Turkse organisaties „voelen zich niet gehoord”
De stoelen voor de Turkse organisaties die maandag in gesprek gingen met de Tweede Kamer voelden als een beklaagdenbankje, klaagde de een na de ander. De Kamercommissie Sociale Zaken voelde de Turkse Nederlanders dan ook stevig aan de tand over de spanningen binnen de Turkse gemeenschap. Maar de Kamerleden moesten zelf ook incasseren. De aandacht uit Den Haag zou veel te laat komen.
De Kamer wilde de organisaties horen uit ongerustheid over de nasleep van de mislukte staatsgreep in Turkije van afgelopen zomer. De jacht op veronderstelde coupplegers en hun medestanders dreigde over te slaan naar Nederland. Aanhangers van moslimgeestelijke Fethullah Gülen, de grote rivaal van de Turkse president Erdogan, werden ook in Nederland voor landverraders uitgemaakt omdat hij de hand zou hebben gehad in de staatsgreep. De spanningen legden volgens sommige Kamerleden bloot dat veel Nederturken nog te veel te maken hebben met ‘de lange arm van Ankara’ en nog altijd op Turkije zijn gericht.
De angst voor die lange arm was ook enkele genodigden niet vreemd. Een van hen vroeg of het gesprek met de Kamer daarom niet binnenskamers kon blijven, maar de commissie wees hem op de pers en het publiek. Omgekeerde angsten leven ook: een bestuurder liet weten geen jongere naar de hoorzitting te kunnen afvaardigen omdat die bang zijn vervolgens levenslang voor Erdogan-aanhanger te worden versleten. Een jongerenorganisatie verhaalde van een sollicitant „die moest vertellen of hij voor of tegen Erdogan was”.
Niemand voelde zich aangesproken wanneer de commissie de intimidatie van Gülenaanhangers beschreef of viste naar aansturing uit Ankara. De spanningen zijn niet geëxporteerd door Turkije, maar geïmporteerd door Nederlandse politici en media, klonk het meermaals. En zolang Turkse Nederlanders als Turken worden aangesproken zullen ze zich als Turken organiseren, verweerden zij zich tegen het verwijt de integratie te hinderen.
Het refrein was dat de Haagse politiek te laat belangstelling toont. Geen wonder dat Turkse Nederlanders in Ankara aankloppen als ze in Den Haag geen gehoor krijgen, stelden meerdere genodigden. De Kamer incasseerde een stapel uitnodigingen voor werkbezoeken.