God liegt niet
2 Petrus 1:19a
„En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is…”
Het sacrament zou volledig tevergeefs zijn als je niet gelooft dat de dingen die jou daarin aangeduid worden, gegeven en beloofd worden. De gruwelijkste zonde die men begaan kan is deze, waardoor God Zelf in Zijn Woord en werk voor een leugenaar gehouden wordt. Dat zou betekenen dat Hij Die iets zegt, laat zien en belooft, dit niet meent en ook niet wil nakomen. Daarom valt er met de sacramenten niet te spotten. Het geloof moet aanwezig zijn, dat het waagt op zulke tekenen en beloften van God. Want wat zou dat voor een Zaligmaker of God zijn Die ons niet zou kunnen of willen zalig maken en bevrijden van de dood, zonde en hel?
Daarom moet het groot zijn wat God werkelijk belooft en bewerkt. Zo komt dan de duivel en fluistert je in: „Hoe zit het wanneer ik het onwaardig ontvangen zou hebben en mijzelf door mijn onwaardigheid van zo’n genade beroven zou?” Laat je niet aanvechten door waardigheid of onwaardigheid. Zie er slechts op toe dat je gelooft, dat het zekere tekens en ware woorden van God zijn. Geloof maakt waardig, twijfel onwaardig. Daarom wil de geest van het kwaad je een andere waardigheid of onwaardigheid voorspiegelen. Daarmee wil hij twijfel in je zaaien en daardoor de sacramenten met hun werken tenietdoen en God in Zijn woorden tot een leugenaar maken.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)