Amsterdam had boete niet mogen opleggen
Een man die door de gemeente Amsterdam was beboet voor de verhuur van drie appartementen aan toeristen en het daar niet mee eens was, heeft woensdag van de Raad van State gelijk gekregen.
De man is eigenaar van drie appartementen op de Prins Hendrikkade. Hij had het complex verhuurd aan een vrouw, die de appartementen op haar beurt als hotel onderverhuurde aan toeristen. De eigenaar wist daar niets van. Toch kreeg hij van de gemeente een boete van 36.000 euro aan zijn broek, omdat hij de appartementen volgens de gemeente had „onttrokken aan de woningvoorraad”. De man is daar nu met succes tegen in het geweer gekomen.
Zodra hij lucht kreeg van de illegale onderverhuur, heeft de man het huurcontract met de vrouw opgezegd. Ook heeft hij naar eigen zeggen zelf nooit financieel voordeel van de onderverhuur gehad.
Voor de Raad van State weegt het zwaarst dat de gemeente Amsterdam zich niet aan haar eigen beleid heeft gehouden door de man te beboeten ondanks dat hij van niets wist. Voor de raad is dat voldoende reden om de boete door te strepen.
Amsterdam wil de verhuur van woonruimte aan toeristen, zoals via Airbnb, aan banden leggen, omdat er vaak melding wordt gemaakt van overlast. Ook worden woningen geregeld veel langer verhuurd en aan meer mensen dan toegestaan.