Zeer helder
Romeinen 10:10
„Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt men ter zaligheid.”
Over onze tekst schijnt een helder licht, dat het zuivere Evangelie dat in het Woord van het geloof ligt, verkondigt. Wie deze waarheid gelooft en belijdt dat de Heere Jezus de Heere is, die zich niet schaamt om voor de mensen, ja zelfs voor ongelovigen de eeuwige Godheid van de Heere Jezus te belijden, die wordt het geloof tot gerechtigheid gerekend. De Heere Jezus zegt: „Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.”
Als u in uw hart gelooft dat God de Heere Jezus uit de doden heeft opgewekt, als u de wonderlijke loopbaan van de Heere Jezus en Zijn heilig verlossingswerk door het geloof u toe-eigent, als u in Zijn dood uw verzoening en in Zijn opstanding uw rechtvaardiging vindt, dan bent u, volgens de woorden van de Heere Jezus, zalig. „En dit is de wil van Degene, Die Mij gezonden heeft, dat een ieder, die de Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.”
Verder spreekt Hij: „Ik ben dat levende Brood, Dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven.” Daarom lezen we in onze tekst: „Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid.”
Sixt Karl von Kapff,
predikant te Stuttgart
(”Andreas komt tot Jezus”, 1859)