Joden bereiden zich voor op het Loofhuttenfeest
Dit is, net als de tijd rond Pasen, een mooie tijd om in Israël te zijn. Zondagavond begint namelijk het Loofhuttenfeest. Dat is het zeven dagen durende feest waarin Joden eraan denken dat ze in tenten woonden nadat ze uit de slavernij in Egypte waren bevrijd. Een volk heeft geen toekomst als het zijn geschiedenis vergeet.
Soekot, het Hebreeuwse woord voor Loofhuttenfeest, is ook een landbouwfeest. Dat is goed te zien op de Jeruzalemse Mahane Yehudamarkt. In een overdekt gedeelte zijn de vier boomproducten te koop die bij het feest horen. Dat zijn de palmtak, mirtetak, wilgentak en een citrusvrucht, de ”etrog”.
Joden nemen die mee als ze bidden in de synagoge of bij de eeuwenoude tempelmuur.
Een van de verkopers is Yosef. Ieder kan bij zijn stand terecht: de prijzen van de etrog variëren van 10 tot 120 euro. „Vijf jaar geleden zijn we gestopt om ze uit Egypte te importeren”, zegt hij. „Dat gaf te veel moeilijkheden. Nu komt alles uit de Jordaanvallei.”
De in een groen T-shirt gestoken marktkoopman vertelt dat de speciale markt onmiddellijk na Grote Verzoendag opengaat. Pas zondagmiddag sluit hij af, aan de vooravond van Soekot. Met uitzondering van vandaag natuurlijk – op sabbat gaat alles op slot.
De klanten vinden het moeilijk kiezen. Orthodoxe Joden houden een vergrootglas voor het puntje van de palmtak, wrijven de etrog met water schoon en bijzienden onder hen schuiven hun bril omhoog. „Iedereen zoekt het beste van het beste”, zegt de in het zwart geklede Uri. „De etrog mag niet beschadigd zijn. Ik breng hier een paar uur door om de producten uit te zoeken.”
De vingers van Naftali gaan over de mirtetak. Hij vertelt zijn zoon waar hij op moet letten. De drie blaadjes moeten strak tegenover elkaar staan. „Wie rijk is geeft hier veel geld uit”, zegt hij. „Maar wie niet rijk is, neemt met minder genoegen.”
Soekot is ook het feest van de vreugde. Dat is te zien in de wijk Nachlaot, achter de markt. In de loofhut van Ruthi –moeder van elf kinderen– liggen de versieringen nog in dozen. Vanuit de luidspreker schalt vrolijke Joodse muziek met zang, bas en drum. Straks hangt ze, samen met de kinderen, alles op.
Tijdens het feest eet en drinkt de familie in de loofhut. De mannen en jongens slapen er ook. Ze moeten de sterrenhemel kunnen zien. En als het gaat regenen? Tenslotte valt Soekot laat dit jaar, de buien kunnen elk moment binnentrekken. „Dan schuilen ze in het huis totdat het droog is. Vrouwen en meisjes slapen in huis. Daar hebben we de grootste pret.”
„Alle buren gaan tijdens Soekot ook bij elkaar op bezoek. Dat is om nieuwe ideeën op te doen. Een van hen had een gootsteen in de loofhut geplaatst, en een ander airconditioning.”
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op gebeurtenissen in Israël. Vandaag: dit is een goede tijd om in Jeruzalem te zijn.