„Wat de ECB doet, is niet in ons belang”
Tweehonderd jaar geschiedenis van de gulden leert ons volgens monetair econoom Edin Mujagic één ding: het beleid dat de Europese Centrale Bank (ECB) voert omtrent de euro staat haaks op de belangen van Nederland.
Veel scheelde het niet, of ‘we’ hadden de afgelopen 200 jaar niet met guldens, maar met Franse francs betaald. Op 28 september 1816, vorige week exact 200 jaar geleden, werd de gulden dé nationale munteenheid. Terwijl de franc –op dat moment de belangrijkste munt in de rijke Zuidelijke Nederlanden– misschien wel meer voor de hand had gelegen.
Dat er de afgelopen twee eeuwen toch guldens over Nederlandse toonbanken rolden –tot de euro hier in 2002 pardoes een eind aan maakte–, hebben we volgens monetair econoom en RD-columnist Edin Mujagic te danken aan Jean Henri van Swinden: kind van Franse vluchtelingen en tevens de auteur van de Muntwet, die in 1816 onomwonden partij koos voor de gulden.
Misschien is dit wel de reden dat Mujagic, zelf kind van Bosnische vluchtelingen, sterk het gevoel heeft óók iets terug te willen doen voor de munt van het land waar hij in 1992 kwam wonen. Zijn onlangs verschenen boek ”Boeiend en geboeid”, dat handelt over de geldgeschiedenis van Nederland sinds 1816, zal daarom een dezer weken op de mat vallen bij alle middelbare scholen in Nederland waar economie wordt gegeven. In de hoop dat docenten met leerlingen in gesprek gaan over hoe het huidige ECB-beleid lijnrecht strijdt met de lessen uit de monetaire historie. Mujagic: „Hoewel die lessen belangrijker zijn dan ooit, zijn ze in de vergetelheid geraakt. Een scholier die straks economie gaat studeren, krijgt gedurende zijn studie niets over monetaire geschiedenis te horen, maar werkt over tien jaar misschien wel bij het ministerie van Financiën of De Nederlandsche Bank. Het zou geweldig zijn als zo iemand dan, met mijn boek in de hand, beter beoordelen kan of wat de ECB doet eigenlijk wel goed is.”
Wat leert ons 200 jaar monetaire geschiedenis?
„Nederland heeft op monetair gebied zijn zaakjes altijd op orde had. Ik heb onderzocht wat we daaruit kunnen leren. Daarmee heb ik een soort historische meetlat gemaakt, waarlangs we het beleid van de ECB kunnen leggen. En dan blijkt dat dit volledig haaks staat op wat de geschiedenis ons heeft geleerd over wat verstandig is. De eerste les is dat je altijd de geldhoeveelheid onder controle moet houden. Geld is wat dat betreft net als ieder ander goed: hoe meer je ervan hebt, des te lager de waarde. Als je de hoeveelheid geld opblaast, kun je erop wachten tot het mis gaat. Leg wat de ECB nu doet daar eens naast: de bank koopt maandelijks voor 80 miljard euro aan obligaties op. De geldgroei is enorm.
Een tweede les is dat je als land moet streven naar een sterke munt. DNB week daar in 200 jaar nauwelijks van af. Vier keer deed hij dat wél, en al die keren ging het fout. Dat waren periodes waarin onze welvaart achterbleef en de inflatie toenam. Als een zwakke munt nastreven goed zou zijn voor de welvaart, dan zouden Italië en Griekenland buitengewoon sterke landen moeten zijn, omdat hun hele economische model de afgelopen vijftig jaar gebaseerd was op het stelselmatig zwakker maken van hun munt. Het is geen toeval dat juist die landen in grote problemen verkeren.”
Streeft de ECB doelbewust een zwakke euro na?
„Formeel is dat geen doelstelling, maar je ziet het wel gebeuren. Steeds als de koers van de euro stijgt tegenover die van de Amerikaanse dollar, grijpt de ECB in. Hetzij met maatregelen, hetzij met waarschuwende woorden dat ze klaarstaan om in te grijpen. Vorig jaar zei de Italiaanse minister-president in een interview dat hij, om de Italiaanse export te stimuleren, droomt van de dag dat 1 euro evenveel waard is als 1 dollar. Op dat moment was 1 euro 1,20 dollar waard. Hij droomde dus hardop van een euro die bijna 20 procent in waarde was gedaald. Op dat moment had binnen 24 uur iemand van de ECB moeten roepen: „Hallo, wij zijn er juist om te zorgen dat dát niet gebeurt. Wij zijn namelijk opgericht om te waken over de waarde van de euro.”
Waarom lukt het landen als Duitsland en Nederland onvoldoende om het ECB-beleid te stempelen?
