Museum betwist echtheid gevonden schetsboek van Van Gogh
Het schetsboek met tekeningen dat enkele jaren geleden in Arles opdook is niet van Vincent van Gogh (1853-1890). Volgens deskundigen van het museum staan er alleen imitaties van zijn tekenstijl in. Dat stelt het Van Gogh Museum dinsdagmiddag in een verklaring.
Aanleiding is de publicatie van het boek ”Vincent van Gogh. Het verloren schetsboek uit Arles” van kunsthistorica Bogomila Welsh-Ovcharov, waarin een schetsboek is opgenomen dat zij aan Van Gogh toeschrijft. Volgens haar uitgever biedt het een „verbluffende kijk op de veelzijdigheid van Van Goghs tekenkunst in de laatste maanden van zijn leven.”
Maar de kenners van het museum, die de tekeningen in 2008 en 2013 al beoordeelden, noemen ze „monotoon, onbeholpen en krachteloos”.
De Canadese kunsthistorica en Van Gogh-kenner Bogomila Welsh-Ovcharov deed het onderzoek naar de echtheid van de schetsen die in een ongelinieerd kasboek zijn gemaakt. Ze werd daarbij geholpen door de Britse kunstehistoricus Ronald Pickvance. In ”Vincent van Gogh. Het verloren schetsboek uit Arles” vertelt zij het boeiende verhaal van het grootboek en legt ze uit waarom deze tekeningen nu pas tevoorschijn zijn gekomen. Ze situeert elke tekening in het oeuvre van Van Gogh en in de context van zijn verblijf in Arles en Saint-Rémy-de-Provence. „Het was tot nu toe een verrassend feit dat uit deze periode van Van Goghs leven niet één schetsboek bewaard was gebleven. Dit werk brengt daar nu een opzienbarende verandering in”, aldus de uitgever.
Toch betwisten de experts van het Van Gogh Museum de conclusies. Ze vonden een aantal opmerkelijke zaken. Zo is bruine inkt gebruikt, terwijl Van Gogh destijds met zwarte en soms paarse inkt werkte. Ook is een andere papiersoort gebruikt en kloppen sommige voorstellingen eenvoudig niet.
„Heel veel dingen gaan niet goed”, zegt de Amsterdamse hoogleraar kunstgeschiedenis Louis van Tilborgh, die als onderzoeker voor het museum werkt. Hij wijst op een tekening van de inrichting in Saint-Rémy waar Van Gogh verbleef. De maker daarvan had „geen idee” van de situatie ter plaatse, zegt Van Tilborgh. „We zien de noordelijke vleugel van de inrichting, maar die sluit nergens op aan. Dat klopt niet. Van Gogh manipuleerde wel de werkelijkheid, maar nooit op deze manier.”
Imitaties
Het Van Gogh Museum is al langere tijd op de hoogte van het bestaan van het album dat dinsdag als een verloren schetsboek van Vincent van Gogh is gepresenteerd. Een woordvoerder van het museum zegt dat deskundigen in een eerder stadium „op aanvraag van verschillende eigenaren van tekeningen uit dit album” hun mening hebben gegeven over de authenticiteit ervan, in 2008 en in 2012.
In eerste instantie beschikten de experts van het Van Gogh Museum alleen over 56 kwalitatief hoogstaande foto’s van de in totaal 65 tekeningen. Op basis daarvan kwamen zijn tot de conclusie dat deze niet aan Vincent van Gogh konden worden toegeschreven.
In 2013 kreeg het museum meerdere tekeningen daadwerkelijk onder ogen, maar die bevestigden de experts van het Van Gogh Museum in hun overtuiging. „In hun opinie, gebaseerd op jarenlang onderzoek naar de tekeningen van Van Gogh in de eigen collectie en elders (het Van Gogh Museum heeft circa 500 tekeningen en vier schetsboekjes van Gogh) zijn de tekeningen imitaties van Van Goghs tekenwerk. De experts hebben gekeken naar stijl, techniek en de iconografie van de tekeningen in het schetsboek. Daaruit blijkt onder andere dat er typerende topografische vergissingen zijn gemaakt en dat de maker verkleurd tekenwerk van Van Gogh als voorbeeld heeft genomen.”
Onbeholpen
De iconografie van de tekeningen –onderwerpen uit Arles en Saint-Rémy– suggereert dat het album dateert uit de periode lente 1888-lente 1890. „Maar opmerkelijk genoeg reflecteren de tekeningen op geen enkele wijze de ontwikkeling die Van Gogh in die periode als tekenaar doormaakte”, aldus de woordvoerder van het Van Gogh Museum. „Dat is hoogst bevreemdend, want hij ontwikkelde zich in die periode toen hij in Arles en Saint-Rémy verbleef voortdurend. Er is in het schetsboek geen verschil in stijl tussen tekeningen uit Arles en die uit Saint-Rémy. Dat wijst niet op Van Gogh als maker.”
