Boer zonder opvolger: Ik wil niet straks tegen ruïne aankijken
Op naar schatting zo’n 15.000 boerderijen met een eigenaar op leeftijd staat geen bedrijfsopvolger klaar, meldde het CBS maandag. Wat doet dat met de boer?
Wat doet een eigentijdse boer met een koe die op het punt staat te kalven? „Die zet je apart in de afkalfstal”, zegt Henk Koers (52) uit Kamperveen. De melkveehouder wijst naar de drachtige Thea 6; geoormerkt als koe 6093. Het dier ligt rechtsvooraan, in een aparte ruimte in Koers’ vorig jaar nieuwgebouwde stal. „Dit hoekje noemen we ook wel de kraamkamer”, grapt hij.
Koers runt de melkveehouderij samen met zijn vrouw en heeft een veestapel van negentig koeien. Meer wilde hij niet, want het moest wel behapbaar blijven voor een man-vrouwmaatschap. „Van het melken van negentig koeien kan ik mijn gezin goed onderhouden. Het is prima zo.”
Enthousiast weidt de inwoner van Kamperveen uit over het boerenbedrijf. Ja, in deze stal staan inderdaad geen 90 koeien, maar 85; dat ziet de verslaggever goed. De verklaring: behalve drachtige koeien zijn er ook droge. Het betreft de koeien die twee maanden voor het afkalven niet meer worden gemolken, maar worden drooggezet om alvast krachten op te doen. „Daarvan heb ik er nu vijf en die staan daarginds”, wijst Koers naar een bijgebouw.
Koers is vader van twee zoons en vier dochters en huldigt het motto dat ze het vak moeten kiezen dat hun hart heeft. Dat betekent wel dat hij geen opvolger heeft. „Als het moet, nemen mijn kinderen graag een dagje vrij om mij te kunnen helpen. Maar boer worden, zit er niet in.”
Uitzonderlijk is dat niet, zo meldde het CBS gisteren. Ook in de regio Kamperveen is het aantal boerderijen de laatste twintig jaar al aardig uitgedund, weet Koers. Het komt volgens hem mede doordat veel oudere boeren de laatste tien, twintig jaar van hun werkzame leven geen investeringen meer deden, juist omdat ze toch geen opvolger hadden. „Vaak verkopen zij hun melkquotum aan jonge boeren die juist een groeispurt willen inzetten en een steeds grotere maatschap willen, omdat ze anders geen toekomst zien.”
Wat doet het met een boer als hij geen opvolger heeft? „Als je nuchter blijft, komt alles goed”, lacht Koers. „Af en toe mis ik het dat ik geen jongere partner heb; daar ben ik eerlijk in. Van de regering moeten boeren hun veestapel inkrimpen vanwege de vereiste fosfaatreductie. Dat geeft onzekerheid. Moeten alle boeren koeien weg doen? Ook degenen die, net zoals ik, de afgelopen jaren niet zijn gegroeid? Als ik daar eens wat over kon sparren met een jonge, frisse kerel zou dat prettig zijn. Maar wie weet, komt mijn jongste dochter ooit nog thuis met een man die de zaak wil overnemen. Ik houd de deur los.”
Koers wandelt vanuit de keuken weer het erf op en wijst naar de stal. „In elk geval”, zegt hij, „hebben mijn vrouw en ik besloten dit bedrijf tot mijn 65e up-to-date te houden. Voor dit vak is het cruciaal dat je de vakliteratuur goed bijbehoudt, blijft investeren in dierenwelzijn en steeds moderniseert. Daarom blijven we de schuren, de stallen, de mestopslag en de kuilplaten stap voor stap vervangen of vernieuwen. Ik wil over dertien jaar niet tegen een ruïne aankijken, dan heb ik er geen aardigheid meer in.”