Volgens de rechtbank had V. makkelijk openheid van zaken kunnen verschaffen, maar heeft hij ervoor gekozen inningen van belastinggelden te frustreren. Hij heeft de gemeenschap voor een bijzonder groot bedrag benadeeld, namelijk 120 miljoen euro, oordeelde de rechtbank.

V.’s advocaat R. Zilver zei na de uitspraak dat hij hoger beroep zal aantekenen. Daarmee is het oordeel van de rechtbank in deze zaak niet definitief en blijft zijn cliënt voorlopig op vrije voeten.

In de jaren negentig was V. het middelpunt van de zogeheten Octopuszaak. Justitie in Amsterdam vervolgde hem en een aantal anderen wegens grootschalige drugshandel. V. en de zijnen smokkelden enorme partijen hasj van Pakistan naar Canada en West-Europa. Een novum in het proces was het gebruik van twee criminele kroongetuigen, handlangers van V. Door hun criminele kompanen te verraden, kwamen zij er zelf genadig van af.

De rechtbank verwierp een reeks verweren van raadsman Zilver. Die had onder meer betoogd dat V. tweemaal is aangepakt in de fiscale zaak. Na het uitzitten van de 5,5 jaar gevangenisstraf die hij kreeg opgelegd aan het eind van het Octopusproces, hield de fiscus zijn cliënt een jaar lang in gijzeling. Volgens de rechtbank was die maatregel juist bedoeld om V. te bewegen zijn boekhouding voor de fiscus op tafel te leggen. Zijn weigering daartoe leidde vervolgens tot de huidige strafzaak.

Ook had Zilver betoogd dat justitie zijn cliënt geen kans heeft geboden zich te verweren in een strafrechtelijke ontnemingsprocedure, een zogenoemde pluk-ze-zaak. Criminelen van het formaat van de Hakkelaar worden in de regel door het openbaar ministerie in een aparte procedure financieel uitgekleed. Bij de Hakkelaar staakte het OM deze procedure voortijdig. Volgens de rechtbank is justitie vrij in haar keuze voor een strafrechtelijke dan wel een fiscale plukprocedure.