„In het bestuur van de ECB geldt het principe ”één man, één stem”. Hierdoor heeft de president van Malta, goed voor 0,06 procent van de economie van de eurozone, evenveel te zeggen over de koers van de ECB als de president van de Duitse Bundesbank. De afspraak was ooit dat alle bestuurders naar de eurozone moesten kijken alsof het één land was. Wat je echter ziet, is dat sinds 2008 Spanjaarden in het bestuur zich steeds meer gedragen als Spanjaarden, Italianen als Italianen en Grieken als Grieken. Als steeds meer ECB-bestuurders hun oren laten hangen naar de economische noden in hun thuisland, kom je, in combinatie met dat stemprincipe, al snel terecht in de situatie waarin we nu zitten: een ECB die is overgenomen door nationale belangen. Niet langer wordt er beleid gevoerd dat in het belang is van de héle eurozone, maar slechts wat in het belang is van een deel van de eurozone. Dat druist in tegen alle afspraken die zijn gemaakt en is hét recept voor het openbreken van de eurozone.”
Hoe?
„Het doel van de euro was dat landen naar elkaar toe zouden groeien. Nou, dat is gelukt. Alleen was het de bedoeling dat we zouden convergeren naar het sterkste land toe. We convergeren nu richting het zwakste land. Op langere termijn is het huidige beleid van de ECB voor geen enkel euroland goed. Kijk, dát de ECB de rente verlaagd heeft naar 0 procent tijdens de grootste neergang in bijna honderd jaar was logisch. Hij gaat er echter véél te lang mee door. Dit beleid is niet de weg die ons uit de crisis richting méér welvaart leidt, maar de weg naar een oord waarin de crisis min of meer permanent zal zijn en onze welvaart afneemt. Kijk naar spaarders, gepensioneerden: hun welvaart daalt al enorm door wat de ECB doet. Terwijl de centrale bank de koersen van aandelen en obligaties juist omhoogjaagt. Zo groeit de ongelijkheid en komt de middenklasse onder druk te staan. Terwijl een sterke middenklasse dé voorwaarde is voor zowel economische als politieke en maatschappelijke stabiliteit in een land. Vroeg of laat gaat men in landen waarvoor het beleid nadelig is, opstaan. Mensen worden dan ontvankelijk voor politici die met simpele oplossingen komen voor complexe problemen. Dat is iets van alle tijden, echt niet iets unieks voor nu.”
U bedoelt: oplossingen zoals het voorstel om de eurozone te verlaten?
„Bijvoorbeeld. Net alsof onze problemen dan in één klap zijn opgelost. Was het maar waar! Ook met de gulden zouden we bijna alle economische problemen van nu nog steeds hebben. Dat is het dilemma. Als u me vraagt of de euro een goede munt is voor Nederland, dan zeg ik: Nee Het ECB-beleid staat haaks op alle lessen die wij als land hebben geleerd. Maar mijn antwoord op de vraag of we dan dus maar beter úít de euro kunnen stappen, is eveneens: Nee. Ja, in theorie geldt dat je met de gulden morgen weer je eigen monetaire koers kunt varen. Dat is ook wat economische modellen ons leren. Maar wat de economische geschiedenis naar ons schreeuwt is dat wij, als klein land, dat niet kunnen en ook nooit gekund hébben. De les is dat wij het alleen goed doen als we ons in monetair opzicht vastketenen aan iets anders. De afgelopen decennia was dat de Duitse munt, daarvoor was het goud. In alle gevallen waarin we het anders deden, ging het mis. Ik zou het risico niet durven nemen dat het deze vijfde keer wél goed gaat.”
Wat moet er volgens u dan wel gebeuren?
„De ECB moet zijn beleid normaliseren en de rente verhogen. Zeker nu zwakke eurolanden blijven weigeren om de ademruimte van de lage rente te gebruiken voor hervormingen. Ik vraag me echter af of de ECB dit nog wel kan. De rente is nu al zó lang zó laag dat financiële markten, de economie en overheden verslaafd zijn geraakt aan gratis geld. Neem Frankrijk. Een aantal jaren terug betaalde dat land een rente van 4,15 procent op zijn staatsschuld. Nu is dat 0,6 procent. Als de rente weer stijgt tot het normale niveau, betekent dit voor Parijs een extra rekening van 30 miljard euro aan rentelasten per jaar. De ECB heeft zichzelf in de positie gemanoeuvreerd dat juist wat hij zou moeten doen, leidt tot financiële instabiliteit en onzekerheid. Gegeven die situatie is de vraag al lang niet meer óf de ECB zijn beleid wil normaliseren, maar of hij dat nog kán. Ik denk van niet.”
Dat klinkt weinig hoopvol.
„Ik vrees toenemende economische problemen en stijgende inflatie in de eurozone, doordat die overspoeld wordt met geld. Die problemen beperken zich niet tot de economie, maar sijpelen door in de hele maatschappij. Dat is nu al gaande. Je ziet dat mensen zich niet alleen afkeren van de euro, maar zelfs van alle vormen van Europese samenwerking. Dan heb je die mensen dus gedwongen om te kiezen voor iets wat aantoonbaar nadelig is. Als íéts de Europese samenwerking momenteel ontregelt, dan zijn dat niet de populisten, maar instellingen zoals de ECB. Want die varen, met beleid dat wordt verkocht als het redden van de euro, een koers die er onvermijdelijk toe leidt dat de euro de afgrond wordt in gestuurd en mét de euro de Europese Unie. Waar lezers die dag wellicht zien als een dag om op te juichen, denk ik dat ik zal gaan huilen. Geen Europese samenwerking is voor Nederland geen goede zaak.”
