Kamer moet niet alleen kritisch zijn op rol voormalig korpschef politie
Haast had minister Opstelten; grote haast. In de Eerste Kamer tekende zich juli 2012 een nipte meerderheid af voor zijn ambitieuze plan: het landelijke politieapparaat reorganiseren. Opstelten besloot door te drukken. En met succes; 40 van de 75 senatoren stemden voor. Haast had de inmiddels teruggetreden bewindsman opnieuw rond de jaarwisseling 2014/2015. Kon de eerste stap in het kader van de reorganisatie worden gezet? Concreet: Kon het nationale politieapparaat worden opgesplitst in 10 regionale eenheden, 43 districten en 168 basisteams? Goedbeschouwd zou dat een onomkeerbare stap zijn, een beslissende mijlpaal in het reorganisatieproces.
Wie de stukken van destijds er nog eens op naslaat, ziet het binnen het kwartier; de scepsis over Opsteltens plannen was opnieuw groot. De Commissie van toezicht beheer nationale politie en de centrale ondernemingsraad (cor) waren zelfs ronduit negatief. Wie goed kennisneemt van de stukken valt echter nog iets op. Het eerste negatieve advies over de eerste, cruciale stap in de uitvoering van de raad dateert van 5 december 2014. Op 16 januari 2015 ging de wissel om, volgens toenmalig voorzitter Frank Giltay van de cor na een aantal fundamentele toezeggingen van toenmalig korpschef Gerard Bouman. De personele bezetting van de basisteams zou toereikend zijn, de aansturing zou goed worden geregeld, agenten die door de reorganisatie van standplaats moesten veranderen konden voor een al te forse extra reistijd worden gecompenseerd. Kortom, in vrij korte tijd maakte de cor een reusachtige ommezwaai.
Sinds deze week staat de ommezwaai van de COR in een ander licht. De voormalige korpschef heeft namelijk een serieuze verdenking op zich geladen. Hij zou zich van de steun van de cor hebben verzekerd door oogluikend toe te staan dat de raad het jaarbudget van 1,6 miljard euro fors overschreed. Een deel van het bedrag ging op aan feestjes in vijfsterrenhotels. Én aan een imagocoach voor de voorzitter van de cor.
Het door minister Van der Steur aangekondigde, onafhankelijke onderzoek naar de inmiddels teruggetreden korpschef getuigt van moed. Ongetwijfeld mondt het uit in aanbevelingen die in de eerste plaats op het interne toezicht binnen het nationale politiekorps betrekking zullen hebben. Hoe concreet moet een ondernemingsraad zijn bestedingen verantwoorden? Wie ziet er toe op de rechtmatigheid daarvan?
Toch staat er in deze zaak meer op het spel. De fracties die Opstelten steunden, spraken in wezen uit: Dit plan is haalbaar. Daarmee manoeuvreerden zij de korpschef in een lastige, zo niet onmogelijke situatie. Dat roept onmiskenbaar de vraag op of zij hun controlerende taak in voldoende mate hebben waargemaakt.
Het deed het imago van de politiek geen goed toen een parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van CU-senator Kuiper in oktober 2012 vaststelde dat het parlement tussen 1994 en 2002 wel erg vlotjes instemde met tal van ingrijpende privatiserings- en marktwerkingsoperaties. Een vraag die deze fracties zich mogen stellen: Ging het licht voor de nationale politie ook niet te snel op groen?