Kerken Almere bieden via voedselloket hulp bij armoede
Nadat de zaak van haar man failliet ging, belandde Jolanda Oosterbroek op straat. Met haar echtgenoot, drie kinderen en drie honden trok ze bij haar moeder in. Het Voedselloket Almere, waar ze gratis boodschappen kon doen, hielp haar uit het dal omhoog te klimmen.
Koek en koffie, zonnebloemolie en toiletpapier, pizza’s en gepelde tomaten. De schappen van het Voedselloket Almere (VLA) zijn goed gevuld. Zo’n 600 gezinnen die in armoede leven, halen hier de noodzakelijke levensmiddelen. Afhankelijk van hun financiële situatie en gezinsgrootte krijgen ze een pas met een saldo waarvoor ze gratis een boodschappenmand kunnen vullen. Voor een huishouden van twee personen gaat het gemiddeld om 55 euro per maand.
Jolanda Oosterbroek (37) is even terug bij het VLA, waar ze in het verleden klant was. „Nadat de zaak van mijn man zo’n tweeënhalf jaar geleden failliet ging, konden we ons appartement niet meer betalen. We belandden letterlijk op straat. Geen huis, geen inkomen. Bovendien was mijn man depressief. Twee jaar hebben we bij mijn moeder, die weduwe is, in huis gewoond.”
Haar moeder heeft contact met oecumenisch kerkcentrum De Lichtboog in Almere. Via de kerk komt Oosterbroek op het spoor van diaconaal opbouwwerker Peter Mons van de protestantse gemeente, ook oprichter en coördinator van het VLA. Ze krijgt een pas waarmee ze per maand voor 80 euro inkopen kan doen. Dit concept spreekt haar meer aan dan dat van een voedselbank die standaardpakketten verstrekt. „Hier pak je wat je nodig hebt en normaal ook eet.”
Mons knikt. „Bij een voedselbank krijgen gezinnen met vijf of acht personen hetzelfde pakket. Ze hebben vaak geen idee van de waarde ervan. Wij bieden maatwerk, met een budget dat is afgestemd op de situatie van elk gezin. Doordat mensen hun eigen producten kiezen, houden ze de regie. Ze kiezen zelf hoe ze hun budget besteden. Dat maakt hen prijsbewust. Als iemand zegt: „De pindakaas is hier duurder dan bij de Lidl”, zeg ik: „Dan haal je die toch daar?””
Honderd producten
Het VLA garandeert een aanbod van honderd producten, die in overleg met een voedingsdeskundige zijn geselecteerd. Vrijwilligers houden maandelijks een actie bij supermarkten in Almere, waarbij klanten de vraag krijgen extra levensmiddelen te kopen voor het VLA. Wat er te weinig is, koopt het loket zelf in. De organisatie krijgt jaarlijks 75.000 euro subsidie van de gemeente, naast steun van kerken, particulieren en het bedrijfsleven. De eigen biologische groente- en fruittuin levert ook producten voor de winkel op.
Wie wegens armoede bij het VLA op de stoep staat, krijgt altijd hulp, zegt Mons. „Aan de poort zijn we soepel, gaandeweg worden we strenger. Ons doel is klanten binnen één tot twee maanden te koppelen aan een professionele hulpverlener die aansluit bij hun problematiek. We verwachten dat mensen daaraan meewerken. Soms horen we: „Ik ben arm en lost u dat even voor mij op.” Als iemand passief op dat spoor blijft zitten, nemen we afscheid.”
Behalve levensmiddelen kunnen klanten van het VLA in de winkel tweedehands kleding uitzoeken. Ook verstrekt het loket zo nodig gratis meubels, speelgoed of witgoed. „Daarvoor geldt: maximaal tien spullen per keer en dertig per jaar.” Om minima structureel verder te helpen, biedt de organisatie cursussen aan, zoals ”Orde in je leven”. „Mensen die bij ons komen scoren vaak goed op het gebied van overleven, maar hebben een probleem met plannen en ordenen. Daar helpen we hen mee”, licht Mons toen.
