„Bij boeren kom ik zo min mogelijk in de stal”
Naam: Johan van Deelen (47)
Woonplaats: Kootwijkerbroek
Werk: rijdt voor G. van Beek & Zn. Kalverstalinrichting in Barneveld
Vanaf mijn 21e ben ik chauffeur. Rijden zit in mijn bloed. Ik zit liever op de weg dan achter een computer. Ik begon in de foeragehandel, dan bracht ik bijvoorbeeld potgrond naar tuinders in Frankrijk. Daarna reed ik acht jaar asfalt en vervuilde grond. Sinds bijna twaalf jaar vervoer ik stalinrichtingen voor de vleeskalverensector. Voornamelijk in Nederland, maar soms ook in België, Duitsland en heel af en toe Frankrijk. Ik transporteer bijvoorbeeld betonnen roostervloeren of roestvrijstalen hekken.
Ik ben van boerenafkomst. Mijn vader is boer in Kootwijkerbroek. Ik werk graag onder boeren. De lijntjes zijn kort. Boeren werken hard voor hun bestaan, dat spreekt me aan. Zeven dagen per week zijn ze in de weer.
Tijd voor koffie is er minder dan vijftien jaar geleden. Soms word ik doorverwezen naar een kantinetje op de boerderij. „Als je koffie wilt, pak het dan daar maar.” Brabanders zijn gemoedelijk, het is fijn volk om mee te werken.
Ik weet maar al te goed dat veeziektes op de loer liggen. Bij de mond-en-klauwzeercrisis (MKZ) in 2001 is Kootwijkerbroek hard getroffen. Het bedrijf van mijn vader viel net buiten de cirkel waarbinnen koeien moesten worden geruimd. Als ik bij een boer kom, probeer ik zo min mogelijk de stal in te gaan. Daar loop ik immers kans om, bijvoorbeeld via mest, dierziektes mee te nemen naar andere bedrijven. Zo nodig ontsmet ik mijn laarzen of spoel ik mijn vrachtwagen af.
Sinds een jaar of tien rijd ik in een Volvo FH12, een 50-tonner. Ik ben aan de vrachtwagen gehecht, hij laat me weinig in de steek. Vergelijk het met een telefoon. Als die bevalt, heb je die graag bij je. Zo is het ook met mijn Volvo. Ik heb twee opleggers. Eén oplegger met kooi-aap, een meeneemheftruck. En een oplegger met een kraan. De kraanoplegger gebruik ik het meest. Met zo’n kraan moet ik soms betonnen elementen op hun plaats leggen.
Ik ben getrouwd en vader van vier kinderen. In Kootwijkerbroek groeide ik op binnen de Gereformeerde Gemeenten. Nu ben ik aangesloten bij de christengemeente Life in Voorthuizen. Als christen probeer ik vriendelijk en eerlijk te zijn. Af en toe raak ik met boeren in gesprek over het geloof. Ik heb iemand bijvoorbeeld uitgelegd waarom ik voorstander ben van de volwassendoop.”
Dit is het zesde deel in een serie over vrachtwagenchauffeurs uit christelijke kring.