Knipoog: digitale stoplichten
In kerken diende vroeger een rood lampje als vermaning voor lieden die niet tot de parochie behoorden om te wachten op een zitplaats totdat alle kerkelijke ingezetenen metterdaad hun zetel hadden ingenomen. Daarna sprong het licht op groen als ultieme uitnodiging voor de gasten om ook plaats te nemen. Stoplichten als vermaning.
Soms werd of wordt in kerkgebouwen ook expliciet een vermaning aangebracht, al of niet bedoeld voor ongenode gasten. Bezoekers van vrouwelijke kunne wordt bijvoorbeeld gevraagd niet met ongedekten hoofde het gebouw te betreden. Nu moet men niet denken dat dit soort vermaningen alleen te traceren is in kerkgebouwen aan de rechterflank van het kerkelijke spectrum. Bij de doopsgezinden, die vandaag bepaald meer te boek staan als rekkelijken dan als preciezen, héten de kerkgebouwen zelfs Vermaning. Dat gaat terug op de tijd toen de volgelingen van de Fries Menno Simons, de ”dopersen”, nog strenge tucht kenden, wat ook tot uitdrukking kwam in de ingetogenheid en soberheid van de kerkgebouwen.
Nu is soberheid weliswaar ook een calvinistisch principe, maar dat neemt niet weg dat historische hervormde kerken soms rijk aan treffende symboliek zijn. Dat is zeker het geval waar ze nog uit de late middeleeuwen stammen, hoewel dan ontdaan van alles (of het meeste) wat naar „vervloekte afgoderij” zweemde.
Hoe sacraal is een kerkgebouw? Bij de een mag vandaag alles, bij de ander niets. Onder ”alles” versta ik niet alleen wereldlijke maar ook wereldse evenementen, verbeeldingen of creaties. Onder ”niets” versta ik alles wat buiten de zondagse eredienst valt. Maar ach, waar kerkgebouwen vroeger schuurkerken heetten, met alle soberheid van dien, worden ze vandaag als ”domes” aangeduid, met alle aankleding van dien.
Wie echter een duik neemt in het verleden, komt aan de weet dat het in de kerkgebouwen lang niet altijd zo sacraal toeging. Het kerkgebouw was ook de plek voor publieke afkondigingen op zondag of voor doordeweekse publieke twistgedingen.
Bij sommige vermaningen komen de ogen op stokjes. In het fraaie boek ”Kerkinterieurs in Nederland” (uitgave WBOOKS) las ik dat in de Westerkerk van Enkhuizen in 1594 een vermaning was aangebracht om niet op de muren en in de kerkbanken „te kalken en te krassen” of om niet „met cloten, knickerkens ofte ander instrumenten” te spelen. Helemaal ongelofelijk was een vermaning in de Utrechtse Buurkerk op een bord uit 1612, namelijk om „tijdens de preek”(!) geen handelswaar door de kerk te kruien en zelfs ook om geen vee door het dwarsschip van de kerk te drijven. Men zal bij dat laatste niet gedacht hebben aan het gegeven dat toch eenmaal koeien samen met berinnen zullen weiden.
Toch pleit ik nog wel voor een eigentijdse vermaning: geen iPads of iPhones in dit gebouw. Een vermaning alleen voor de jeugd? Ooit zat ik in een gewijde ruimte met dito karakter –hoewel geen zondagse dienst– waar iemand zijn directe omgeving zat te informeren hoe de stand was bij een wedstrijd Nederland-Tsjechië. Men moet niet uitsluiten dat ouderen die zulke apparatuur bij zich hebben vanwege Bijbel en liederenbundel daarop, ook minder gewijde zaken binnen oogbereik krijgen. Stoppen met die handel! Een pleidooi dus voor digitale stoplichten als vermaning.