Vader-zoonsurvival zorgt voor avontuurlijke en geestelijke band
Waar ben ik aan begonnen? Die verzuchting was er al voor het vertrek. Maar tijdens de survival is er niet eens meer tijd om dit te denken; de stress slaat toe, daar op dat dunne staalkabeltje in het klimbos in de Ardennen.
Samen met je zoon drie dagen lang overleven in de buitenlucht van de vochtige bossen van België. Tientallen vaders doen het, tijdens door kerkelijke bonden georganiseerde vader-zoonsurvivals (zie: ”Samen werken aan opbouw en herstel vader-zoonrelatie”). Uitgedaagd door de elementen én de opdrachten moeten vader en zoon elkaar beter leren kennen en vertrouwen.
Onwennig kijken ze deze maandagmiddag rond in de centrale tent van het kamp op camping Les Ochay in de zuidelijke Ardennen: jongens van 12 tot 14 jaar en vaders van 37 tot 56 jaar. Allen met één doel: een sterkere vader-zoonband.
Jeugdwerkadviseur Sjaak Jacobse van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) opent het kamp met een korte Bijbelstudie over de „loodzware vader-zoondriedaagse” die Abraham beleefde met zijn destijds al 35-jarige zoon Izak toen hij deze moest offeren. Na drie dagen reizen en zwijgen begint Izak vragen te stellen. „Stel jij vragen, ook als je vader het moeilijk vindt om erover te praten?” vraagt Jacobse aan de zoons. En aan de vaders: „Is geluk van je kind een doel op zich, of wil je je zoon tot God leiden?”
Staflid Karel Post van Outdoor Explorers mixt de groep. Elke vader zoekt een andere zoon op. Beiden vertellen elkaar hoe zij hun vader of zoon zien. Waar is hij goed in? Waarin stimuleert hij jou? Gezinssamenstellingen, schoolopleidingen, beroepen, hobby’s, van alles komt langs.
Actie
Het is hoog tijd voor actie. De zeventien vader-zoonparen vormen vier teams. Vader en zoon mogen hun slaaptent opzetten. Daarna krijgen de jongens apart instructie: zij gaan outdoor-koken. De vaders mogen zich niet met het koken bemoeien en richten een kook-/schuiltent op.
Het ene team vormt sneller een eenheid dan het andere. Bij het ene klatert een applaus voor de jonge kookploeg, terwijl het andere nogmaals de schuiltent overeind probeert te krijgen.
Tussendoor evalueert Post met de vaders: hoe was de verdeling in activiteiten tussen vader en zoon: 60/40, 10/90? „Jongens van 12 tot 14 groeien in zelfstandigheid.”
Dat moet blijken tijdens de avondwandeling door het nabije bos. De jongens krijgen kaart, kompas en opdracht om naar een tasje met snoepgoed te navigeren. De vaders moet zich laten leiden, maar hebben daar best moeite mee.
Bij team A gaat het al snel fout. De paden worden –zelfs voor Belgische begrippen– smal en blijken onvindbaar. Het is donker, en het pad glad en steil. Beneden klinkt er af en toe een auto op een weg. Dan maar geen Marsjes.
Bij de nabespreking met de vaders blijkt nog weinig openheid om over de eigen opvoeding te praten. Slechts een enkeling wijdt er een opmerking over. Na wat koffie, fris en frikandellen volgt de nacht op een luchtbed in een klam dal.
Ochtendwijding
„Goedemorgen, opstaan!”, klinkt er de volgende morgen om 6.15 uur. Drie kwartier later volgt het ontbijt. Jacobse houdt een Bijbelstudie over bidden (Lukas 11). „Je moet dat aanhoudend doen. God vraagt of je dit vrijmoedig wilt doen.” De vraag voor deze dag is: „Jongens, durf jij vrijmoedig elke vraag aan je vader te stellen? En aan de Heere? En vaders, geef jij je kinderen écht het goede en niet iets wat er op lijkt maar het niet is?”
Een lange dag staat er op het programma. Opnieuw een wandeltocht, dit keer bij daglicht, met de kookspullen en een halfvolle jerrycan met water. Ook nu gaat de navigatie bij team A mis en arriveren de acht teamleden bijna als laatsten bij het beoogde punt: boogschieten.
Zoonlief legt de pijl aan en sluit zijn ogen; hij moet zich met woorden of armcorrecties laten leiden door zijn vader. Dat de pijl vaker naast het bord komt dan erop, hindert niemand.
Intieme vragen
Tijdens een lange wandeling over een oude spoorbaan mogen de zoons hun vader soms intieme vragen stellen die de jeugdbond heeft voorbereid. Deze gaan over gevoelens (Wanneer voelde u zich voor het laatst boos/blij/bang/verdrietig?), karakter (Welke eigenschap van uzelf zou u graag aan mij willen doorgeven?), liefde (Wat trok u aan in mama? En: Hoe belangrijk is seksualiteit voor u?) en geloof (Wie is God voor u?). De vaders mogen er één of twee vragen onbesproken laten, maar dat blijken er achteraf maar weinig te hebben gedaan.
Onder aan een verlaten spoorboogbrug ligt adventurebedrijf Au Coeur de l’Ardoise, een oude leisteenmijn. Tijdens de maaltijd verheugen de zoons zich op het klimbos dat zich boven hen verheft, een enkele vader krijgt er rillingen van.
Inderdaad, vader en zoon worden aan elkaar gekoppeld en zoon mag vader leiden in de wankele schreden op het smalle kabelkoord. Hoewel er niets kan gebeuren, is voor mensen met hoogtevrees dit parcours niet fijn. „Probeer op het platform bij de boom even tot jezelf te komen”, adviseert Post deze gestreste vader.
Vaste grond
Beter gaat het op de mountainbike; lekker achter je zoon de berg afstuiteren. Voor het eerst weet team A waar het zich bevindt. Feilloos leiden de vaders hun zoons naar het ontmoetingspunt in het bos.
Daar buigen vaders en zoons zich apart over de gelijkenis van de verloren zoon. De vaders praten over vragen als: Hoe ziet jouw zoon jou? en: In hoeverre ziet je zoon in jouw handelen iets van Wie God wil zijn? De jongens denken na over: Hoe ziet God mij? Lijkt deze Vader op mijn vader?
Zittend op een meegekregen hesje –het is gelukkig nog altijd droog– vertelt een vader hoe een oudere zoon weigerde mee te gaan naar de kerk. Spanningen hierover leidden uiteindelijk tot diens vertrek uit huis.
Een staande nabespreking volgt. Een vader: „Wij noemen deze gelijkenis die van de verloren zoon, maar beter zou zijn de gelijkenis van de zich ontfermende vader.” Jacobse: „Wat wil de vader niet? Dat zijn zoons bij hem komen om voor hem te werken.”
Hij vergelijkt de oudste zoon met een keurig kerkmens. „Hij leeft op het erf van het verbond, maar is spijkerhard. Hij is hard voor zijn broer, over wie hij slechte gedachten heeft. Ook de jongste zoon wil werken, maar hij moet juist met lege handen naar zijn vader. Genade is alleen gratis te krijgen.” Dan klinkt er in het bos uit bijna veertig kelen: „Geen vader sloeg met groter mededogen, op teder kroost ooit zijn ontfermend’ ogen, dan Isrels Heer’, op ieder die Hem vreest.”
Op elkaar aangewezen
Vader en zoon worden steeds meer op elkaar aangewezen. Samen moeten ze het bos in om daar hun potje te koken. Alleen de jerrycan met water is voor gemeenschappelijk gebruik. Onze boomstronk is te klein voor twee brandertjes. De luttele preistukjes vallen in het mos, en terug in het pannetje zitten er mostakjes en dennennaalden bij. Geeft niet, de macaroni met zalm en dennennaalden smaakt prima.
In het kamp volgt de ultieme uitdaging én vader-zoonbeleving. „Jullie gaan een bivaktent opzetten in het weiland en daarin vannacht slapen”, meldt Post. Eén tent maken, van twee zeilen, vier palen en vijf touwtjes. In het pikkedonker, in de inmiddels stromende regen. Laatkomers hebben mazzel. „We hebben een probleem”, meldt Post. „De boer blijkt niet geïnformeerd te zijn. We slapen dus in onze eigen tenten.” Applaus én protest klinkt. „Wij hadden net een mooie tent staan.”
