Kerk & religie

Dr. P. de Vries op studentenconferentie HHJO: Geloof gaat aan bewijs vooraf

De verschillen tussen de bewaard gebleven handschriften van de Bijbel zijn inhoudelijk minimaal. En nergens leiden ze tot een andere boodschap.

Redactie kerk
14 October 2016 20:33Gewijzigd op 16 November 2020 07:33
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

Dat stelde dr. P. de Vries vrijdag op de studentenconferentie ”Zin in leven?!” van de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (HHJO) in Gouda. Dr. De Vries, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarium, sprak over ”De intellectuele aanvaardbaarheid van de Schrift”. Hij erkende dat er veel verschillen zijn tussen de overgeleverde handschriften van de Bijbel. „Maar we moeten die verschillen wel in het juiste perspectief zien. We vinden overschrijffouten, spellingsfouten, enzovoort. Dan raak je aan ongeveer 98 procent van de onderlinge verschillen.”

Bij de overige verschillen is het volgens de predikant niet zo „dat daardoor ook maar één fundamenteel leerstuk van de kerk ter discussie komt te staan. De verschillen tussen handschriften zijn voor geleerden interessant, maar inhoudelijk zijn ze volstrekt minimaal en nergens leidt dat tot een andere boodschap.”

Dr. De Vries is er daarom van overtuigd dat door vergelijking van de handschriften „met grote zekerheid de oorspronkelijke tekst van de Bijbel kan worden vastgesteld.” Hij voegde eraan toe dat ook in een vertaling van de Schrift de stem van God is te horen, „al moet bij theologische geschillen altijd op de brontekst worden terug­gegrepen.”

Dr. De Vries benadrukte dat de overtuiging dat de Bijbel de enige bron en norm van godskennis is aan de bewijsvoering voorafgaat. „Wij geloven dat op grond van het zelfgetuigenis van de Schrift. De Schrift zelf –en dat geldt zowel de geschriften van het Oude als van het Nieuwe Testament– presenteert zich als de stem van de levende God. Om van het gezag van de Schrift en van God –Die door de Schrift tot ons spreekt– overtuigd te worden en te blijven, is nodig dat wij steeds naar God luisteren. Dat wij in de weg van Schriftonderzoek en gebed gedurig tot Hem naderen.”

Als het gaat om de verhouding tussen geloof en wetenschap is er volgens dr. De Vries maar een beperkt aantal gebieden waarop het Bijbelse getuigenis niet lijkt te sporen met de huidige wetenschappelijke inzichten. „Op tal van gebieden zijn er geen vragen, zeker niet als wij beseffen dat wetenschappelijke verklaringen deelverklaringen zijn. En laten we niet vergeten dat de wetenschap het bestaan van de werkelijkheid als zodanig, het ontstaan van het leven, het ontstaan van het menselijk bewustzijn en het besef van goed en kwaad niet kan verklaren. Dat zal de wetenschap ook nooit kunnen.”

Dr. De Vries benadrukte dat het innerlijk getuigenis van de Heilige Geest essentieel is om het Bijbelse getuigenis van schepping, zondeval, verlossing en vol­einding te kunnen aanvaarden. „Ongetwijfeld kunnen en mogen bewijsmateriaal en argumenten een plaats hebben bij de aan­vaarding van de Bijbel als het Woord van God. De innerlijke zekerheid dat de Bijbel de stem van God is, wordt echter niet veroorzaakt door rationele analyse van dit bewijsmateriaal en van deze argumenten. We raken tot in het diepst van onze ziel overtuigd, omdat de Heilige Geest onze ogen opent, ons verstand verlicht en onze gevoelens reinigt.”

Als tweede spreker op de conferentie voerde ds. W. Pieters het woord. Hij sprak over het thema ”Hoop in een hopeloze samenleving”. Volgens de hersteld hervormde predikant uit Garderen is de ware hoop gegrond op de opstanding van Jezus op de paasmorgen. „Wat God toen deed, is fundamenteel voor ons hele leven. Is de opstanding van Jezus alleen maar een verhaal, een mythe, een soort gelijkenis, dan valt alles van het christendom in elkaar en blijft er van de Bijbel helemaal niets over.”

puntuit.nl/studentenconferentie voor meer foto’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer