aan de hoofdweg woonhuizen werden en er rond de lintbebouwing nieuwe dorpswijken kwamen. Vriezenveen als enkel een boerendorp bestond niet meer.
serie Wederopbouw