„Ideale leraar kent zichzelf”
Attitudevorming is een van de meest wezenlijke doelen van de lerarenopleiding. Studenten moeten met hun eigen lesgedrag worden geconfronteerd, onder meer door video-opnames. Het is niet soft, maar harde noodzaak te weten wie je zelf bent in het contact met de leerlingen. De ideale leraar is de leraar die zichzelf heeft leren kennen.
Dat stelde drs. A. de Muynck vrijdagmiddag in zijn eerste openbare rede als lector onderwijs en identiteit op christelijke hogeschool de Driestar in Gouda. De Muynck gaf zijn lezing de titel ”Christelijk leraarschap tussen presentie, vorming en werkelijkheid” mee. „Een leraar is een presentiewerker”, aldus de lector. „Hij is betrokken op de ander, de leerling. Hij doet mee met het gewone leven, is breed inzetbaar, sluit nauw aan bij de belevingswereld van zijn leerlingen, houdt rekening met hun behoeften en bedient zich van alledaagse omgangsvormen.”
Tegenover presentie staat interventie, aldus De Muynck. „Interventie is het ingrijpen zodra zich een probleem voordoet. Het onderwijs zit vol interventies. Ze leveren stress op en belemmeren de authentieke omgang met leerlingen.” Daarom pleitte de lector voor een vermindering van interventies. „In scholen is een cultuur nodig waar de gewone omgang belangrijker is dan het protocol. Waarbij de nadruk niet ligt op de prestatie, maar op het zijn.”
Betrokken leraren worden niet snel vergeten, aldus De Muynck. Hij citeerde uit een interview met Vincent over diens biologieleraar in het vmbo: „Misschien was wel het meest bijzondere dat hij ons allemaal van tijd tot tijd aankeek. Bij hem had je het gevoel dat je er echt was. Niemand was minder dan een ander. Ik ging niet graag naar school, maar als ik in zijn buurt was, voelde ik me prima.”
Een leraar heeft niet alleen de opdracht present te zijn, hij moet ook de werkelijkheid ontsluiten voor zijn leerlingen, stelde De Muynck. „De leraar moet zijn verhaal hébben, maar het is steeds de vraag of hij het ook moet vertellen. Het vertellen kan een groot genoegen zijn en een vlam laten overslaan. Nog groter is het genoegen als de leraar zijn leerlingen zelf ontdekkingen laat doen op het moment dat hij zwijgt.”
Veel leraren, vooral in het voortgezet onderwijs, worstelen met de vraag of ze nog wel kennis mogen overdragen of alleen begeleider van de leerlingen zijn, aldus De Muynck. „Het is opvallend dat leraren in het speciaal onderwijs zich die vraag niet stellen. Zij kennen het belang van begeleiding; ze weten uit ervaring dat je het met een instructie alleen niet redt.” Aan de andere kant is kennisoverdracht „geen vies woord”, aldus de lector.
Het christelijk onderwijs kan volgens De Muynck aan innerlijke kracht winnen, als het „de volle aandacht heeft voor het gewone leven en handelen van de leraar én wanneer het beoogt de volledige werkelijkheid voor de leerling te ontsluiten.” Daarom moet de lerarenopleiding zich volgens de lector vooral richten op attitudevorming. „Op die manier kan iets gerealiseerd worden van de droom dat een christelijke school in vorm en inhoud doortrokken is van haar Christusbelijdenis.”
De Muynck is voor een halve weektaak lector op de Driestar. Zijn aanstelling geldt voor vier jaar. Het lectoraat wordt mede gedragen door de Christelijke Hogeschool Ede en de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. Beide hebben ook een eigen lector in dienst, respectievelijk prof. dr. ir. H. Jochemsen (identiteit en zorg) en prof. dr. R. Kuiper (social works). De lectoraten worden betaald door de Stichting Kennis Ontwikkeling (SKO).
Een kenniskring, bestaande uit negen personen, assisteert De Muynck bij zijn leeropdracht. Zij gaan onder meer onderzoek doen naar vormingsidealen bij christelijke leraren, het opleiden van leraren op de werkplek en ontwikkelingsgericht onderwijs. Over elk van deze onderwerpen zullen komende jaren publicaties verschijnen. Volgend cursusjaar start een serie lezingen over vorming in het christelijk onderwijs. De kenniskring zal via een digitale nieuwsbrief de achterban op de hoogte houden.
De Muynck -getrouwd en vader van drie kinderen- bereidt een proefschrift voor over spiritualiteit bij leraren in het christelijk onderwijs. Hij wordt begeleid door onder meer prof. dr. S. Miedema van de Vrije Universiteit Amsterdam. Voorheen werkte De Muynck als orthopedagoog bij de schoolbegeleidingsdienst BGS in Ridderkerk.