In vergelijking met Van Goghs artistieke prestatie vinden de deskundigen van het Van Gogh Museum de tekentrant van de maker van de tekeningen bovendien „monotoon, onbeholpen en krachteloos. Van Goghs karakteristieke raffinement –waaronder zijn snelheid van tekenen zonder aan trefzekerheid in te boeten, zijn grote gevoel voor licht-donker tegenstellingen én zijn vaardigheid om een overtuigende samenhang aan te brengen in een groot arsenaal aan tekentechnieken– zijn niet in deze tekeningen aangetroffen.”
Veelzeggend is volgens het Amsterdamse museum verder dat de tekeningen in het schetsboek zijn uitgevoerd in een bruine inkt die niet eerder is aangetroffen in de tekeningen van Van Gogh uit de jaren 1888-1890. „Van Gogh werkte destijds met zwarte en –incidenteel– paarse inkt, die in de loop der tijd echter sterk bruin zijn verkleurd.”
Maar de tekeningen in het schetsboek zijn niet verkleurd. „Het schetsboek is een album en daar kan het licht niet bij: zowel de inkt als het papier is niet verkleurd en heeft zijn originele kleur behouden. Dat betekent dat de tekenaar bewust streefde naar bruinige effecten, en in samenhang met de door hem gekozen iconografie –taferelen uit Arles en Saint-Rémy– betekent dit dat deze maker overduidelijk werd geïnspireerd door Van Goghs tekeningen in hun latere, verkleurde staat, kennelijk onwetend van hun oorspronkelijke zwarte tint.”
Fouten
De experts van het Van Gogh Museum constateerden bovendien dat meerdere voorstellingen uit het schetsboek opvallende topografische fouten bevatten. Zo liet de tekenaar het gebouw van de mannenvleugel van de inrichting in Saint-Rémy op twee verschillende tekeningen in het schetsboek abrupt eindigen, alsof het om een zelfstandig gebouw zou gaan. In werkelijkheid is die vleugel echter onderdeel van twee aaneensluitende gebouwen. „Het schetsboek bevat tal van dit soort ‘vergissingen’. De tekeningen zijn niet naar de werkelijkheid gemaakt; de tekenaar blijkt de situatie ter plekke niet goed te kennen. Vergelijkbare topografische ongerijmdheden komen in Van Goghs oeuvre niet voor en ze zijn het gevolg van een verkeerde interpretatie van de voorbeelden waarop de maker van het schetsboek zich voor zijn imitaties baseerde.”
Ook de herkomstgeschiedenis roept volgens het museum veel vragen op. „Volgens de eigenaar in 2007 zou het schetsboek afkomstig zijn van het met Van Gogh bevriende echtpaar Ginoux uit Arles, de eigenaren van het Café de la Gare waar Van Gogh geregeld kwam en dat hij in 1888 ook enige tijd als hotel gebruikte. Maar hiervoor bestaat geen overtuigend historisch bewijsmateriaal. „Sterker nog, het echtpaar Ginoux had in 1896 volgens eigen zeggen geen enkele tekening van Van Gogh in zijn bezit. Volgens de eigenaar dook het schetsboek vervolgens op in het bekende Gele Huis, Van Goghs voormalige woning in Arles. Vervolgens duurde het nog meer dan zestig jaar voordat iemand op het idee kwam dat dit schetsboek misschien iets met Van Gogh te maken had. Deze gang van zaken achten wij zeer onwaarschijnlijk”, aldus de museumwoordvoerder.
Agenda
Het museum ontving in 2012 foto’s van vier pagina’s uit een notitieboekje dat afkomstig zou zijn uit het Café de la Gare van het echtpaar Ginoux. Het gaat om een soort agenda van het café waarin dagelijks notities werden opgeschreven, en in één van de notities zou naar het album met tekeningen worden verwezen. Het betreft een mededeling gedateerd 20 mei 1890. Hierin staat dat dokter Rey –de arts die Van Gogh in het ziekenhuis van Arles had behandeld nadat hij zijn oor had afgesneden– namens de kunstenaar een album met tekeningen voor het echtpaar Ginoux had afgeleverd.
De woordvoerder van het Van Gogh Museum: „De suggestie is dat Rey Van Gogh in de inrichting te Saint-Rémy had opgezocht, maar het is helemaal niet bekend dat deze arts nog contact had met Van Gogh nadat deze in de inrichting was opgenomen. Rey verbleef zelf vermoedelijk niet eens meer in Arles, aangezien zijn aanstelling bij het ziekenhuis in 1889 was afgelopen en hij in juni 1890 zijn doctorsthese in Montpellier moest verdedigen. In de brieven die Van Gogh en de Ginoux elkaar in mei en juni schreven, wordt ook met geen woord over een bezoek van Rey, noch de bezorging of ontvangst van een schetsboek gerept: geen aankondiging, geen bedankje, laat staan de vraag of dit toch bijzondere geschenk ook goed was aangekomen. Het notitieboekje maakt een onbetrouwbare indruk en wij achten verder onderzoek noodzakelijk.”