Cultuur & boeken

Column: Katjes, reeën en ezels

Veracht de dag der kleine dingen niet. Zoiets dacht ik toen, na een bijna Kaïn-en-Abelachtige vormen aannemende rivaliteit, onverwacht verbroedering optrad tussen mijn twee zonen. Niet door een Zwaar Gesprek, niet door dat ene Pedagogisch Inzicht waar ik op hoopte. Maar op kousenvoeten, in het gewaad van een oud monopolyspel uit een stoffige kringloop, kwam de vrede het huis binnen.

21 November 2016 08:30Gewijzigd op 16 November 2020 08:43
Christine Stam-van Gent. beeld RD, Anton Dommerholt
Christine Stam-van Gent. beeld RD, Anton Dommerholt

Nog zoiets. Geplaagd door veelvuldig nachtbraken begon ik al aan een slaapkliniek te denken. Tot een fikse avondwandeling voor een diepe droomloze slaap zorgde. Hoopvol gestemd maakte ik mijn tweede ommetje. In een bocht van het pad zat een guitig jong katje. Even meende ik een knipoog te zien. Een sprookjesdier was het, met het licht van de supermaan in zijn zilvergrijze vacht.

Ik dacht aan wat een zwaar beschadigde vrouw ooit vertelde. Hoe ze in haar rolstoelauto door de schemer van november reed, dacht: „Als ik nu het gas intrap en op de andere weghelft ga rijden, is het snel voorbij…” en toen die ree zag staan die haar bewegingloos aanstaarde met het licht van haar koplampen in zijn vochtige bruine ogen.

Ik weet niet of zulke ‘kleine’ verhaaltjes zich verdragen met onze geroemde Hollandse nuchterheid, maar Ida Gerhardt wist er poëzie uit te halen. Met dank aan katjes, reeën, en (in haar geval) een ezel. „Gij met uw zachtzinnige oren / en uw geduldig gezicht: / ik ben u zeer verplicht. / Dat gij het hebt aan willen horen / hoe toenmaals het is geschied; / en hoe mij de ander verried. / En dat ge zelfs niet hebt bewogen, / mij slechts hebt getroost met uw ogen. / Dat kunnen de mènsen niet.”

Op dat laatste zinnetje is wel wat af te dingen. In krommingen van het levenspad kun je ongedacht oog in oog staan met een menselijke ‘ree’ of ‘ezel’. Mensen met zachtzinnige oren, die luisteren en begrijpen. Die je in hun voorbede betrekken, soms zelfs lang voordat er ook maar iets gedeeld of uitgesproken is. Wanneer de ene ziel aan de andere verbonden wordt, zoals bij David en Jonathan, gebeurt dat in stilte, zonder mensenhanden. Echte zielenvriendschap is een wonder.

Zoals je sprekende ezels kunt wegredeneren, kun je een liefde die wonderlijker is dan die voor een man of vrouw verdacht maken door haar (bijvoorbeeld) seksueel te duiden. Maar dan mis je het geheim dat in het kleine en gewone, het grote en heilige zich aan je tonen wil. In de roman ”Gilead” van Marilynne Robinson zegt de oude dominee John Ames: „Als we goddelijk gevoed kunnen worden door een stukje brood en goddelijk gezegend met een aanraking, dan leert de onuitsprekelijke blijdschap die we vinden in een bepaald gelaat ons zeker iets over de aard van de allerhoogste liefde. Dat geloof ik oprecht.” Dat kunnen de díéren niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer