Moederschap is belangrijke roeping
Het opvoeden van kinderen is een ultieme vorm van maatschappelijke dienstbaarheid, reageren Eline van Berkum-Bremmer en Rineke Karels-van der Garde op Janneke Burger-Niemeijer.
In het RD van 24 september roept SGP-senator mr. Van Dijk moeders in weerwil van de tijdgeest op hun roeping te verstaan en hun kinderen zelf op te voeden. Drs. Janneke Burger-Niemeijer stelt in een reactie dat onze roeping veel groter is dan ons gezin (RD 29-9). We maken bezwaar tegen de karikatuur die zij schetst van de door haar zogenoemde thuisblijfmoeder. We willen dit niet onbesproken laten.
Getuige het huwelijks- en doopformulier behoeft het weinig betoog dat je als vader en moeder de verantwoordelijkheid voor je gezin hebt. Vanuit de scheppingsorde is een moeder toegerust met moederlijke kwaliteiten, zoals zorgen, troosten en luisteren. Zij volgt haar kind vanaf de prilste bewegingen en is als geen ander in staat haar kind aan te voelen en in te spelen op zijn of haar behoeften. Vanuit de Schrift wordt de tedere zorg van een moeder als beeld gebruikt van Gods liefde tot Zijn kinderen (Jesaja 49:15).
De relatie tussen moeder en kind gedurende de voorschoolse periode is van cruciaal belang voor de hersenontwikkeling. Dit blijkt onder andere uit wetenschappelijk onderzoek onder leiding van kinderpsychiater J. Luby, uit Washington. Kinderen die bij hun moeder thuis opgroeien, kunnen beter leren, onthouden en omgaan met stress (RD 27-4). In de eerste jaren van veilige hechting ontstaat een bedding waarin (godsdienstige) opvoeding ingang en gestalte kan krijgen. In de eerste drie jaren wordt de basis gelegd voor gehoorzaamheid.
Visie
Burger bedient zich van ferme taal door te stellen dat Van Dijk vrouwen als het ware opsluit in hun gezin en hun de mogelijkheid ontneemt hun gaven en talenten breder in te zetten. „Het is een bekrompen visie die ik nergens in de Schrift, de kerkgeschiedenis of de wereldwijde kerk terugvindt.”
Welke Schrift Burger bedoelt, is ons niet helemaal duidelijk. In de Bijbel is onzes inziens deze visie wel terug te vinden. Wie is niet onder de indruk van de geschiedenis van de biddende Hanna? Ze is uiterst trouw aan haar belofte om het kind aan de Heere te geven al de dagen van zijn leven. Geeft ze het kind direct na de geboorte aan Eli? Nee, juist de eerste drie of vier jaar wijdt ze zich volledig aan de opvoeding. Ze blijft zelfs thuis met de jaarlijkse feesten; ze kan haar zuigeling niet zo lang alleen laten. De steunende rol van Elkana is hierbij van groot belang. Ook de opvoeding van moeder Jochebed voor Mozes spreekt tot de verbeelding. Samuël en Mozes zijn van immens grote betekenis geweest voor miljarden mensen na hen. Wie zouden zij zijn geweest zonder hun moeder?
Karikatuur
Opvallend in het artikel van Burger is dat zij zaken uit elkaar trekt en tegenover elkaar stelt. Naast een persoonlijke roeping zou er een tweede, algemene roeping zijn, die zelfs de hele wereld betreft. Zij vat dit samen als ”brede roeping”. Omwille van deze tweede roeping zouden we concessies moeten doen aan de eerste. Liggen deze, als het goed is, niet veel meer in elkaar begrepen?
Maatschappelijke dienstbaarheid moet geen doel op zich zijn. Het opvoeden van kinderen ís maatschappelijke dienstbaarheid. Het is goed om te bedenken dat de zorg van moeder voor jonge kinderen een van de beste maatschappelijke investeringen is.
Burger stelt dat de strijd tegen zelfontplooiing en materialisme niet exclusief is voorbehouden aan werkende moeders die gebruikmaken van kinderopvang. Het is des te opmerkelijker dat Burger stigma’s inbrengt door de ‘thuisblijfmoeder’ te linken aan materialisme, dure auto’s en hippe kleding. Door de enge focus op het gezin zou er geen oog zijn voor buurman of pleegkind. Ze neemt hierbij de uitzondering als voorbeeld.
Iedereen heeft 24 uur op een dag. Als je voor het een kiest, blijft er minder voor het andere over. Het is feitelijk aantoonbaar dat een pleegkind, dat fulltime zorg nodig heeft, gemakkelijker een plaats krijgt in een gezin met een moeder die grotendeels thuis is. Mantelzorg en vrijwilligerswerk zullen eerder op het bordje van de ‘thuisblijfmoeder’ liggen.
Afwegingen
Op de plaats waar we gesteld zijn, moeten we doen wat onze hand vindt om te doen. Wij zijn minuscule radertjes, soms onzichtbaar. We worden opgeroepen om onszelf te verloochenen (Matth. 16:24). De dagelijkse praktijk is echter weerbarstig.
Van harte ondersteunen we het pleidooi van Van Dijk om niet kritiekloos mee te gaan met de tijdgeest. We moeten onszelf eerlijk blijven bevragen op onze diepste drijfveren om de moederlijke zorg volledig op ons te nemen of juist gedeeltelijk uit handen te geven. Iedereen maakt daarbij zijn persoonlijke afwegingen en heeft zijn persoonlijke verantwoordelijkheden.
De auteurs zijn beiden moeder van zes kinderen in de leeftijd van één tot en met veertien jaar.