Binnenland

Twijfels rond herstel Reeuwijkse Plassen

Ongeveer 25 miljoen euro is er besteed aan het opknappen van de Reeuwijkse Plassen. De oevers van de voormalige turfwingebied zijn verstevigd, de aanvoer van fosfaatrijk water uit de omliggende polders is gestopt en illegale bouw en bewoning worden aangepakt. Toch is niet iedereen ervan overtuigd dat de natuur in het gebied daarmee weer gaat floreren.

Theo Haerkens
21 November 2016 17:37Gewijzigd op 16 November 2020 08:45
Het gebied van de Reeuwijkse Plassen lokt veel fietsers. beeld Theo Haerkens
Het gebied van de Reeuwijkse Plassen lokt veel fietsers. beeld Theo Haerkens

De Reeuwijkse Plassen, even ten zuiden van de A12 bij Gouda, vormen een toevluchtsoord voor duizenden ganzen, eenden en andere vogels. In de zomer kan er zomaar een ringslang het fietspad oversteken. Riante villa’s en vakantiehuisjes wisselen elkaar af. Het gebied is populair onder recreanten die een dagje willen wandelen, zwemmen of zeilen.

De plassen zijn ontstaan door turfwinning in de zeventiende en de achttiende eeuw. In de loop van vele jaren is de kwaliteit van het water achteruitgegaan. Het werd troebel, de waterplanten verdwenen, de visstand ging achteruit en blauwalg zorgde ervoor dat er ’s zomers nauwelijks meer kon worden gezwommen.

Achterstallig onderhoud

Met financiële steun van provincie, rijk en EU heeft hoogheemraadschap Rijnland in de afgelopen vijf jaar achterstallig onderhoud weggewerkt, de oevers natuurvriendelijker gemaakt en de instroom van fosfaatrijk water uit de omliggende polders gestopt om de waterkwaliteit te verbeteren. „Met schoner water en geleidelijk aflopende oevers ontstaan er plas- en drasoevers met paaiplaatsen voor de vissen”, aldus beheerder Piet Schering van het schap. Grote bomen aan de oevers en op de eilandjes zijn gekapt omdat eronder niets meer groeide. Om de oevers te beschermen zijn houten palen zij aan zij in de bodem geslagen. De koppen van de palen rotten op den duur weg, maar het schap verwacht dat de vegetatie zich dan zover heeft hersteld dat de wortels de grond vasthouden.

Rietkragen

Zo’n 80 procent van de plassen is in particuliere handen. Er zijn afspraken gemaakt over herstel en aansluitend onderhoud van de oevers door het schap. Schering: „Er zijn vooral afspraken gemaakt met families met veel land.” De rietkragen worden in fasen gemaaid, zodat er variatie ontstaat met jong en ouder riet. Afbranden mag niet, daar zouden de ringslangen de dupe van worden.

In de plas Klein Vogelenzang is slib verwijderd en zijn de karpers en brasems bij wijze van experiment gevangen omdat die de bodem omwoelen en het water troebel maken. In de plas de Sloene wordt ijzerchloride aan het water toegevoegd om de algengroei af te remmen. Omwonenden kunnen met hun bootjes via speciaal aangelegde sluisjes met zelfbediening de grotere plassen op.

De maatregelen, die 25 miljoen euro kostten, hebben effect. „De snoek doet het al beter”, aldus Schering. „Beroepsvissers houden ons op de hoogte van de ontwikkeling van de visstand. Wij monitoren op helderheid, fosfaat, zuurgraad en de afzetting van slib. De eerste resultaten zijn positief. Het drijvend fonteinkruid en de krabbenscheer, een waardplant voor libellen, komen spontaan terug.”

Chris Buitelaar, voorzitter van de Reeuwijkse Vereniging van Watereigenaren en Rechthebbende Gebruikers (VWR), is ook voorzichtig positief. „Wij zien dat het water minder groen is, maar het is een proef en het kan jaren duren voor die is afgerond.”

