Kerk Indonesië roept op tot kalmte
Vorige week werd de christelijke gouverneur van Jakarta door de Indonesische politie officieel als verdachte aangemerkt vanwege godslastering. Christenen in de stad reageren vrij nuchter.
Gouverneur Basuki Tjahja Purnama (‘Ahok’ in de volksmond) is christen, van Chinese komaf, en zou de Koran hebben beledigd. Hij citeerde in een speech een Korantekst die zijn tegenstanders gebruiken om moslims ervan te overtuigen dat ze niet op niet-moslims mogen stemmen.
Beelden van de speech, die op de site van Ahok waren geplaatst, werden verknipt en opnieuw gemonteerd, zodat het leek alsof de gouverneur zei dat de Koran loog en mensen dom hield. Die montage ging viraal op internet en leidde tot felle protesten.
Begin deze maand demonstreerden tienduizenden islamitische hardliners al tegen de bewindsman. Dit weekend waren er in Jakarta juist parades vóór tolerantie en eenheid. Ook Ahok liet zich daar zien.
Hoe de zaak ook uitpakt, de hardliners hebben dit alvast bewerkt: de angst. In een van de kerken van Jakarta, aan de weg waar de massademonstratie tegen de gouverneur plaatsvond, wil niemand met naam en toenaam worden geciteerd. Ook de naam van de kerk mag niet in de krant.
„Ik was tijdens de demonstraties bang dat er iets zou gebeuren met de kerk, hoewel die werd bewaakt door soldaten. Het was een enorme mensenmassa en de sfeer kan zomaar omslaan. Gelukkig is er niets gebeurd”, erkent een kerkenraadslid.
Tegelijk zijn veel van de leden nuchter. Josephine, die alleen met haar voornaam in de krant wil, merkt op dat er wel vaker soortgelijke spanningen zijn geweest in Indonesië. Soms vonden daarbij ook aanslagen op kerken plaats, zoals onlangs in Samarinda op Borneo.
De predikant die gistermorgen de dienst leidde, noemt de problemen in eerste instantie politiek van aard. „Men grijpt elke gelegenheid aan om juist president Jokowi en gouverneur Ahok dwars te kunnen zitten”, zegt hij.
Hij preekte gisteren naar aanleiding van Lukas 21 over het thema ”Getuigen te midden van lijden”. Aan het einde van de preek gaf hij enkele aanwijzingen om dit in praktijk te kunnen brengen. „Laat lijden zijn tot brandstof voor het goede. Laat het ons niet ontmoedigen en behandel elk probleem met een rustig gemoed.” Hij haalde een uitspraak van Ahok aan, die onlangs zei dat het recht zijn loop moest hebben en hij er klaar voor was de gevangenis in te gaan, mocht hij schuldig worden bevonden.
Josephine benadrukt dat niet moet worden vergeten dat er meer speelt dan je op het eerste moment zou denken. „Ahok wordt aangevallen, maar daarmee ook president Jokowi en dat is een moslim. Beide politici zijn grote bestrijders van corruptie en dat doen ze op een radicale manier en daar is lang niet iedereen, juist ook binnen de elite, niet blij mee. Dat speelt op de achtergrond een grote rol.”
Een dergelijke redenering tref je ook aan in een commentaar in de Indonesische krant The Jakarta Post. Het nieuwsblad schreef daar vorige week in dat er een politiek schaakspel aan de gang is. President Jokowi zou met het in staat van beschuldiging stellen van Ahok een stap terug zetten, om daarna drie stappen vooruit te kunnen zetten.
„Jokowi en diverse andere mensen binnen de overheid houden er rekening mee dat de demonstraties tegen Ahok (…) Jokowi ook willen dwingen bepaalde groepen een groter deel van de taart te geven”, analyseerde de krant. Het zou daarbij gaan om druk van de kant van politieke en religieuze figuren die vinden dat ze door het beleid van Jokowi er financieel sterk op achteruit zijn gegaan.
Josephine maakt zich nog geen zorgen, want volgens haar hoef je niet bang te zijn zolang de Pancasila, de vijf basisprincipes van Indonesië, wordt nageleefd. Een van deze basisprincipes is dat je een van de vijf wereldgodsdiensten moet aanhangen.
„Het is alleen wel van groot belang dat er dan ook hard opgetreden wordt tegen radicale partijen die tegen deze principes ingaan en eigenlijk een islamitische staat willen stichten. Deze ontwikkeling is niet nieuw, maar vraagt wel om moed en alertheid, juist bij de politici en leiders van Indonesië. Juist nu.”
Indonesië is volgens de grondwet een seculier land, met vijf toegestane godsdiensten. Tegelijk telt het land de meeste moslims ter wereld; 85 procent van de bevolking hangt deze religie aan. Overal in het land proberen islamitische bestuurders lokale wetten en regels in te voeren die ontleend zijn aan de shariawetgeving.
Deze reportage is mede mogelijk gemaakt door subsidie van de Marinus Plantema Foundation.