„Mullah Omar en Bin Laden nog in leven”
Osama bin Laden, Taliban-leider mullah Mohammad Omar en hun eerste plaatsvervangers zijn nog in leven.
Dit wordt althans gemeld door het Centrum voor Studie en Historisch Onderzoek, een in Caïro gevestigde organisatie die eerder betrouwbare inlichtingen verstrekte over het al-Qaida-netwerk. Het centrum baseert zich op een condoleanceboodschap die enkele dagen geleden op internet stond. Uittreksels van de boodschap werden dinsdag gepubliceerd door de in Londen gevestigde Arabische krant al-Hayat.
Het centrum meldde dat Bin Laden en Omar hun condoleances hadden overgebracht aan de familie van wijlen Hamza Badni, een Afghaanse geestelijke die begin deze maand na een ziekte stierf. In de boodschap wordt ook medeleven betuigd met de Pakistanen en Afghanen, die „in deze tijd zulke zeldzame mannen hebben verloren”, een kennelijke verwijzing naar omgekomen Taliban- en al-Qaida-strijders. De boodschap is behalve door Bin Laden en Omar ondertekend door de tweede man van de Taliban, Mohammed Hasan, en Bin Ladens plaatsvervanger, sjeik Ayman al-Zawahri.
Hani el-Sibaie, een oud-leider van de Egyptische Islamitische Jihad die nu in Londen woont, zei dat de verklaringen van het centrum tot dusver altijd „correct en zeer accuraat” zijn gebleken. Hij wees erop dat het centrum nauwe banden onderhoudt met de Taliban en al-Qaida.
De families van zeven slachtoffers van de aanslagen van 11 september op het World Trade Center in New York eisen schadevergoeding en smartengeld van Osama bin Laden, Irak, Iran en verscheidene banken en organisaties. Een groep advocaten heeft de eisen namens de nabestaanden aanhangig gemaakt bij een Amerikaanse rechtbank.
De groep wil meer dan 100 miljard dollar van in totaal 141 individuen, financiële instellingen, bedrijven en organisaties die het terrorisme zouden steunen. Volgens advocaat Thomas Mellon wordt als eerste concrete stap gestreefd naar het bevriezen van de banktegoeden van de 141 aangeklaagde partijen.
De families van een Australiër en twee Britten die gevangenzitten op een militaire basis in Cuba zijn ook naar de rechter gestapt. Ze eisen dat de Amerikaanse regering de mannen direct vrijlaat. Ze vinden dat Washington geen reden heeft de drie vast te houden. Het steekt de families dat de gedetineerden niet (volledig) worden behandeld volgens de conventies van Genève.
De VS houden ongeveer 300 mensen gevangen in Cuba. Het gaat om vermeende Taliban- en al-Qaida-strijders uit Afghanistan. Washington beschouwt de groep niet als krijgsgevangenen. De conventies van Genève zijn volgens de omstreden uitleg van VS slechts deels van kracht voor alleen verdachte Taliban-strijders.