Dat maakte het bedrijf woensdag bekend. De winst vóór bijzondere posten en afschrijving van goodwill en materiële vaste activa kwam in het eerste kwartaal ten opzichte van dezelfde periode van 2003 7 procent hoger uit op 851 miljoen euro. Het eerste kwartaal had één handelsdag minder dan vorig jaar.

De besparingsprogramma’s en een betere productenportefeuille gaven de brutowinstmarge een impuls. Daardoor was een hogere investering in de merken mogelijk, wat weer extra kansen voor verdere groei betekende, aldus het concern.

Zowel omzet als winst in de eerste drie maanden lag iets beneden de verwachting van analisten. Ook de gering geachte omzetgroei van de leidende merken van Unilever (Dove, Knorr en Lux) van 1,3 procent maakte hen kopschuw. Beleggers reageerden teleurgesteld op de cijfers van de fabrikant van voedingsmiddelen en huishoudelijke producten.

In een toelichting liet Unilever weten dat de prognose voor dit jaar niet wijzigt. „Als we er iets aan hadden willen veranderen, hadden we dat wel gedaan”, zo heette het.

Unilever had in het eerste kwartaal, net als in het grootste deel van 2003, te maken met een lastig ondernemingsklimaat en een marktgroei onder het historisch gemiddelde. „Hoewel de economische vooruitzichten duidelijk verbeteren, worden we op dit moment geconfronteerd met zwaardere concurrentie in enkele van onze belangrijkste markten”, aldus bestuursvoorzitter A. Burgmans woensdag.

De omzet van de leidende merken steeg met slechts 1,3 procent bij gelijkblijvende prijzen. De brutomarges gingen sterk omhoog. Dat gebeurde ondanks prijsacties. De stijging werd echter voor een deel weer tenietgedaan door hogere uitgaven voor reclame en een stijging van de algemene kosten.

De schuld van het concern bedroeg aan het einde van het eerste kwartaal 12,6 miljard euro. Zonder bijzondere posten en afschrijving voor goodwill was er een stijging van de winst per aandeel van 8 procent. In dit cijfer zit echter wel een verwatering van meer dan 3 procentpunten door het afstoten van bedrijfsonderdelen.

In het voor Unilever belangrijke Europa had een aantal landen weer te maken met moeilijke economische omstandigheden. De trage marktgroei hield aan. Vooral in Duitsland, Frankrijk en Nederland, altijd al moeilijke markten, ging het moeizaam. In spreads en wasmiddelen ging hier wat marktaandeel verloren. Ook in Noord-Amerika daalde de afzet. Elders in de wereld stegen de verkopen vaak. In Latijns-Amerika werden fors meer spullen verkocht. De omzet ging hier 9 procent omhoog.