Vakbond op zoek naar nieuwe meerwaarde
Vakbonden hadden vroeger aanzien en macht. Vandaag de dag weten mensen vaak niet goed wat bonden doen en wat ze eraan hebben.
Vakbonden zagen hun ledentallen de afgelopen decennia fors teruggelopen. Daarmee staan ze voor belangrijke beslissingen: welke koers moeten we varen, welke positie willen we innemen, welk verdienmodel hoort daarbij?
CGMV buigt zich als kleine christelijke vakorganisatie ook over die vragen. Sinds ons ontstaan in 1952 richtten we ons voornamelijk op individuele belangenbehartiging van werknemers en werkgevers. Hoe kunnen wij relevant blijven? Tegenwoordig willen we ook niet-leden van dienst zijn. We helpen bijvoorbeeld bij het opstellen van sollicitatiebrieven en geven workshops over het omgaan met werkstress.
In de toekomst zal er behoefte blijven aan vakbonden, omdat die de collectieve belangen van werknemers behartigen. Dit zorgt voor stabiliteit en arbeidsrust. Bedrijven vinden het nu eenmaal prettig dat ze binnen hun sector niet hoeven te concurreren op lonen. Maar het zijn nog altijd de grote spelers binnen een bedrijfstak die bepalen wat er gebeurt op het terrein van de cao; anderen moeten mee in de slipstream.
Het is de vraag of dit ‘spel’ nog aansluit bij wat er op de werkvloer leeft. Wij vinden van niet. De arbeidsmarkt verandert immers, denk aan de opkomst van flexwerkers en zzp’ers. De positie van medewerkers in de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden is vaak zwakker dan vroeger. Bovendien worden velen niet vertegenwoordigd door vakbonden omdat ze geen lid zijn.
Op bedrijfsniveau zien we dat op het terrein van arbeidsvoorwaarden de behoefte aan maatwerk groeit. Individuele werknemers stellen andere eisen en stemmen die liever af met hun werkgever dan dat ze in het keurslijf van een cao zitten. Wij vinden dat er op bedrijfstakniveau meer raamwerkafspraken gemaakt zouden moeten worden en dat er meer ruimte moet komen voor medezeggenschap bij de invulling op bedrijfsniveau. Vakbonden kunnen vanuit hun expertise die medezeggenschap bijstaan, mede vormgeven en vernieuwen en individuele medewerkers adviseren.
Ook over de positie die vakbonden innemen, valt er het nodige te zeggen. In de wereld waarin CGMV zich beweegt, de polder, heeft de polarisatie behoorlijk wortel geschoten. Wij zien steeds meer campagnes waarin vertegenwoordigers van werknemers het verschil uitvergroten, ten koste van werkgevers. Dat gebeurt op terreinen van flexibiliteit, loon en het creëren van banen. De verharding in de maatschappij en het uitgaan van tegenstellingen maken een samenleving kapot. Op allerlei fronten ontstaat verwijdering en vervreemding. Laten we overgaan van polariseren naar samenleven en daarin het grote voorbeeld van Christus volgen. Laten we samen verantwoordelijkheid nemen en niet tegenover elkaar gaan staan. Niet vanaf je stelling je eigen gelijk schreeuwen, maar leren luisteren naar de ander en naar zijn argumenten.
Opmerkelijk genoeg daalde het ledental van vakbonden de laatste jaren minder snel. Eind maart 2016 waren volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 1,7 miljoen mensen aangesloten bij een vakbond, 17.000 minder dan in 2015. Opvallend detail: het aantal vrouwelijke vakbondsleden stijgt elk jaar, wat uiteraard samenhangt met de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen. Laten het nu uitgerekend vrouwen zijn die de meerwaarde van een vakbond steeds meer onderkennen.
De auteurs zijn bestuurder bij de christelijke vakorganisatie CGMV.