Toch is niet iedereen overtuigd van het nut van de maatregelen. De natuur lijkt een flinke stimulans te krijgen, maar het Natuurnetwerk Reeuwijkse Plassen plaatst kanttekeningen. Het wijst op de versnippering van het gebied, de toegenomen bebouwing en de onrust die het natuurleven verstoort. „De belangen zijn erg verdeeld. Er zijn drie verenigingen van eigenaren en daarnaast watersporters, jagers, natuurclubs”, schetst Ron Gast, die namens de stichting Het Groene Hart en andere natuurorganisaties zitting heeft in het netwerk dat met de gemeente overlegt. „De problemen waren de oude gemeente Reeuwijk boven het hoofd gegroeid en ook de fusiegemeente Bodegraven-Reeuwijk is te klein om ze het hoofd te bieden. Kijk eens naar al die heggen. Hoe moet de gemeente controleren wat daarachter gebeurt?”

Hoewel er op punten kritiek is, vindt de achterban van Buitelaar –de eigenaren en gebruikers van het gebied– het „prima en geweldig” wat er is gedaan. Maar daarmee komt niet alles vanzelf goed. „De plassen zijn weliswaar maar vijf dagen per jaar echt druk, maar het aantal sloepjes uit de nieuwe wijken neemt toe en de gemotoriseerde watersport verdringt de zeilboot.”

Schuttingen en carports

Ron Gast van stichting Het Groene Hart karakteriseert de bewoners als „gegoede burgers van goede wil. Maar een afgetimmerde carport verandert snel in een schuurtje, een heg maakt plaats voor een schutting.”

Jaarlijks worden er ruim 500 aanvragen ingediend voor de aanleg van steigers en de bouw van schuttingen, carports, huizen, schuurtjes en garages. „De gemeente kan die onmogelijk controleren binnen de termijnen die daarvoor staan. Er wordt gesmokkeld, en zo ontstaan er situaties die je niet wilt.”

Wethouder Van den Heuvel van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk erkent dat er veel gebouwd is en dat het zo niet verder kan. Maar hij is vol vertrouwen dat een nieuw bestemmingsplan uit 2015 helpt de wildgroei te stoppen.

Gast: „De belangen voor makelaars zijn groot. Er staan aardig wat huizen te koop voor meer dan 1 miljoen euro. Een vervallen vissershuisje op een lapje grond wordt in de markt gezet onder het motto: ”Geniet van de privacy op uw eigen eiland”.”

Wie een kavel koopt, mag er doorgaans bouwen. „Daarbij laat de gemeente steken vallen. De enorme villa’s –de ene rustiek met rieten kap, de andere hypermodern– zijn het resultaat van een gebrekkig functionerende welstandscommissie”, vindt Gast. „Je moet de regels wel toepassen.”

Paradijsjes

Van den Heuvel meent met het nieuwe bestemmingsplan spijkers met koppen te kunnen slaan. Hij richt zich als eerste op illegaal bewoonde zomerhuisjes en onbebouwde percelen. Toch maakt ook hij zich geen illusies: „Je mag je huis aan de achterkant eenmalig vergunningsvrij uitbreiden. Dat staat in de wet, daar kan ik niets aan doen.” Dat heggen en schuttingen de handhaving belemmeren, zoals Gast zegt, bestrijdt de wethouder. „Mensen creëren hun eigen paradijsjes, maar wij controleren wel.”


Ooit een wingebied voor zand en turf

Het Reeuwijkse Plassengebied omvat dertien plassen waarvan er twaalf met elkaar in verbinding staan. De noordelijkste plas, Broekvelden-Vettenbroek –beter bekend als de Surfplas– is een voormalige polder waar zand gewonnen is ten behoeve van de aanleg van de A12 en nieuwbouwwijken in Gouda. Deze plas is veruit het diepst.

De andere plassen zijn ontstaan door het winnen van turf in de zeventiende en de achttiende eeuw. Deze plassen zijn vaak niet dieper dan een meter of twee.

De twee kleinste plassen, Klein Vogelenzang en Sloene, zijn recent afgesloten van de rest. Omwonenden kunnen via sluisjes de andere plassen wel bereiken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer