Kerk & religie

Hoogtevrees in de kerk

Er zijn mensen die gruwelijk last van hoogtevrees hebben. Koning Salomo wist ervan. In Prediker 12 schreef hij: „Ook wanneer zij voor de hoogte zullen vrezen…” De kanttekeningen merken daarbij op: „Te weten de oude personen. Of: voor de hoge plaatsen, dat is voor hoogverheven of oneffen plaatsen die oude personen niet gaarne betreden, vanwege de zwakheid hunner benen, vrezende zich daaraan te stoten of daarvan te zullen vallen. Of omdat het hun zuur valt de hoge trappen of heuvels op te klimmen.”

J. Mastenbroek

11 October 2016 18:55Gewijzigd op 16 November 2020 07:25
Kansel van de Grote- of St. Catharinakerk in Nijkerk. beeld Sjaak Verboom
Kansel van de Grote- of St. Catharinakerk in Nijkerk. beeld Sjaak Verboom

Toch worden er elke zondag opnieuw van die hoogten beklommen. Ezra stond op een hoge houten stoel (Neh. 8:5). „Op een toren des houts, dat is op een houten toren; alzo wordt die predikstoel genoemd” (kanttek. 8). Men vindt ze in soorten en maten. Oude kansels, soms niet meer dan een bekrompen kuipje. Er waren kerkenraden die al te corpulente dominees niet konden beroepen. Ds. A. F. Simons (1837-1906) had vanwege zijn omvang de grootste moeite om de kanseltrap te beklimmen. De kerkenraad van Bergschenhoek moest deze trap zelfs verbreden! De broeders hadden dat graag voor hem over – zijn bevindelijke prediking maakte veel goed.

Er zijn heel wat preekstoelverhalen. Ds. G. Mouw, die de gereformeerde gemeente in Tholen diende van 1976-1983, had een volle kerk. Maar niet op een nieuwjaarsmorgen. Toen was de kerk maar gedeeltelijk bezet. Een predikant vertelde ons onlangs dat hij, vanaf de consistoriekamer naar de kansel lopend, zich ergerde aan de lege plaatsen, aan de uitslapers. Driftig als hij was, deed hij met een té harde klap het kanseldeurtje dicht. Met als gevolg dat het deurtje niet meer open kon en er na de dienst een timmerman aan te pas moest komen. Abraham Kuyper deed in zijn eerste gemeente Beesd het stille gebed niet vóór de trap, maar halverwege. Dan kon de gemeente die het stille gebed al had gedaan, hem beter zien. En ds. W. C. Lamain verzuchtte eens dat het opzien om te preken zo hoog was dat hij liever achter de katheder zou blijven staan.

We herinneren ons een christelijke gereformeerde ouderling, die een proponent had uitgenodigd. De preek, ach, dat ging nog wel. Maar dat die man met twee treden tegelijk de kanseltrap op stoof, getuigde van weinig ootmoed en al helemaal niet van „plankenkoorts.” Hij werd dan ook niet beroepen.

Ooit mocht ik met een groepje mensen Eisleben bezoeken, de stad waar Luther ter wereld kwam en ook is overleden. Makkelijk te onthouden: „In Eisleben kwam hij ins Leben, en daar ging hij ook aus Leben.” De preekstoel in de Sint-Andreaskerk – zelden zag ik een hogere. Een predikant zei: „Ik heb op heel veel kansels in de Gereformeerde Gemeenten gestaan, maar zó hoog, nee.” Ik reageerde: „De preekstoel in Gouda is nog veel hoger!” Dat werd onmiddellijk ontkend. Het was ook een persoonlijke ontboezeming: ik had nog maar een keer of drie in de gemeente preek gelezen. En de preekstoel is door de jaren heen alleen maar hoger geworden…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer