Snackbareigenaar Hans Hus stond oog in oog met overvaller
Het goede nieuws deze week: het aantal overvallen in Nederland daalt fors. Van 1900 in 2006 tot 1200 vorig jaar. Het slechte nieuws: cafetaria’s zullen vaker doelwit zijn van overvallers, omdat daar relatief veel contant geld te halen is. Hans Hus (60), baas van een snackbar in Nootdorp, stond oog in oog met een misdadiger.
TOEN
In januari 2008 ging ik ’s avond rond halfelf geld afstorten bij de Rabobank in Nootdorp. Die bank ligt zo’n 200 meter van mijn snackbar vandaan. Ik parkeerde vlak bij de afstortkluis van de bank. In mijn geldzak zat een paar duizend euro. Naast mij stopte met piepende banden een auto met gedoofde lichten. De bijrijder sprong uit. Hij droeg een bivakmuts en had een pistool. „Geld! Geld!” riep hij.
In eerste instantie wilde ik mijn geld niet afgeven. De man dreef me een hoek in. „Hier met dat geld!” schreeuwde hij. „Nee! Nee!” schreeuwde ik. Ik hoopte dat door de herrie mensen die in de buurt wonen mij te hulp zouden schieten. Toch gooide ik de zak geld maar op straat. De overvaller griste de zak weg en sprong in zijn auto.
Ik kon het kenteken noteren en onthield kleur en type van de wagen. In mijn eigen auto, die nog vlak bij de bank stond, belde ik 1-1-2. Ik vertelde waar ik was en hield contact met de meldkamer. Na een kwartier stopte 80 meter verderop een auto met gedoofde lichten. Toen werd ik angstig en nerveus. Waren de overvallers teruggekomen? Maar het bleek een onopvallende auto van de recherche te zijn. De rechercheurs waarschuwden surveillanten in de regio. Die moesten uitkijken naar de auto van de overvallers.
In het nabijgelegen Pijnacker deed ik meteen aangifte bij de politie. Dat duurde zo’n drie kwartier. Toen ik daarna huiswaarts reed, belde ik een kameraad. Ik moest mijn verhaal kwijt.
Later bleek dat de overvallers al mijn gangen moeten zijn nagegaan. Ze hebben kennelijk ontdekt dat ik destijds op een vast tijdstip geld naar de bank bracht. Hoewel de politie achterhaalde dat de daders vermoedelijk opereerden vanuit een Rotterdams garagebedrijf, zijn er bij mijn weten nooit verdachten aangehouden.
Ik ben een nuchter mens en bleef de dagen na de overval rustig. Maar toen ik een paar weken later samen met mijn vrouw naar een Duitse misdaadfilm keek, realiseerde ik me dat de overval voor mij slecht had kunnen aflopen. In de film werd een slachtoffer in elkaar geslagen. Dat ik in Nootdorp mijn geld heb afgegeven, was verstandig.
Sinds de overval ben ik alerter. Mijn medewerkers houd ik geregeld voor dat ze aan hun veiligheid moeten denken. Ze moeten proberen te voorkomen dat een overvaller in paniek gaat slaan, schoppen, steken of schieten. Geld is vervangbaar.
Ik kan begrijpen dat mensen zich laf of schuldig voelen als ze geld afgeven. Zelf dacht ik tijdens de overval in 2008: Denk je dat ik geld waarvoor ik hard heb gewerkt, afgeef? Toch is het niet verstandig met overvallers te gaan strijden. Dan loop je risico dat je gewond raakt of erger. Dat is het niet waard.
NU
Uit een woensdag gepresenteerd rapport blijkt dat het totaalaantal overvallen is gedaald, maar helaas zijn snackbars juist vaker doelwit. Daar is relatief veel contant geld te halen. Een zorgelijke ontwikkeling. Wel betalen mensen ook in de snackbar steeds vaker met een pas. Inmiddels doet 60 procent van onze klanten dat. Vervelend is dat overvallers vaak impulsief handelen. Ze zijn moeilijk tegen te houden. Die gasten hebben snel geld nodig en besluiten in een opwelling een cafetaria te overvallen.
STRAKS
Volgend jaar zal de vakvereniging Profri, Professionele Frituurders, in samenwerking met justitie, snackbarmedewerkers cursussen over veiligheid gaan geven.
Verstandig is een afroomkluis bij je kassa te installeren. Medewerkers kunnen briefjes van 20 en 50 meteen in zo’n kluis stoppen. Op zo’n kluis kun je een tijdslot zetten, zodat de kast na bijvoorbeeld tien minuten pas opengaat. Maak duidelijk dat er zo’n afroomkluis in je zaak is. Dat schrikt overvallers af.
Een nieuwe trend is dat de medewerker briefgeld in de kluis doet en er dan niet meer bij kan. Zodra een bankbiljet in de kluis verdwijnt, registreert een computer dat en krijgt de snackbar de waarde op zijn rekening bijgeschreven. Een waardetransporteur leegt de kluis geregeld en brengt de biljetten naar de bank.
Handig is ook een zogeheten confronteringscamera op te hangen. Mijn snackbar heeft er ook een. Die camera kijkt voorbijgangers als het ware op ooghoogte aan en maakt scherpe beelden. Voorbijgangers zien die zelf ook. Kwaadwillenden worden zo afgeremd. Zorg verder dat iemand nooit in zijn eentje een snackbar hoeft te sluiten. Belangrijk is bovendien dat de zaak goed is verlicht.
Als voorzitter van Profri hoor ik aangrijpende verhalen van overvalslachtoffers. Onlangs vertelde een medewerkster van een Veenendaalse cafetaria op onze ledenvergadering over een overval. Ze was bedreigd. Je ziet bij zo’n meisje een golf van emoties.
Onlangs nog hoorde ik van een overval op een snackbar in Badhoevedorp. De eigenaar is een ex-marinier. Hij was in een ruimte naast de snackbar bezig met papierwerk toen een overvaller binnenkwam en geld eiste. De overvaller had een medewerkster van de cafetaria meegenomen en hield een pistool tegen haar hoofd. De eigenaar gaf de overvaller het geld. Dat zijn heftige gebeurtenissen.
De ex-marinier liet later weten tijdens de overval een mix van emoties te hebben ervaren: woede, teleurstelling, onmacht, gekrenktheid.”