Politiek

Nabestaanden kapers: wij willen de waarheid

De nabestaanden van twee doodgeschoten Molukse kapers van de treinkaping bij De Punt in 1977 willen vooral één ding bereiken met de rechtszaak die zij hebben aangespannen: te weten komen wat er precies is gebeurd. Dat hebben zij vrijdag tegen de rechters gezegd. Tientallen belangstellenden uit de Molukse gemeenschap zijn op de zaak afgekomen.

ANP
4 November 2016 10:45Gewijzigd op 16 November 2020 08:12
Advocate Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg bij de rechtbank van Den Haag voorafgaand aan de zaak van twee doodgeschoten Molukse kapers. beeld ANP
Advocate Liesbeth Zegveld en Brechtje Vossenberg bij de rechtbank van Den Haag voorafgaand aan de zaak van twee doodgeschoten Molukse kapers. beeld ANP

„Ik eis de waarheid”, aldus de bejaarde moeder van de omgekomen leider van de kapers Max Papilaja. „Wij willen weten wat er gebeurd is”, zeiden de broers van de enige vrouwelijke kaper Hansina Uktolseja. Hun advocaat Liesbeth Zegveld liet weten dat de nabestaanden lang hebben getwijfeld om de zaak aan te spannen. Het is niet hun bedoeling om met de vinger te wijzen en zij voelen groot medeleven met de passagiers die in in de trein zaten, aldus Zegveld.

Zegveld stelt dat de kapers door mariniers in de trein van dichtbij zijn geëxecuteerd, terwijl ze zwaargewond en weerloos waren. Volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat eerder uitgebreid onderzoek deed, is er geen overmatig geweld gebuikt en was de operatie volkomen rechtmatig.

Maar volgens Zegveld zou vooraf de wens zijn uitgesproken dat de kapers de bevrijdingsoperatie niet zouden overleven. Een betrokken marinier heeft onlangs via zijn advocaat verklaard dat een functionaris speciaal vanuit Den Haag was gekomen met die boodschap.

Dat wordt volgens de advocaat ondersteund door een ‘geheim’ document uit de Britse archieven. Daarin wordt over „een onbekende hoge functionaris” gesproken die over een instructie om op de benen te schieten zou hebben gezegd: „onthoud dat hun benen tot hun hals lopen”. De Britten concludeerden dat uit „alle bewijzen” blijkt dat het de bedoeling was om de kapers te doden, mogelijk om „problemen in de rechtszaal achteraf te voorkomen”.

Volgens Zegveld was de Britse elite-eenheid SAS betrokken bij de voorbereiding van de bestorming en verzamelden de Britten achteraf informatie over de actie, voor gebruik in Engeland.

Nederland was in 1977 bijna drie weken in de ban van de kaping van de intercity Assen - Groningen. Na vruchteloze onderhandelingen eindigde de kaping met een grote bevrijdingsactie. Zes daders en twee onschuldige treinreizigers kwamen om.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer