„Opvang pleegkinderen is een Bijbelse taak”
Het opvangen van pleegkinderen is geen plicht, maar wel een Bijbelse taak voor de kerkelijke gemeente. Dat stelde ds. B. Labee vrijdagmiddag tijdens een bijeenkomst van het Platform Jeugdhulpverlening in de Adullamkerk in Barneveld.
Deelnemende kerken aan dit platform zijn de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk. De bijeenkomst, die bedoeld was voor (aanstaande) pleegouders, gastouders en ambtsdragers uit de gereformeerde gezindte, trok ongeveer 130 bezoekers.
Ds. Labee, predikant van de gereformeerde gemeente te Veenendaal, noemde een aantal voorbeelden van pleegzorg in het Oude Testament. Zo was Mozes een pleegkind van de dochter van de farao van Egypte en werd Esther opgevoed door haar neef Mordechai. Ook Joas, die op zevenjarige leeftijd koning werd, groeide op in een pleeggezin. Vanuit het Nieuwe Testament noemde ds. Labee belangrijke begrippen als herbergzaamheid en gastvrijheid.
De predikant concludeerde dat het opvangen van pleegkinderen een Bijbelse taak is. Dat is belangrijk, omdat er een tekort aan pleegezinnen in de gereformeerde gezindte is. Het is belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen met een reformatorische achtergrond een geschikte plaats krijgen. Ds. Labee wilde niet spreken van een plicht om deze kinderen op te vangen, omdat er wel mogelijkheden moeten zijn voor de opvang.
Daarom adviseerde hij kerkenraden om niet actief pleeggezinnen te werven. Vanwege het afnemen van het aantal adoptiekinderen is de belangstelling voor pleegzorg bij kinderloze stellen toegenomen. „Eén telefoontje van een kerkenraad aan zo’n gezin zou het laatste duwtje kunnen zijn”, aldus ds. Labee, die er verder op wees dat zo’n duwtje niet garandeert dat het dan ook goed gaat.
Kerkenraden kunnen evenwel nog genoeg doen, zei de predikant die zelf zowel adoptie- als pleegkinderen heeft. Ze kunnen de nood in het kerkblad benoemen. Ook kan de pleegzorg in de ambtelijke gebeden een plaats krijgen en kan de kerkenraad op een positieve manier openstaan voor vragen vanuit de gemeente.
Op de vraag hoe je pleeggezin wordt, antwoordde de predikant dat Gods voorzienigheid ook over kleine dingen gaat. Men moet niet wachten op „een briefje uit de hemel” maar „biddend de weg gaan.” Hij vergeleek het met het zoeken naar werk, waarbij je ook kijkt naar wat er bij je past. „Het is het meest voor de hand liggend om je erin te verdiepen, je op te geven, te bekijken wat voor je ligt en de Heere te vragen om Zijn leiding.”
Het gezin T. Dorrestein uit Ederveen sprak over de praktijk van de pleegzorg. Het echtpaar heeft meerdere pleegkinderen gehad. In het ene geval ging het beter dan in het andere. Een pleegkind leeft in twee werelden en blijft loyaal naar zijn eigen ouders. Het is daarom belangrijk om als pleegouders regelmatig overleg te hebben met de biologische ouders. Stoppen met pleegzorg kan nodig zijn, bijvoorbeeld als het door de komst van het pleegkind in het gezin niet goed gaat. Dan kan stoppen ook voor het pleegkind goed zijn.
De opening van de bijeenkomst was in handen van ds. J. Joppe, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Oud-Beijerland. De predikant legde de nadruk op de bemoediging die Jozua van de Heere kreeg toen hij de zware taak als leider van het volk Israël op zich genomen had. „Hij geeft moed en krachten aan hen die hopend op Hem wachten.”