Onderzoek motieven bij gezinsvorming
Kerken zouden zich terughoudend moeten opstellen als het gaat om het geven van richtlijnen over gezinsvorming, stelt Femke Hagoort. Volgens haar moeten gemeenteleden vooral worden aangemoedigd om hun eigen motieven te onderzoeken.
Graag wil ik reageren op de discussie over anticonceptie in deze krant (RD 8-10, 11-10, 15-10, 18-10 en 22-10). Het al dan niet gebruiken van enige vorm van anticonceptie is een persoonlijk en intiem onderwerp. Het is een onderwerp waar je gevoelsmatig niet ‘zomaar’ met iedereen over in gesprek gaat. Soms verbaas ik me erover hoe gemakkelijk mensen toch een opmerking maken of hun mening ventileren over zoiets intiems als het krijgen van kinderen.
Ik heb me afgevraagd of ik ook vind dat de kerken die geworteld zijn in de protestantse traditie zich meer zou moeten uitspreken over anticonceptiegebruik. Anticonceptie is een van de onderwerpen waarover je in de Bijbel niet rechtstreeks een gebod of leefregel kunt vinden. Dat geldt overigens voor veel meer onderwerpen, bijvoorbeeld het al dan niet buitenshuis werken van moeders.
Ruimte
God heeft Zijn wil geopenbaard in Zijn Woord, met duidelijke kaders. Maar binnen die kaders is er kennelijk een bepaalde ruimte om te zoeken, misschien zelfs te worstelen, met Gods wil in ons persoonlijke leven. Het heeft voor mij iets ontroerends dat God ons een zekere ruimte biedt om Zijn wil te leren vertalen naar ons leven van alledag. Tegelijkertijd betekent dit ook dat, misschien juist omdat God zo persoonlijk bij ons leven betrokken wil zijn, er waarschijnlijk niet zozeer één regel is die voor iedereen geldend is op deze terreinen.
Binnen de ruimte die God ons gegeven heeft om Zijn wil in ons persoonlijke leven te ontdekken, lijkt het vooral belangrijk te zijn dat we onze eigen (diepste) motivaties onderzoeken. Dat is een moeilijke opdracht, omdat ons hart, zoals de Bijbel zegt, arglistig is. Toch zullen we dat bij elke beslissing, steeds weer moeten doen. Of wat wij doen of niet doen in de door God gegeven ruimte, goed is in de ogen van God, wordt namelijk voor een groot deel bepaald door die onderliggende motieven. Dit betekent soms ook dat een beslissing voor de ene mens er een is vanuit geloof en vertrouwen, terwijl een soortgelijke beslissing van de ander, er een is vanuit ongeloof en zelfgerichtheid. We moeten leren om onszelf en anderen niet alleen maar te beoordelen op gedrag en dat wat voor ogen is, en misschien vaker beseffen dat de Heere ons hart aanziet en door onze buitenkant heen kijkt.
Deze bewustwording leidt er ook toe dat we onze kritische blik meer naar binnen richten, dan op de mensen om ons heen. Als je enig zicht krijgt op de soms donkere motieven bij jezelf, voel je over het algemeen niet zo’n sterke noodzaak meer om over gedragingen van de ander te oordelen.
Naäman
Onlangs preekte onze predikant over Naäman. Naäman vraagt, nadat hij genezen is, aan Elisa hoe hij dat nu moet aanpakken als hij met zijn heer meegaat naar de afgodstempel van Rimmon. Elisa zegt niet: „Dat kan echt niet, je neerbuigen voor een andere God, Naäman, jouw bekering heeft consequenties en die moet je nemen.” Hij zegt ook niet: „Het maakt niet uit wat je doet, Naäman, de Heere heeft er heus begrip voor.” Nee, Elisa zegt alleen: „Ga in vrede.” De Heere zal met Naäman meegaan en hem de weg wijzen.
Mijn mening is dat ook de kerk een zekere terughoudendheid zou moeten blijven betrachten als het gaat om het geven van vaste richtlijnen bij onderwerpen zoals gezinsvorming. Gemeenteleden moeten vooral worden aangemoedigd om hun eigen motieven om iets wel of niet te doen, te onderzoeken. Voor het doen van zelfonderzoek zou de kerk overigens best wat concretere handvatten kunnen geven dan nu veelal gebeurt. De handvatten kunnen mensen stimuleren om vaker aan onderzoek te doen, bij zichzelf, maar ook bijvoorbeeld als echtpaar.
Verwondering
Overigens neemt bovenstaande niet weg dat de kerk positief mag spreken over gezinsvorming en het krijgen van kinderen. Overal in de Bijbel is terug te vinden dat het krijgen van kinderen een grote zegen van God is. Diepe verwondering over zo’n bijzonder proces als conceptie, zwangerschap en geboorte, overweldigende manifestaties van Gods scheppingskracht, wordt weleens gemist. Gelovigen zouden zich vaker mogen verwonderen.
Ten slotte, dat onze God, Schepper van hemel en aarde, betrokken is op ons leven, op onze alledaagsheid, en dat Hij ons Zijn wegen wil leren, ook als gaat om het krijgen van kinderen, vind ik zo mooi! Het geeft mij vertrouwen om mijn leven te durven leven, te zoeken naar Zijn wil en steeds opnieuw aan Hem te vragen: „Heere, maak mij Uw wegen, door Uw Woord en Geest bekend.”
De auteur is moeder en werkt in deeltijd als gz-psycholoog bij een ggz-instelling. Klik hier voor meer artikelen over dit thema.