Roeping is zo veel breder dan je gezin
Alle christenen dienen te strijden tegen een wereldse geest van materialisme en zelfontplooiing. Het is onterecht om dat exclusief te linken aan werkende moeders die gebruikmaken van kinderopvang, stelt drs. Janneke Burger-Niemeijer.
Als een medegelovige je waarschuwt, is het altijd belangrijk goed te luisteren en jezelf te onderzoeken. In de krant van vorige week woensdag (RD 21-9) waarschuwt SGP-senator Van Dijk ons voor de geest van deze tijd, die hij duidt met termen als zelfontplooiing en materialisme. Hij ziet het gebruikmaken van (reformatorische) kinderopvang als een van de uitingen van een seculiere en liberale denkwijze.
In het Nederland van 2016 is een waarschuwing tegen materialisme zeer terecht, wellicht zelfs profetisch. In het licht van de wederkomst moeten we ons als christenen afvragen in hoeverre wij hangen naar rijkdom en naar bezit.
Ik merk bij mezelf hoe gemakkelijk ik onder de indruk kom van de gedachte dat ik een ruim huis zou willen hebben en mijn kinderen materieel alles zou willen bieden. Ga je echt werken voor een groter huis of voor meer ruimte in je portemonnee? Van Dijk is daar kritisch op, en natuurlijk heeft hij daar een punt. Maar er valt veel meer over te zeggen. Het is te goedkoop om te blijven steken bij de koppeling tussen werkende moeders en materialisme.
Lokroep
Het argument van Van Dijk zou aan kracht winnen als we bij de reformatorische gezinnen met thuisblijfmoeders een postmaterialistische, duurzame instelling zouden zien. Helaas zie ik die helemaal niet. Ik zie gezinnen waarbij vaders veel werken en moeders vaak thuis zijn, die in een riant huis wonen, een dure auto naast hun kerk parkeren en hun kinderen hip en duur kleden. Zijn dat de gezinnen die de lokroep van het materialisme hebben weerstaan?
Van Dijk waarschuwt niet alleen tegen materialisme, maar ook tegen een wereldse geest van zelfontplooiing. Ook daar maakt hij natuurlijk een punt. In onze westerse samenleving lijken we soms wat op de in zichzelf gekeerde, zondige mens van Luther: we zien enkel onszelf. De grote nadruk op zelfontplooiing kan iets van die zondige zelfgerichtheid in zich hebben. Maar net als materialisme kan ook het woord zelfontplooiing als een boemerang naar ons terugkeren. Want zijn thuisblijfmoeders zo significant meer op de ander gericht? Ook gezinnen met thuisblijfmoeders kunnen angstwekkend in zichzelf gekeerd zijn. Ze kunnen zo de focus op het gezin hebben gericht dat zij niet ontkomen aan de valkuil van de zelfgerichtheid.
In de geschiedenis van de schepping én in de opdracht die de Heere Jezus na Zijn opstanding aan Zijn leerlingen geeft, lees ik juist een blikverbreding. In Genesis 1 en 2 gaat het over de hele schepping. In Mattheüs 28 gaat het over de hele wereld. Wij zijn rentmeesters over de schepping en we worden uitgezonden tot aan de uiteinden der aarde. Onze roeping is zo veel groter dan ons gezin!
Broeders en zusters
Ik signaleer bij Van Dijk een enge focus op het gezin die mijns inziens niet past bij de manier waarop het Nieuwe Testament schrijft over gezinnen en de band tussen broeders en zusters in de Heer. Het Nieuwe Testament is op een bepaalde manier juist kritisch op het gezin en ziet de band in Christus als geestelijk meer van belang dan de bloedband. In die zin zou het helemaal geen bedreiging voor het welzijn of geloof van een kind hoeven te zijn, als ook anderen in de (geloofs)opvoeding een actieve rol krijgen. Ik persoonlijk ben blij dat ik niet de enige volwassene ben die iets van het geloof in God aan mijn kinderen leert en laat zien. Ik zou het er benauwd van krijgen!
In de column van Van Dijk mis ik het brede begrip van roeping zoals ik dat in de Schrift lees. Als vader en moeder ontvang je samen je kinderen, en daarmee de roeping en verantwoordelijkheid om voor deze kinderen te zorgen. Maar je roeping is zo veel breder dan je gezin! God geeft een hele wereld om rentmeester over te zijn. Ik vind het werkelijk kwalijk dat Van Dijk in zulke stevige bewoordingen vrouwen als het ware opsluit in hun gezin en hun de mogelijkheid ontneemt hun gaven en talenten breder in te zetten. Het is een bekrompen visie die ik nergens in de Schrift, de kerkgeschiedenis of de wereldwijde kerk terugvind.
Als je alleen maar de focus op je gezin zou hebben, zou je zomaar kunnen vergeten duurzame keuzes te maken die de schepping op het oog hebben. Je zou zomaar dat kind kunnen vergeten dat een pleeggezin zoekt, en die buurman die alleen leeft. Je vergeet de Bijbelse gastvrijheid, omdat je gezin zelf heilig is geworden. Je neemt geen taken in de maatschappij op je, en beschouwt je kinderen als je eigendom in plaats van hen te delen met anderen.
Ik weet dat veel vaders en moeders de taken rond werk en zorg combineren, juist omdat ze die brede roeping en verantwoordelijkheid ervaren, een roeping niet alleen voor hun gezin, maar ook breder voor de maatschappij en voor Gods wereld.
Ik vind het veel te simpel en zelfs schokkend om te lezen dat Van Dijk werkende moeders wegzet met termen zoals zelfontplooiing en materialisme. Allemaal hebben we tegen een wereldse geest van materialisme en zelfontplooiing te strijden. Laten we dat niet exclusief linken aan werkende moeders die gebruikmaken van kinderopvang.
De auteur is theoloog, moeder van drie kinderen en hoofdredacteur van het christelijke opvoedingsmagazine Jente.