Eerder verwierpen de bonden al een cao-eindbod van de directie. „Op de lange termijn schieten de Shell-medewerkers niets op met een eenmalige uitkering bovenop het magere loonbod. Ze werken hard voor het olieconcern, dus daar mag op zijn minst een verbetering van de koopkracht tegenover staan”, verklaarde FNV-bestuurder Egbert Schellenberg woensdag.

Shell biedt volgens de bonden een loonsverhoging dit jaar van 1 procent en 1,25 procent volgend jaar, en tweemaal een eenmalige uitkering van 1000 euro. De bonden zien graag een structurele loonsverhoging van 1,5 procent dit jaar en 1,75 procent volgend jaar. Shell zelf betwist de uitleg van de bonden en spreekt van een inkomensverhoging van 4 procent voor de jaren 2016 en 2017. Volgens het concern is het bod daarmee hoger dan de algemene looneis die de FNV voor 2016 voor al haar leden stelt.

Directeur Jos van Winsen van Shell Pernis vindt de positie die de bonden innemen „onverantwoord”. Hij wil graag weer met de bonden in gesprek, maar stelt daarbij wel als voorwaarde dat die zich realistisch opstellen en laten zien dat ze oog hebben voor de bredere context.

„Feit is dat er op dit moment in de Europese raffinagemarkt sprake is van een flinke overcapaciteit. De concurrentie is moordend”, legt Van Winsen uit. „We hebben met zijn allen de afgelopen jaren heel hard gewerkt om Pernis en Moerdijk concurrerend te houden en te verbeteren. Eventuele vakbondsacties doen daar een enorme afbreuk aan.”