Heeft de ECB te veel macht?
„Het probleem zijn niet alleen de ongelooflijke macht en invloed, maar vooral dat die niet democratisch gecontroleerd kunnen worden. Je kunt bestuursleden van de ECB niet ontslaan, zelfs niet bij aantoonbaar falen. Dat is ongezond. Een centrale bank moet zijn beleid afstemmen op wat de maatschappij nodig heeft, niet op wat banken of overheden willen. Daarvoor is het nodig dat ze bij de ECB weten: als ik het te bont maak, dan kan de maatschappij me daar uiteindelijk op afrekenen. Maar anders dan in de meeste andere landen is die mogelijkheid er in Europa zelfs in theorie niet eens.”
U voorspelt hoge inflatie, toch lijkt al jaren deflatie hét gevaar te zijn.
„Dat is waar, maar zoals oud-DNB-president Jelle Zijlstra ooit zei: „Gij kent dag noch uur, maar uiteindelijk leidt liquiditeitsverruiming altijd tot inflatie.” Te veel geld zorgt altijd en overal voor inflatie als dat geld in de economie terechtkomt. Banken verlenen nu, ondanks al het gratis geld, nog relatief weinig kredieten. Dat is echter aan het veranderen. Als je straks op de voorpagina’s van de kranten leest: Kredietverlening van banken neemt weer toe, dan zou ik me zorgen maken. Het gekke is: de ECB streeft naar inflatie, officieel zelfs een geldontwaarding van zo’n 2 procent per jaar. Dat is niet de taak die regeringsleiders de bank destijds meegaven. Die was: zorg voor stabiele prijzen. Als de ECB vanaf nu tot 2025 elk jaar zorgt voor 2 procent inflatie, dan gaat op het kantoor in Frankfurt de vlag uit. Maar dan is alles waar wij ons geld aan uitgeven dus 25 procent duurder geworden! Wat is er in vredesnaam stabiel aan prijzen die een kwart hoger liggen?”
U haalde Jelle Zijlstra aan. Is dat uw favoriete oud-DNB-president?
„Hij behoort zeker tot de beste presidenten die DNB heeft gehad. De nummer één is voor mij echter Leonardus Trip. Twee keer was hij DNB-president: vóór en ná de Tweede Wereldoorlog. Beide keren nam hij zelf ontslag. Eerst toen de Duitse bezetter, later toen de Nederlandse regering hem dwong tot beleid dat hij niet in het belang vond van ons land. Trip vond het streven naar inflatie en een zwakke munt niet alleen nadelig, hij noemde het zelfs misdadig, omdat je zo legaal geld afpakt van mensen. De huidige DNB-president Klaas Knot zou wat meer op Trip mogen lijken. Hij moet vaker binnen de ECB met de vuist op tafel slaan. Daar is, in het belang van Nederland maar ook voor de gehele eurozone, alle reden toe. Anders loopt Knot het gevaar dat hij de geschiedenisboeken ingaat als iemand voor wie geldt: wie zwijgt stemt toe.”
Wat doet de ECB?
In een poging om de economie en de inflatie aan te jagen, heeft de Europese Centrale Bank (ECB) het belangrijkste rentetarief op 0 procent gezet. Daarnaast koopt de ECB iedere maand voor 80 miljard euro aan staats- en bedrijfsobligaties op. Deze maatregelen drukten de rente naar het huidige historische dieptepunt. Overheden, en steeds vaker bedrijven, krijgen soms geld toe als zij lenen, in plaats van dat zij rente moeten betalen.
„Wat de ECB doet, was nooit de bedoeling”
Ook in de Tweede Kamer groeit de onvrede. Waar veel politici echter de onafhankelijkheid van de ECB blijven benadrukken, is voor Kamerlid Omtzigt de maat vol. Volgens de CDA’er was het nooit de bedoeling dat de ECB staatsobligaties op zou kopen, maar is de bank inmiddels op weg de „grootste opkoopoperatie uit de wereldgeschiedenis” neer te zetten. De ECB kocht al voor 1300 miljard aan overheidsobligaties op en gaat ermee door in een tempo van zo’n 30.000 euro per seconde. „Dat is pure monetaire financiering. Dat deed men zelfs in de Sovjet-Unie niet”, aldus Omtzigt.
Volgens hem heeft het lagerentebeleid voor Nederland grote gevolgen. Naast spaarders zijn vooral gepensioneerden de klos. „Het vermogen van onze pensioenfondsen is met meer dan 1200 miljard euro ons belangrijkste bezit”, schrijft Omtzigt in een initiatiefnota die hij deze week presenteerde. Hij schat dat een rentedaling van 1 procent ertoe leidt dat pensioenfondsen over tien jaar tot 220 miljard minder kunnen uitkeren, wat neerkomt op zo’n 1800 euro per deelnemer per jaar. In de nota roept Omtzigt het kabinet daarom op met andere landen in overleg te treden om te zorgen dat, door een verdragswijziging of een gang naar de rechter, het opkoopprogramma van de ECB wordt beëindigd.