Gereformeerde Bond belegt studiedag ”Leven uit de Psalmen”
„De psalmen vragen je of je gemoedelijk met ze om wilt gaan. Je moet ze niet te veel gebruiken als uitdrukking van je eigen gevoel.”
Dat stelde dr. P. F. Bouter, predikant van de hervormde gemeente te Bergambacht, woensdag tijdens de studiedag ”Leven uit de Psalmen”. De bijeenkomst die de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) te Woudenberg belegde, trok 110 belangstellenden.
„De psalmen zijn er niet altijd voor bedoeld om uit te drukken wat je voelt, maar geven juist ook iets wat je niet hebt”, aldus dr. Bouter. „Het kan goed zijn om een lofzang te zingen terwijl je niet blij bent, omdat de psalm ons hart later wel tot die hoogte brengen kan. De Psalmen willen een gezond geestelijk leven scheppen door je mee te nemen naar wat God je geven wil. Laat zo’n psalm maar over je heen komen, maak je eigen gevoelsleven niet te gewichtig.”
Dagvoorzitter ds. H. Liefting uit Delft begon met het lezen van Psalm 147 waarna zijn zoon, musicus Geerten Liefting, een muzikaal moment verzorgde. Hij leerde de aanwezigen vierstemmig ”Bless the Lord my soul” aan, een lied uit de traditie van Taizé. „Niet om hiermee te zeggen dat we het Geneefs Psalter overboord moeten gooien, maar meer informatief, om te laten zien wat er nog meer is”, aldus de musicus.
In een videofragment kwamen vervolgens een oude vrouw en een jongere aan het woord over wat de psalmen voor hen betekenen. De oudere vrouw vertelt hoe zij op haar achtentachtigste door psalm 88 leerde dat God ook haar God is. „Doodbrakende was ik van mijn jeugd af, dat wist ik. Maar toch mag ik zeggen: mijn God. Ik had eerder nog nooit op die belofte gepleit.”
„De psalmen sluiten aan op verschillen fasen in je leven”, aldus de jongere. „En ik vind het bijzonder dat de Heere Jezus ze Zelf gezongen heeft.” Hij besloot: „Ik hoop dat de psalmen blijvend gezongen en gekoesterd worden.”
Kille dogmaticus
De eerste spreker tijdens de bijeenkomst was musicoloog en hymnoloog dr. J. Smelik, die een lezing hield over ”De rijkdom van de Psalmen”. Nederland is een van de weinige landen waar het hele Geneefse Psalter in het kerkboek staat, begon hij. „Het Psalter verscheen in 1562 en werd berijmd door kerkhervormer Johannes Calvijn, door hofdichter Clément Marot en na diens dood door Théodore de Bèze. Het neemt tot nu toe een centrale plaats in in het gereformeerde leven.”
Staat Calvijn weleens bekend als een „gevoelloze, kille dogmaticus”, als het gaat om de psalmen is hij dat zeker niet, aldus de musicoloog. Smelik verwees daarbij naar een voorrede van de hervormer die vanaf 1542-1543 in de kerkboeken stond. „Daarin stelt hij dat er geen betere en bekwamere liederen te vinden zijn dan de Psalmen Davids, die de Heilige Geest gedicteerd en gemaakt heeft.” En later, in 1551, schrijft Calvijn dat de psalmen „een anatomie van alle gevoelens van de ziel” bevatten.
Calvijn zag het boek der Psalmen als één geheel, een gedachte die tegenwoordig onder de Bijbelwetenschappers ook steeds gangbaarder wordt. „Calvijn hechtte er daarom aan dat alle psalmen berijmd en gezongen werden. In Genève zongen ze de psalmen als één geheel. Dat is te zien aan het ontbreken van versnummers in de kerkboeken. En de predikant speelde geen rol bij de liedkeuze, want ze werden volgens een vast rooster gezongen.”
In de Nederlanden werd de gewoonte om de psalmen in hun geheel te zingen overgenomen. Dat is te zien aan de berijming van Petrus Datheen, waarin ook versnummers ontbreken. Dr. Smelik: „Een psalmrooster ontbrak echter in Datheens berijming. Wel werden de liederen in veel kerken in een vaste volgorde gezongen, al koos men in sommige kerken ook toen al voor psalmen die bij de preek pasten.”
Calvijn heeft, aldus dr. Smelik, „de betekenis van de psalmen voor het geloofsleven duidelijk onder woorden gebracht. Ik wil zijn opvatting niet boven alle kritiek verheffen, maar de manier waarop hij nadacht over het functioneren van de Psalmen in de eredienst, verdient navolging.”