Tbs-kliniek
De organisatie werkt vooral met vrijwilligers, onder meer uit de kerken. Onder degenen die de helpende hand bieden, zijn mensen die zelf met armoede te maken hebben (gehad). Een speciale groep vormen de vrijwilligers uit de plaatselijke tbs-kliniek die in het kader van resocialisering voor het VLA werken. „Zij zijn heel gemotiveerd. Hun uitstroom uit de kliniek hangt mede af van hun inzet tijdens de dagbesteding. Sommigen zeggen: „Ik heb iets fout gedaan, maar wil nu graag iets doen voor de samenleving.””
De diaconale organisatie maakte een flinke groei door. „Toen we ruim elf jaar geleden begonnen, dachten we dat we aan maximaal 250 gezinnen hulp zouden bieden, op dit moment zijn het er 600 en op jaarbasis 1400. Eind deze maand verhuizen we naar een pand dat vijf keer zo groot is als waar we nu zitten.”
Mons schrijft de groei voor een groot deel toe aan de economische crisis. „We hebben bijvoorbeeld veel te maken met tweeverdieners. Als een van hen werkloos raakt en de WW-uitkering uiteindelijk stopt, valt er een inkomen weg. Daardoor lopen mensen vast.”
Het VLA streeft ernaar dat klanten zo snel mogelijk financieel zelfredzaam zijn. Met succes. „Gemiddeld zijn mensen zesenhalve maand klant bij ons. Daarna doen ze al hun boodschappen weer in hun eigen supermarkt, met eigen geld. Negen van de tien gezinnen waarvan we afscheid nemen, zien we niet terug.”
Schuldsanering
Oosterbroek nam na een klein jaar afscheid van het VLA. „De drempel om hier binnen te lopen, was heel hoog, maar dat veranderde snel. De mensen zijn aardig en behandelen je normaal. Met Kerst kreeg iedereen een pakket met lekkere dingen. En toen een van mijn kinderen jarig was, konden we een doos ophalen met drie cadeautjes, snoepgoed om te trakteren op school en een cake om te versieren. Geweldig dat daaraan werd gedacht.”
Inmiddels heeft Oosterbroek weer eigen woonruimte. Haar man heeft nog geen werk. Zelf is ze een dag per week als thuiskapper actief. Het voedselloket hielp haar intussen de financiën op orde te krijgen. „We hadden een vuilniszak vol papieren en ik wist niet waar ik moest beginnen met uitzoeken. Peter Mons heeft daarbij geholpen. We zijn er een paar dagen mee bezig geweest.”
Binnenkort komt Oosterbroek in een traject van schuldsanering. Dat betekent dat ze per week zo’n 100 euro overhoudt voor de boodschappen. „Het is te doen, maar ik moet wel oppassen. Als ik zin heb ik een croissantje, ga ik niet meteen naar de bakker om dat te kopen, want dan red ik het niet. Maar ik zie de toekomst rooskleurig in. Ik ga niet bij de pakken neerzitten.”
„Vernieuwend concept in Almere”
Steeds meer mensen die het financieel zwaar hebben, kloppen voor hulp aan bij kerken. Die uitkomst van het interkerkelijke Armoedeonderzoek, dat eind vorige maand verscheen, verrast coördinator Peter Mons van het Voedselloket Almere (VLA) niet. Het loket ontstond ruim elf jaar geleden vanuit de plaatselijke kerken en biedt op dit moment hulp aan 600 Almeerse gezinnen. Kerk in Actie, de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), ziet het VLA als een „vernieuwend diaconaal initiatief.” Onder anderen scriba dr. R. de Reuver van de PKN bracht recent met Kerk in Actie een bezoek aan het loket om zich over de aanpak te laten informeren.