Oppositie eist aftreden Nepalese regering
In het parlement van Nepal is maandag een handgemeen uitgebroken nadat leden van de oppositie het kabinet hadden opgeroepen af te treden in verband met het bloedbad van afgelopen zaterdag in Mangalsen.
Maoïstische guerrillastrijders doodden in Mangalsen 129 mensen, voor het overgrote deel politieagenten en militairen. Een lid van het regerende Nepali Congress uit Mangalsen, Ram Bahadur Bista, zei dat de hoogste regeringsvertegenwoordiger voor de regio, Mohan Singh Khadka, verscheidene malen schriftelijk had gewaarschuwd voor een dreigende aanval en om versterkingen had verzocht. Bij de aanval op het hoofdkantoor van het district en een vliegveld vonden 76 agenten, 48 militairen, een officier van de geheime dienst en vier burgers de dood. Ook Khadka kwam om het leven. Het afgelegen Mangalsen ligt ongeveer 600 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Kathmandu.
Terwijl de lichamen van de doden voor crematie naar Kathmandu werden gevlogen, stuurde het leger helikopters met honderden manschappen naar Mangalsen ter versterking van ordetroepen.
Niemand raakte gewond bij het handgemeen in het parlement. De spoedzitting was door premier Sher Bahadur Deuba belegd om een voorstel te bespreken om de drie maanden oude noodtoestand te verlengen. Een lid van de oppositie, het communistische parlementslid Pradeep Nepal, zei dat de regering had nagelaten de nodige maatregelen te nemen terwijl zij op de hoogte was gesteld van de gevaarlijke situatie in Mangalsen. Hij concludeerde dat de regering daarmee haar mandaat om te regeren had verspeeld.
De noodtoestand werd afgekondigd op 26 november, nadat de rebellen een einde hadden gemaakt aan een vier maanden oud bestand. Het leger zegt dat het sindsdien bijna 500 rebellen heeft gedood en 1400 gearresteerd. De guerrillastrijders vechten sinds 1996 voor de vervanging van de monarchie door een republiek.