De animo voor een andere gasleverancier is lager, 12 procent. Dat blijkt uit een maandag gepresenteerd onderzoek van het Platform Versnelling Energieliberalisering (PVE), waarin de energiebranche, klantenorganisaties en de overheid zijn vertegenwoordigd. Het publieksonderzoek van het platform had in april plaats, twee maanden voor de opening van de energiemarkt. Per 1 juli mogen dan ook de huishoudens zelf hun leverancier van stroom en gas kiezen.

Van degenen die van plan zijn een andere stroomleverancier te nemen, doet 62 procent dat binnen een halfjaar na 1 juli. Twee procent stapt meteen over. Voor de overstap naar een andere gasleverancier liggen die percentages respectievelijk op 45 procent en 1 procent.

De mensen die overwegen om later dan binnen een halfjaar over te stappen, doen dat omdat ze eerst willen afwachten hoe de prijzen zich ontwikkelen en of het switchen bij andere overstappers goed verloopt. Prijsvoordeel is voor driekwart van de potentiële overstappers de reden. Nog eens 15 procent denkt een betere service te krijgen bij de nieuwe leverancier.

Bij de vorige PVE-peiling in november gaf 21 procent van de huishoudens aan zeker of waarschijnlijk van plan te zijn over te stappen naar een andere energieleverancier. In tegenstelling tot het jongste onderzoek, was er toen geen onderscheid gemaakt tussen stroom- en gasleverancier.