Verkenner voor invalproblemen bijzonder onderwijs
Het bijzonder onderwijs krijgt een speciale verkenner die moet zoeken naar oplossingen voor de groeiende problemen met de tijdelijke vervanging van leerkrachten.
Minister Asscher (PvdA) ging dinsdag akkoord met het aanwijzen van een verkenner op aandringen van een meerderheid in de Kamer. De verkenner moet knelpunten in het bijzonder op een rijtje zetten en oplossingen formuleren, aldus een door CU-Kamerlid Schouten opgestelde motie die door de regeringspartijen VVD en PvdA en CDA en D66 wordt gesteund.
Door de Wet werk en zekerheid (Wwz), die nu ruim anderhalf jaar van kracht is, hebben veel bijzondere scholen grote moeite om invalmeesters en -juffen in te zetten. De Wwz is onder meer bedoeld om flexibele arbeidskrachten te beschermen tegen eventuele willekeur van werkgevers. Eén van de gevolgen van de nieuwe wet is dat scholen een invalkracht al na drie invalbeurten in vaste dienst moeten nemen. Dat is voor veel scholen bezwaarlijk omdat zij voor deze personen niet het hele jaar werk hebben en de financiën ontoereikend zijn. Een oplossing zou kunnen zijn dat een groot aantal scholen samen een pool maakt, zodat zij met elkaar enkele invalkrachten in vaste dienst hebben. Daartegen bestaan echter ook bezwaren, onder meer op het gebied van identiteit.
„Bijzondere scholen komen niet uit met de regels”, aldus Schouten. Er moet volgens haar snel een oplossing komen. „Er worden nu klassen naar huis gestuurd, vanwege problemen met het inzetten van invalkrachten. De strenge regels uit de Wet Werk en Zekerheid over het aantal contracten werken hier averechts.” Schouten benadrukt dat Asscher al wel met oplossingen is gekomen voor seizoenswerkers en profvoetballers, die ook aanliepen tegen soortgelijke problemen met de Wwz, maar niet voor het onderwijs. „De verkenner die wij bepleiten moet met oplossingen komen voor deze situatie.”
Voorlopig is het alleen het bijzonder onderwijs dat kampt met de gevolgen van de Wwz. Dit komt omdat leerkrachten van het openbaar onderwijs worden beschouwd als ambtenaren, voor wie momenteel nog een andere rechtspositie geldt. Het openbaar onderwijs hangt dezelfde problematiek echter ook boven het hoofd nu onlangs een initiatiefwetsvoorstel is aangenomen om ambtenaren voortaan te beschouwen als gewone werknemers.
Ook Verus, de koepelorganisaties voor het christelijk onderwijs, constateert dat scholen weliswaar hard hun best doen om oplossingen te vinden voor vervangingsproblemen, maar dat per saldo de WWZ de werkdruk verhoogt en de onderwijskwaliteit verlaagt. Bij het meldpunt dat Verus onlangs instelde om de klachten over de nieuwe wet te peilen, kwamen in een maand tijd al ruim 200 meldingen binnen uit het hele land. Vorige week overhandigde Verus die meldingen op het ministerie van Onderwijs. De koepelorganisatie stelt het aanwijzen van een verkenner voor de sector te zien als „een erkenning voor het feit dat er grote problemen zijn.”
Asscher stelde dinsdagmiddag in de Tweede Kamer dat de ca bijzondere scholen „voldoende ruimte biedt voor een goed vervangingsbeleid”. Maar de minister stelde ook te zien dat niet alle scholen het invalbeleid helemaal op orde hebben.
Verus-medewerker Wout Neutel is er echter van overtuigd dat, op grond van de geluiden die de koepelorganisatie hoort vanuit de scholen, de verkenner tot de conclusie zal komen dat het met de nieuwe wet onmogelijk is om op een goede manier vervanging te regelen.
Volgens Verus lopen schoolbesturen in het bijzonder onderwijs ook aan tegen een andere gevolg van Asschers nieuwe wet: namelijk dat ze een zogenoemde transitievergoeding (oplopend tot 76.000 euro) moeten betalen wanneer zij een werknemer ontslaan die ten minste twee jaar in dienst is geweest en waarvoor geen geld beschikbaar is. Ook hierbij geldt dat werkgevers in het openbaar onderwijs deze vergoeding niet hoeven te betalen vanwege de bijzondere positie van ambtenaren. Volgens Neutel worden bijzondere scholden hierdoor geconfronteerd met hogere kosten dan openbare scholen en zouden bijzondere scholen voor die extra kosten ook gecompenseerd moeten worden.