Vliegveld Sint Maarten steeds meer een knooppunt
„Wekelijks vliegen we 800 kilo Saba-kreeft van Sint Maarten naar Hongkong”, zegt Martijn ten Broecke. „Binnenkort verdubbelt deze hoeveelheid.” Het belang van een klein vliegveld in het Caraïbisch gebied.
Broecke is stationmanager voor Air France-KLM op Princess Juliana International Airport op Sint Maarten. De luchthaven is wereldberoemd, met name onder vliegtuigspotters. Zij vergapen er zich vanuit een aangrenzende bar aan extreem laag binnenkomende vliegtuigen. Op internet staan spectaculaire foto’s en filmpjes: badgasten lijken landende luchtreuzen bijna aan te tikken.
De luchthaven is een van de drukste in het noordelijk Caraïbisch gebied. Ten Broecke zorgt ervoor dat zijn vliegtuigen veilig en liefst op tijd weer vertrekken. Je vindt hem bij aankomst van vluchten uit Amsterdam of Parijs bij de gate, en bij vertrek van vluchten weer in de vertrekhal. „Soms zijn er alleenreizende kinderen of passagiers die assistentie nodig hebben. Bij overboekte vluchten moet ik een oplossing regelen.” Ook de bagage is van belang: „Zijn de karren wel goed geladen? Komen de koffers in de juiste containers?” En altijd speelt er de tijdsdruk. Zo moet de KLM-kist in één uur en vijf minuten weer door via Curaçao naar Amsterdam. Air France heeft daar een uur langer de tijd voor vanwege schoonmaak en tanken; die kist gaat meteen weer terug naar Parijs.
Gevaarlijk
In 1943 opende de toenmalige prinses Juliana het internationale vliegveld van Sint Maarten. Het functioneert voor zowel de Nederlandse als de Franse kant van het eiland. De luchthaven staat bekend om zijn korte landingsbaan van 2300 meter. Grotere toestellen moeten extreem laag aanvliegen, soms bulderen ze maar enkele tientallen meters boven het strand. Hierdoor staat het vliegveld bekend als een van de riskantste ter wereld. Ten Broecke: „Bij het opstijgen is vooral de combinatie van de korte baan en de erachter gelegen berg vrij uniek. Hierdoor heeft de Boeing 747 van de KLM geen permissie om met volle tanks voor Amsterdam op te stijgen. Dus wordt er een landing gemaakt in Curaçao. De kleinere en lichtere MD11 of een A340 van Air France haalt Parijs normaal gesproken wel.”
Maar ook de wind speelt een rol. „Is er voldoende benodigde tegenwind bij het opstijgen?” Als er orkanen in de buurt zijn ,valt de wind soms helemaal weg of komt hij uit een ongunstige richting. Dan heeft ook Air France last van de korte baan. In die situatie tanken ook zij niet vol en maken ze een extra stop in Guadeloupe. Daar is, net als op Curaçao, de baan veel langer: dan is het niet erg wanneer het met volle tanks wat langer duurt voordat het toestel voldoende lift krijgt.”
Klein team
Ten Broecke studeerde hts vliegtuigbouwkunde. Uiteindelijk koos hij niet voor de technische maar voor de operationele kant van het vliegen. In 2011 werd Tel Aviv zijn eerste buitenlandse standplaats, drie jaar later verhuisde hij met zijn gezin naar Sint Maarten. „Elke drie tot vier jaar wisselen wij van standplaats. Binnen de carrousel van beschikbare bestemmingen kun je wel een voorkeur opgeven. Die weegt wel mee maar is niet doorslaggevend.” Op Sint Maarten heeft hij het enorm naar zijn zin. Het is een belangrijk knooppunt voor de luchtvaart in het noordelijk Caraïbisch gebied, vanwaar weer vele kleinere eilanden in de regio worden bediend.
Ten Broecke werkt met drie collega’s redelijk zelfstandige. In Guadeloupe (Air France) en op Curaçao (KLM) zijn grotere commerciële posten. „Op Sint Maarten zorgen we er, samen met twee ingehuurde afhandelaars, voor dat er in het hoogseizoen tien vluchten per week binnenkomen en weer vertrekken.”
Veiligheid
Meestal gaan de zaken zoals ze behoren te gaan, maar soms kan een technische storing, een bommelding of een naderende orkaan de Nederlander op scherp stellen. Ten Broecke: „Zijn er technische problemen, dan ligt dat natuurlijk gevoelig. Mensen zien de KLM als betrouwbaar, wij moeten dan goed handelen. Dat geldt ook als onderdelen soms van ver moeten komen of als het uiterst lastig is om een groep van 400 gestrande passagiers in het hoogseizoen onder dak te brengen.”
Vorig jaar werd de KLM opgeschrikt door een bommelding op Sint Maarten. Het toestel en de terminal werden razendsnel onderzocht, er werd niets gevonden. „Aan de hand van geldende veiligheidsprotocollen maken we dan een inschatting. In zo’n situatie is het wel van belang dat het vliegtuig nog met dezelfde bemanning verder kan. Als de crew door het oponthoud te lang aan het werk is, hebben we hier niet meteen weer een nieuwe achter de hand. Uiteindelijk geldt natuurlijk dat alles veilig moet zijn, anders gaan we niet weg.”
Saba-kreeft
Momenteel doet de KLM het bovenwindse eiland drie keer per week aan met een Boeing 747-400. Air France vliegt in het hoogseizoen zelfs zeven keer per week. Ten Broecke: „Door de fusie vullen beide maatschappijen elkaar heel goed aan. De KLM vertrekt al vroeg van Schiphol, waarbij 300 van de 400 passagiers doorvliegen naar Curaçao. Air France vertrekt een paar uur later uit Parijs. Zo profiteert laatstgenoemde meer van passagiers die van elders aansluiting hebben op hun vlucht naar Sint Maarten en van daaruit soms weer verder vliegen binnen de regio.” Ten Broecke noemt daarbij opvallende aantallen Indiërs, Chinezen, Russen, Italianen „en niet te vergeten de vele Fransen op doorreis naar het exotische buureiland Saint-Barthélemy.”
Behalve passagiers arriveert er ook vracht op de Prinses Julianaluchthaven, per vlucht circa vier tot vijf pallets. „Denk vooral aan verse producten, levensmiddelen voor supermarkten en bloemen. Vanaf Sint Maarten is er verder weinig uitgaande vracht, behalve dat de KLM elke week 800 kilo levende kreeft van de Sababank via Curaçao en Amsterdam naar Hongkong vliegt. „De kreeften komen hier in piepschuim koeldozen binnen vanuit Saba. Het is levend transport, we moeten dus scherp op de temperatuur letten. Blijkbaar is deze kreeft erg populair in Hongkong, mogelijk verdubbelt dit vervoer binnenkort zelfs.” Ook de kreeften moeten een securitycheck passeren en gaan door scanners.
Meteen retour
De KLM zet komende winter stevig in op Sint Maarten. Waar het eiland nu nog in combinatie met Curaçao door de Boeing 747-400 wordt aangevlogen, komen er binnenkort voor het eerst rechtstreekse vluchten van en naar het bovenwindse eiland met een Airbus A330-200. Dat bespaart Sint Maartengangers op de terugweg vier uur en twintig minuten reistijd: de omweg via Curaçao vervalt immers. „Ook voor de kreeften is dat prettiger.”
De Airbussen zijn weliswaar kleiner (ze bieden plaats aan 243 passagiers), maar omdat er geen passagiers voor Curaçao meer aan boord zijn stappen er op Sint Maarten straks alleen al wekelijks rond de 700 passagiers in en uit de KLM-toestellen. Dit is goed nieuws voor de lokale economie van het eiland.
Het in korte tijd inzetten van relatief veel capaciteit op een bestemming toont de dynamiek aan die er op dit moment is in de toeristische markt. Het betekent echter ook dat vliegtuigspotters het voortaan moeten stellen zonder de indrukwekkende aanblik van een landende Boeing 747 van KLM.
Rechtszaak wegens letselschade
Het begin van de start- en landingsbaan ligt pal aan een doorgaande weg naar hotels, casino’s en een woonwijk. Grote vertrekkende vliegtuigen veroorzaken een gevaarlijke luchtverplaatsing voor langsrijdende auto’s. Maar ook strandgasten kunnen gezandstraald worden, petten waaien af en tassen en handdoeken waaien in zee. Ondanks waarschuwingsborden gaan toeristen soms aan het hek hangen, in de jetblast van de vliegtuigmotoren. Dit kan letsel tot gevolg hebben door opwaaiend materiaal. In 2004 leidde dit tot een letselschadezaak tot aan de Hoge Raad. Een gewonde toerist stelde de luchthaven aansprakelijk. Ondanks de borden stonden er op dat moment veel toeristen en vliegtuigspotters bij het hek. De vrouw meende zo het gevaar niet te kunnen inschatten en werd door de jetblast van een Boeing 747 een paar meter naar achteren tegen de rotsen geworpen. Sindsdien staan er betere borden die duidelijker zijn over het concrete gevaar.