Woensdagmorgen volgt voor de jongens de laatste uitdaging: het bouwen van een vlot. Ondertussen evalueren de vaders rond het kampvuur hun ouderschap. Velen lopen tegen de werkdruk aan. „Er is meer dan werk.” Een ander: „In ons eerste gesprekje bleek al dat vier van de vijf vaders tegen hun grenzen waren aangelopen.” Jacobse: „Vaderschap is als jongleren met zeven ballen. Sommige zijn van plastic. Die van rubber komen altijd terug. Dan heb je glazen bollen. De vraag is: weet jij welke er van glas zijn?” Een vader: „De glazen bol van het gezin blijft absoluut over.”
Als het vlot klaar is, vertrekken eerst de jongens van team A en B op het lage water van de langs de camping lopende Semois. De tocht is symbolisch: de zonen proberen met prikstokken los te komen van de wal, terwijl de vaders hun zonen vanaf de wal voorttrekken. Maar bij de brug moeten zij het lijntje loslaten…
Bij de slotceremonie volgt er voor de zonen een verrassing. Ze krijgen een cadeau van hun pa. Gereedschap, natuurbeeldjes, een hangertje, stichtelijke boekjes. Vader, eerder gesloten als een pot, heeft nu tranen in zijn ogen. „De Heere kan ook jongens bekeren.”
Samen werken aan opbouw en herstel vader-zoonrelatie
De Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) organiseert al zeven jaar vader-zoonsurvivals. Aanleiding om ermee te starten waren signalen die de bond kreeg dat het vaak niet goed ging in de relatie tussen vaders en puberzoons, vertelt jeugdwerkadviseur Sjaak Jacobse. „Tot de zoon 12, 13 jaar is, gaat het vaak goed. Als de zoon dan puber wordt, in zichzelf gekeerd raakt en meer ruimte vraagt, gaan sommige vaders datzelfde gedrag vertonen. Daardoor neemt de verbondenheid af.”
Om die gebrekkige communicatie weer op gang te brengen, bedachten JBGG-directeur Laurens Kroon en relatietherapeut Karel Post een vader-zoondriedaagse, in de Ardennen, waar het in het najaar vaak regent. „Bewust doen we dit in de herfstvakantie”, meldt Jacobse. „Door samen ontberingen te lijden, komen vader en zoon uit hun gemakkelijke positie en belanden in een situatie waarin het draait om overleven en kameraadschap. Dat maakt het voor mannen gemakkelijker om met elkaar te praten.”
Drie dagen met elkaar optrekken, werkt vaak. „Vaders en zoons moeten niet alleen met elkaar praten, maar ook dingen doen. Vaders worden zich tijdens de survival vaak bewust: dit moet ik vaker doen met mijn zoon”, zegt de JBGG-jeugdwerkadviseur.
Karel Post van Outback Explorers maakt in de driedaagse gebruik van elementen uit de zogeheten adventuretherapie, die hij voor zijn jongenshulpverlening hanteert. Daarin bereiken mensen hun grenzen, maar moeten toch doorgaan. „Wat doet dat als je als vader en zoon samen bent? Adventuretherapie wil relaties herstellen, met jezelf en met belangrijke andere mensen. Dat kan in een avontuurlijke leeromgeving. Vaders en zoons moeten leren zich open te stellen, ook al deed dat voorheen pijn. Pas als er contact is, kun je opvoeden. Waarbij de kernvraag is: Houd je nog van elkaar?”
De driedaagse is geen tovermiddel, stelt Post. „Soms komen er vaders die deelnamen terug met een hulpvraag. Zij willen hun zoon excuses aanbieden. Dat is een mooi startmoment om in een verstoorde relatie het tij te keren. Soms gebeurden er schrijnende dingen. Dat wordt soms al tijdens een kamp duidelijk. Dan zie ik dingen waarover ik me zorgen maak.”
Beter is het deze situaties te voorkomen en vroegtijdig bij te sturen. „Het initiatief moet daarvoor bij vaders vandaan komen. Of moeders. Vaak sturen zij aan op deelname aan de survival.”
Opvallend vindt Post het dat ook jongeren met aandoeningen als ADHD, ADD en autisme in zo’n prikkelrijk kamp tot rust komen. „De natuur is als docent voorspelbaar en veroordeelt niet.”
Post doet jaarlijks drie à vier keer een vader-zoonsurvival: twee à drie keer voor de JBGG, sinds 2014 ook een voor de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie (HHJO) en soms voor een plaatselijke kerkelijke gemeente.