Jongeren nacht in cel voor stichting Ontmoeting
Barse bewakers, beklemmende cellen, een schreeuwende gedetineerde en een biddende ex-gevangene. Zestig jongeren lieten zich vrijdag en zaterdag vrijwillig opsluiten in een oud cellencomplex in Utrecht. Ze haalden daarmee 5400 euro op voor stichting Ontmoeting en deden onvergetelijke ervaringen op over het leven in de bajes.
Zeventien mannenvoeten lang is de cel. De breedte is negen voeten. Netjes opgemeten op zaterdagochtend rond 5.00 uur na een nogal beroerde nachtrust in voormalige gevangenis De Vrije Wolf in het centrum van Utrecht. Tekenend voor de doelloosheid van het leven tussen betonnen muren en een dikke ijzeren deur.
Vrijdagavond rond 18.30 uur. Eén voor één melden jongeren zich bij de deur van De Vrije Wolf. Medewerkers en vrijwilligers van Ontmoeting, vermomd als bewakers, laten duidelijk merken wie hier de dienst uitmaken. Slechts enkele spullen mogen mee naar de cellen. De rest moet in een afgesloten ruimte achterblijven. Toch is het regime wel minder streng dan in werkelijkheid. Een goed verstopt zakmes en een schroevendraaier glippen er bij het fouilleren door. Ook een bolletje waspoeder, dat drugs moet voorstellen, wordt niet ontdekt. De bewaker schijnt met een zaklamp in de schoen, maar net niet ver genoeg om het bolletje te zien.
De cel op de eerste verdieping waar de gedetineerde met het nummer 02.03 in moet, is sober. Een kale brits zonder kussen, een massieve kast en een tafeltje. Het toilet doet het niet. De behoefte kan tijdens nachtelijke uren in een emmer gedaan worden. Het enige venster van het benauwde onderkomen biedt uitzicht op de luchtplaats en een heel klein stukje Utrecht. Het uitzicht uit het luikje van de gesloten celdeur is minimaal.
Enkele minuten later gaat de deur open. Een gebiedende stem. „Klaarmaken, naast de celdeur staan.” De cipier leidt de groep naar een ruimte waar ex-gedetineerde Andreas vertelt over de twee keer dat hij in De Vrije Wolf gevangenzat. Vies eten en een akelige manier van fouilleren. Maar ook gesprekken waardoor hij de Heere Jezus leerde kennen als zijn Redder.
Na het verhaal moet de groep weer naar de cellen. Een plaspauze is welkom, maar dat mag pas na het volgende programmapunt. Na korte tijd halen de bewakers hun slachtoffers weer. Doosjes vouwen en Twixen erin doen. Voor hoofdsponsor Kliksafe. Andreas moppert: „Jullie werken veel te hard. We willen geen uitslovers.”
Weer terug naar de cel. Hoe laat zou het zijn? In de verte slaat een torenklok. Iets te ver weg om de slagen te tellen. Een uurtje gym met daarbij een boksles, luchten en met zestig man tandenpoetsen aan twee wastafels. En dan die celdeur weer dicht. Eenzaamheid, uitzichtloosheid, muren die op je af lijken te komen.
En dan: paniek! De gevangene van cel 02.03 gaat compleet door het lint. Geschreeuw, klappen en trappen tegen de kledingkast. Bewakers stormen de cel binnen. Brullend wordt de woeste man afgevoerd. Klemvast slepen de cipiers hem de trap af richting isoleercel. Wanneer hij tot bedaren is gekomen, mag hij weer terug naar de eigen cel.
Dan volgt een onrustige slaap. En wachten. Hoe laat is het? En wanneer komt de bewaker om zijn doelwitten uit bed te dirigeren? Na het luchten en het ontbijt volgt het laatste programmaonderdeel: een Bijbelstudie met ex-gedetineerden Andreas en Cornelis en met Ed van Hell, directeur van Ontmoeting. Cornelis legt uit dat je gevangene bent van de zonde. En dat je door Jezus vrij kunt zijn. Daarna sluit Andreas de actiebijeenkomst af met gebed. Op zijn knieën bidt de ex-crimineel voor de jongeren en voor gevangenen.
De deelnemers zijn stuk voor stuk onder de indruk van het verblijf in de gevangenis. Marieke Buijs (18) uit Leerdam vond de eenzaamheid moeilijk. „Op het moment dat je bij de ingang je spullen in moest leveren, mocht je niets meer. Je moet wel heel sterk zijn om dit twee jaar vol te houden.”
Harm Sterk (17) uit Stolwijk: „Het is indrukwekkend dat je per se moet luisteren. Als de bewaker zegt dat je moet komen, dan doe je dat.” Harm vindt het terecht dat criminelen celstraf krijgen. „Maar gelukkig zijn er gevangenen zoals Cornelis en Andreas met wie het goed is gekomen.”